Tegoeden van de aangesloten boerenleenbanken bij de Centrale Bank
(in duizenden guldens)
Depositorekening
Depositobrieven
Spaarreserve-rekening
Rekening-courant
1957
1958
29.789
2.929
440
585.616
27.301
2.720
158
732.315
618.774
762.494
Bij de uitzetting der toevertrouwde gelden werd de voorkeur gegeven aan zoveel moge
lijk liquide belegging. Het verloop van de liquiditeiten blijkt uit de navolgende opstelling:
Uitbreiding effectenportefeuille 53.IOO.OOO,
Uitbreiding beleggingen op lange termijn 1.700.000,
Uitbreiding deelnemingen tt 1.000.000,
Toeneming debiteuren 7.200.000,
63.000.000,—
Positief saldo van de overige geldbeweging 153.400.000,
Toeneming der liquiditeiten 90.400.000,
Volgens de bedrijfseconomische liquiditeitsbeoordeling op basis van de richtlijnen van
De Nederlandsche Bank steeg het liquiditeitspercentage in de balans van de Centrale Bank
van 35,9% tot 43,6% per ultimo 1958. Bij deze berekening wordt geen rekening gehouden
met binnen het jaar vervallende aflossingen op leningen aan gemeenten, waarvan het
bedrag per ultimo van het verslagjaar beliep 68,3 millioen.
Het schatkistpapier, in bezit bij de Centrale Bank, dat te boek staat met een bedrag van
122,9 millioen, onderging een netto-uitbreiding met een bedrag van 34 millioen.
De nominale waarde van de effectenportefeuille, voorzover het betreft ter beurze geno
teerde fondsen, beliep per ultimo 1958 een bedrag van 222,9 millioen, terwijl de porte
feuille te boek stond voor 219,9 millioen; de waarde van de effectenportefeuille volgens
de laatste beursnotering in 1958 bedroeg 216,8 millioen.
De toeneming van de effectenportefeuille met 53,1 millioen heeft voor een bedrag van
28 millioen betrekking gehad op omzetting van een drietal onderhandse leningen in ter
beurze genoteerde obligaties ten laste van de betrokken geldneemsters. Een dergelijke om
zetting van onderhandse leningen in obligaties kan in het lopende jaar wederom worden
tegemoet gezien. Daarnaast werd op ruime schaal deelgenomen in obligatie-emissies ten
laste van het Rijk en van de Bank voor Nederlandsche Gemeenten. Ook werden laagren-
tende beleggingen afgestoten ter bevordering van een aanpassing van het rendement van
de effectenportefeuille aan het gestegen renteniveau.
De post leningen aan provinciën, gemeenten, etc. in de balans voorkomende onder het
hoofd „Beleggingen op lange termijn", bleef als gevolg van de hiervoor vermelde omzet-
40
ONTWIKKELING VAN DE POST „DEBITEUREN"
BIJ DE CENTRALE BANK
(in millioenen guldens)
bedrijfsdebifeuren
overige debiteuren