44 45 en in het Steunfonds Boerenleenbanken 50.000,d.i. 40.000,meer dan in andere jaren. Onder de post „Afschrijvingen gebouwen en inventaris' zijn tot een bedrag van ruim 160.000,begrepen de kosten van aanschaffing van zes nieuwe boekhoudmachines met speciale ponsinrichtingen. Deze nieuwe machines dienden ter vervanging van reeds sedert 1951 in gebruik zijnde boekhoudmachines. Aan de Bouwreserve is een bedrag van 500.000,toegevoegd. Overeenkomstig goed koopmansgebruik is wederom een voorzie ning getroffen voor bedrijfsrisico's en wel van 300.000,De voorziening van 50.000, voor bijzondere kosten wordt voorgesteld met het oog op de herdenking van het 60-jarig bestaan van de Centrale Bank. Voor de ten laste van het boekjaar verschuldigde belastingen is een bedrag van 1.484.756,92 uitgetrokken. Het nadelig saldo van voor- en nadelige koersverschillen, ontstaan bij mutaties in de beleggingsportefeuille van de Centrale Bank, met inbegrip van de daarop vallende kosten, zijn wederom geheel ten laste van de verlies- en winstrekening gebracht. Daarnaast werd 300.000,gestort in de Effectenreserve. Met inachtneming van de voorgestelde reserveringen sluit de verlies- en winstrekening 1958 met een winstsaldo van 593-860,65 468.694,67). Voor de verdeling van het winst saldo worden hierna de nodige voorstellen gedaan. De reserves van de Centrale Bank zullen na goedkeuring van de voorgelegde verlies- en winstrekening in de balans per ultimo 1958 in totaal een bedrag van 15,5 millioen belo pen tegenover 14,2 millioen per balansdatum 1957; de bijboeking op de reserves ingevolge de voorgestelde winstverdeling 1958 zal het totaal bedrag der reserves brengen op 16 millioen. Het totale eigen vermogen van de Centrale Bank, waaronder wordt begrepen het kapitaal, het aansprakelijkheidsfonds en de reserves tezamen, beloopt alsdan 46,4 millioen 44,6 millioen). Wij willen dit gedeelte van het jaarverslag niet besluiten zonder onze erkentelijkheid tot uitdrukking te hebben gebracht jegens de beheerders en kassiers der aangesloten boeren leenbanken, alsmede jegens het personeel van de Centrale Bank, voor de in het afgelopen boekjaar wederom ondervonden medewerking. Gaarne zeggen wij allen dank voor hun toe wijding aan de belangen van onze boerenleenbankorganisatie. Organisatie en werkzaamheden van de Centrale Bank Bestuur Zoals in de aanhef van dit jaarverslag reeds werd vermeld, trad de heer A. N. Fleskens, die in verband met zijn leeftijd niet meer herkiesbaar was, af als lid van het Bestuur. Bij acclamatie werd de heer Fleskens door de Algemene Vergadering benoemd tot ere-President van het Bestuur. Voorts werd in diezelfde vergadering Prof. Dr C. F. Scheffer tot lid van het bestuur benoemd. Thans is aan de beurt van aftreden de heer J. A. Bergmans. Tot aanvulling van deze vacature zal gelegenheid worden gegeven. In de eerste Bestuursvergadering, die na de Algemene Vergadering werd gehouden, werd Mr Edm. Delhougne tot voorzitter van het Bestuur benoemd. Raad van Toezicht De heer C. Moors, die in verband met zijn leeftijd niet meer herkiesbaar was, trad af als lid van de Raad van Toezicht. In de daardoor ontstane vacature werd door de Algemene Vergadering benoemd Mr Dr C. N. M. Kortmann. Voorts werden in diezelfde Algemene Vergadering herbenoemd de heren A. H. Lohuis, G. W. Kampschöer en A. T. Hettinga. In plaats van de Heer C. Moors werd tot Vice-President van de Raad van Toezicht gekozen de Heer Jos. Zegers. Gaarne zeggen wij de Heer Moors dank voor hetgeen hij in lange jaren als lid en Vice-President van de Raad van Toezicht tot de ontwikkeling van onze landbouwcrediet- organisatie heeft bijgedragen. Directie In de samenstelling van de Directie kwam in de loop van het verslagjaar geen wijziging. Bijkantoor en Agentschap De werkzaamheden van ons bijkantoor te Arnhem en van het agentschap te Roermond ontwikkelen zich bevredigend. Het dienstbetoon aan onze aldaar gevestigde relaties kon door beide kantoren worden geïntensiveerd. Districtsinspecties De districtsinspecties te Arnhem, Haarlem en Roermond hebben ook dit jaar veel kunnen bijdragen tot de ontwikkeling van de boerenleenbanken in hun district. De voorlichting en de adviezen, die de districtsinspecties op alle gebieden geven aan beheerders en kassiers, stimuleren de activiteiten der boerenleenbanken en dragen bij tot een beter begrip van de door de Centrale Bank getroffen maatregelen. Inspectie Over het algemeen genomen is het jaar 1958 voor de Inspectiedienst gunstig verlopen. Alhoewel ook in het afgelopen boekjaar de Inspectiedienst nogal wat werkzaamheden heeft moeten verrichten, welke niet direct tot haar arbeidsterrein kunnen worden gerekend, is de controle op de aangesloten banken verlopen volgens het opgezette plan. In 1958 werden 141 banken geïnspecteerd over het boekjaar 1956 en 467 over het boek jaar 1957. Per 31 december 1958 waren over het boekjaar 1957 nog te inspecteren 131 banken, welke in de eerste twee maanden van 1959 konden worden afgewerkt. Het voor de inspectiedienst opgezette werkplan loopt van 1 maart tot eind februari, daar de controle over het laatst afgesloten boekjaar in vele gevallen toch eerst in maart kan beginnen. Het benodigde aantal inspectiedagen lag in 1958 gemiddeld niet hoger dan in 1957 ondanks het nog steeds stijgende aantal boekingsposten bij de aangesloten boerenleenbanken. Deze gunstige gang van zaken vindt zijn oorzaak in het feit, dat een klein onderdeel van het contrölewerk kon worden overgeheveld naar de rechtskundige afdeling, te weten het intern controleren van de hypotheekdossiers. Daar bij de crediet- en voorschotverlening door de plaatselijke boerenleenbanken het stellen van hypothecaire zekerheid in belangrijke mate is toegenomen, wordt door deze controle het werk van de inspecteur ter plaatse in niet onbelangrijke mate verlicht. Naast de gewone inspecties, die vooraf zijn gegaan door een onaangekondigde kas-

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Coöperatieve Centrale Boerenleenbank | 1958 | | pagina 24