Algemene Procuratiehouders J. A. H. Faessen J. H. H. Lambert Mr J. L. A. M. Switzar W. J. Gast Drs A. Nijssen J. H. Claessen Bijzondere Procuratiehouders A. F. F. M. Kemmere P. VAN DER HEYDEN P. J. M. VAN POPPEL H. P. M. Ki.omp Hoofdinspectie Joh. Erkelens, Hoofdinspecteur Drs G. A. A. van der Linden, Hoofdinspecteur Centrale Inspectie B. A. A. v. d. Weyst, Inspecteur J. Elfering, Inspecteur G. J. Vroom, Inspecteur J. W. Smetsers, Adjunct-inspecteur A. H. Beenen, Adjunct-inspecteur P. J. Veldman, Adjunct-inspecteur H. Janssen op de Haar, Adjunct-inspecteur Inspectie Arnhem Dr H. A. A. Zijlmans, Directeur van het bijkantoor F. M. Joosten, Inspecteur Drs J. B. Beekman, Inspecteur A. J. A. Peeters Weem, Adjunct-inspecteur O. P. Genee, Adjunct-inspecteur Inspectie Breda Joh. Erkelens, wnd. Districts-inspecteur Drs J. C. J. Oosterwaal, Inspecteur P. H. A. Vercruysse, Adjunct-inspecteur Inspectie Eindhoven Joh. Erkelens, wnd. Districts-inspecteur P. B. B. Ideler, Inspecteur K. R. de Gref.f, Inspecteur H. N. van Vlerken, Adjunct-inspecteur Inspectie Haarlem K. F. A. Roncken, Districts-inspecteur H. L. Vroege, Inspecteur B. H. Mars, Inspecteur N. Th. Groenestein, Adjunct-inspecteur Inspectie Roermond P. J. Luchtman, Districts-inspecteur G. A. Engels, Inspecteur Drs A. J. Bierings, Inspecteur A. A. J. Arends, Adjunct-inspecteur Th. A. W. M. Muskens, Adjunct-inspecteur Bijkantoor Arnhem Dr H. A. A. Zijlmans, Directeur F. H. M. Brein, Bijz. Procuratiehouder F. M. Joosten, Bijz. Procuratiehouder Agentschap Roermond P. J. Luchtman, Agent H. G. Si iepen, Bijz. Procuratiehouder Intern Accountant L. J. FI. M. SONNENSCHEIN Aan de Raad van Toezicht van de Coöperatieve Centrale Boerenleenbank Eindhoven Mijne Heren, Hierbij bieden wij U aan het verslag over de gang van zaken bij de aangesloten boerenleenbanken en bij de Centrale Bank, over het boekjaar 1938, vergezeld van de balans van de Centrale Bank per 31 december 1938 en van de verlies- en winstreke ning over dat jaar. Een toelichting op de balans, vermeldende de maatstaven van waardering, wordt mede overgelegd, evenals de gebruikelijke begeleidende bescheiden. Bij de aanvang van het verslag mag niet onvermeld blijven, dat de Centrale Bank op 3 december j.l. 60 jaar bestond. In de Algemene Vergadering van 13 mei a.s. zal dit 60-jarig bestaansfeest op passende wijze herdacht wenden als uiting van dankbaarheid voor hetgeen in en door de Centrale Bank mocht worden tot stand gebracht. Ook willen wij dit jaarverslag niet beginnen zonder in herinnering te hebben gebracht het aftreden in de Algemene Vergadering van 8 mei 1938 van de heer A. N. Fleskens als voorzitter van het Bestuur van de Centrale Bank. De heer Eleskens werd in 1912 benoemd tot lid van de Raad van Toezicht en in 1913 tot lid van het Bestuur van de Centrale Bank, waarna hij in de vergadering van het Bestuur d.d. 16 september 1920 tot zijn voorzitter werd gekozen als opvolger van de heer Vincent van de Heuvel, de eerste voorzitter van het Bestuur van de Cen trale Bank, welke functie hij sedertdien onafgebroken heeft vervuld. Wij zijn de heer Fleskens grote dank verschuldigd voor de voortvarende leiding, die hij in al die dikwijls moeilijke jaren aan de zaken van de Centrale Bank heeft gegeven. Wij wensen hem toe, dat hij nog lange jaren getuige mag zijn van een verdere voorspoedige ontwikkeling van onze landbouwcredietorganisatieAls voorzitter van het Bestuur werd de heer Fleskens opgevolgd door de heer Air Edm. Delhougne. Flet geld- en credietverkeer bij de aangesloten boerenleenbanken en bij de Cen trale Bank werd in het verslagjaar begunstigd door toenemende spaarsaldi, welke toeneming aanhield ook toen in het midden van het jaar de rente voor dadelijk opvraagbare spaargelden werd verlaagd tot 3°/o- De in vorige jaren aan de crediet- en voorschotverlening der boerenleenbanken aan gelegde beperkingen konden in het verslagjaar praktisch geheel worden opgeheven. Een verruiming daarvan werd mogelijk gemaakt in de sector van de particuliere woningbouw. De debetrente-tarieven konden geleidelijk worden verlaagd. Ondanks de stijging van de crediet- en voorschotverlening der boerenleenbanken vergeleken met het vorig jaar gaven de tegoeden van de boerenleenbanken bij de Centrale Bank een aanzienlijke toeneming te zien. 5

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Coöperatieve Centrale Boerenleenbank | 1958 | | pagina 4