I
tingen van onderhandse leningen in obligaties nagenoeg onveranderd. De uitbreiding van
de post „Deelnemingen" met 1 millioen heeft betrekking op de verwerving van 31/2%
preferente aandelen B van de N.V. Maatschappij tot financiering van het Nationaal Herstel
(Herstelbank), op welke aandelen het dividend tot 31,/?% door de Staat gegarandeerd is,
terwijl dit dividend, na bezit van de aandelen gedurende een jaar niet aan Vennootschaps
belasting is onderworpen. De verwerving vond plaats op basis van een koers beneden pari.
De post bedrijfsdebiteuren onderging slechts een bescheiden stijging n.1. van 119,7
millioen per ultimo 1957 tot 126,9 millioen op het einde van het verslagjaar. Onder het
debiteurencijfer is mede begrepen het debetsaldo van de N.V. Gemeenschappelijk Bank
kantoor tot een bedrag van 4,6 millioen. Op het gebied van de investeringen en van de
voorraadvorming werd door de credietrelaties een zekere terughoudendheid aan de dag
gelegd.
De bedrijfsresultaten van de landbouwcoöperaties waren in het algemeen bevredigend.
De bijzondere gunstige resultaten van de centrale aan- en verkoopcoöperaties waren voor
een deel het gevolg van het opvallend gunstige marktprijsverloop voor de onderscheidene
produkten.
De kapitaalsbasis van de voor credietverlening in aanmerking komende landbouwcoö
peraties verdient nog steeds versterking. De interne financiering, die in de laatste jaren
ongetwijfeld een meer belangrijke rol vervult dan voorheen het geval was, blijkt evenwel
niet voldoende om in de toenemende investeringsbehoeften als gevolg van de vaak snelle
ontwikkeling van de techniek en van de expansie der bedrijfsactiviteiten te voorzien. Voor
de financiering hiervan moet dan ook als regel een beroep op de Centrale Bank worden
gedaan.
Wat de bedrijfsresultaten van de Centrale Bank betreft, mag worden geconstateerd,
dat het verslagjaar alleszins bevredigend is geweest. De geleidelijke verbetering van het
rendement van de beleggingen van de Centrale Bank en de krachtige toeneming van de
creditsaldi van de boerenleenbanken leverden betere bedrijfsresultaten op. Ondanks de ver
hoging van de gemiddelde rente over de tegoeden van de boerenleenbanken steeg de rente
winst van 4,9 millioen in 1957 tot ruim 6 millioen in het boekjaar 1958. Ook de provisie
baten gaven een toeneming te zien van 706.000,tot 764.000,
Tegenover de stijging van het totaal van rentewinst en provisiebaten stond zij het
in mindere mate een toeneming van de bedrijfskosten. De stijging van de bedrijfskosten
met 500.000,tot 2.733.000,houdt onder meer verband met een verdere uitbreiding
van de personeelsbezetting van de Centrale Bank alsook met de invoering van de Jeugd-
spaarregeling, waarvoor een bedrag van 150.000,als extra propagandakosten werden
besteed. Voorts zijn onder de bedrijfskosten begrepen de premiebedragen, die aan de
Boeren en Tuinders Levensverzekering N.V. zijn betaald voor de pensioenverzekering van
het personeel van de Centrale Bank. De voorzieningen inzake pensioenregelingen, die
afzonderlijk verantwoord zijn, hebben betrekking op de inkoopsommen, die terzake van
inkoop van pensioen voor verstreken dienstjaren in verband met salarisverhogingen ver
schuldigd waren.
Voorts zijn ten laste van de verlies- en winstrekening gebracht de gebruikelijke voorzie
ningen. Genoemd worden de stortingen in het Onderling Waarborgfonds 5.000,
42
UITZETTINGEN VAN DE COÖPERATIEVE CENTRALE BOERENLEENBANK
EN DE AANGESLOTEN BOERENLEENBANKEN IN O VERHEIDS- EN
PARTICULIERE SECTOR
(in millioenen guldens)
1958
800
700
1955
1952
83.3%
".7%
16.7% 82.3%
84.9% 12.3%
CCB BLB
Overheid
CCB BLB
Particulier
CCB BLB
Overheid
15,1% 87,7%
CCB BLB
Particulier
17.6% 88.7%
CCB BLB
Overheid
CCB BLB
Particulier
De rose kolommen geven aan de uitzettingen van de Coöperatieve Centrale Boerenleen
bank. In 1958 was 653 millioen (82(4°/'o) uitgezet in de overheidssector en 139 millioen
(17,6%) in de particuliere sector.
De rode kolommen geven aan de eigen uitzettingen van de aangesloten Boerenleenbanken.
In 1958 was 62 millioen (11,3%) in de overheidssector en 494 millioen (88,7%) in de par
ticuliere sector.
De groene kolommen geven de gezamenlijke uitzettingen van de Centrale Bank en de
aangesloten Boerenleenbanken aan. In 1958 was 716 millioen uitgezet in de overheidssector
en 634 millioen in de particuliere sector.
43