31 INLAGEN EN TERUGBETALINGEN VAN SPAARGELDEN BIJ DE AANGESLOTEN BOERENLEENBANKEN (in millioenen guldens) terugbetalingen 1958 Het bankgirobedrijf De taak van de boerenleenbanken als bankgiro-instellingen neemt steeds meer in betekenis toe. Dit blijkt uit de gestadige groei van de omzetten op lopende rekeningen. Gedurende het verslagjaar stegen deze van 4,8 milliard in 1958 tot 5,6 milliard in 1959. De toeneming bedroeg 17% tegen 15% in 1958. Gedurende alle maanden van het jaar waren de omzetten hoger dan in het voorafgaande jaar. De hoogste omzet werd genoteerd in de maand juli met 566 millioen; de laagste omzet in de maand februari met 347 millioen. De gemiddelde maandomzet bedroeg 235 millioen. In 1959 werd 1,7 millioen meer ge stort of bijgeschreven dan uitbetaald of afgeschreven. Het totaal der toevertrouwde gelden op lopende rekeningen bedroeg 170 millioen per einde 1959. Per ultimo 1958 was dit 154 millioen. De groei en ontwikkeling blijkt mede uit het hierna volgend overzicht, waarin de omzetten van de jaren 1952 tot en met 1959 zijn weergegeven in indexcijfers met als basis het gemid delde maandcijfer van de jaren 1948 tot en met 1951. Indexcijfers van de maandomzetten op lopende rekeningen 1952 1953 1954 1955 1956 1957 1958 1959 januari 182.2 204.1 206.8 265.8 308.2 393.2 431.5 534.8 februari 180.0 184.3 200.0 247.1 294.3 375.7 435.7 498.6 maart 162.2 180.0 200.0 240.0 284.4 327.8 398.9 445.3 april 155.2 181.3 213.5 251.0 303.1 327.1 369.8 454.2 mei 168.0 183.0 207.0 236.0 317.0 352.0 416.0 452.0 juni 144.4 163.5 185.7 228.6 273.0 323.8 354.0 426.4 juli 144.3 172.5 212.2 237.4 267.9 347.3 396.2 433.1 augustus 146.0 159.3 193.8 261.9 310.6 347.8 363.7 395.3 september 162.5 171.2 221.2 259.6 303.8 339.4 368.3 482.7 october 170.9 186.4 226.2 261.2 333.0 357.3 412.6 496.9 november 144.7 167.0 211.7 262.1 311.7 328.2 378.6 490.9 december 159.8 178.5 228.0 269.2 301.9 324.3 455.1 535.3 De N.V. Gemeenschappelijk Bankkantoor te 's-Gravenhage, in welke instelling de beide Centrale Banken van Utrecht en Eindhoven ieder voor de helft deelgenoot zijn, was wederom een belangrijke schakel in het girale geldverkeer. Voor de bedrijfsresultaten van deze instelling wordt verwezen naar het afzonderlijk bijge voegd jaarverslag.

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Coöperatieve Centrale Boerenleenbank | 1959 | | pagina 18