33 ten achter bleef, nam deze in de loop van het jaar toe en bereikte het peil van het vooraf gaande jaar. In 1958 was de vraag naar credieten en voorschotten van de zijde van landbouwcoöpe raties en -instellingen betrekkelijk gering. Het prijsverloop van de grondstoffen in de sector van de coöperatieve aankoop speelde hierbij een rol. De aflossingen op de voorschotten bedroegen 14,7% van het per 1 januari 1958 aan voorschotten uitstaande bedrag. Voor 1957 was dit 12,9%, doch in de daaraan voorafgaande jaren lag dit steeds op ongeveer 15%. De debetsaldi op lopende rekening vertoonden per het einde van het jaar geen toeneming in vergelijking met de cijfers van einde 1957. In de eerste maanden van het jaar werd even wel op de geopende credieten getrokken tot bedragen, die 12 a 15% hoger lagen dan in de overeenkomstige maanden van 1957. Zolang de lagere overheid voor het opnemen van voorschotten en het verlenen van garanties voor voorschotten bij de boerenleenbanken gebonden blijft aan de bepalingen van het rentegamma, hetgeen betekent, dat bij de boerenleenbanken dergelijke voorschotten slechts zouden kunnen worden opgenomen tegen voorwaarden, die voor de geldgever on gunstiger zouden zijn, dan die, welke b.v. door de N.V. Bank voor Nederlandsche Gemeen ten kunnen worden bedongen, kan de verlening van deze voorschotten voor de boerenleen banken niet in aanmerking komen. Zoals uit onderstaand overzicht der verstrekte garanties blijkt, werd de voorschotverlening onder Garantie van het Borgstellingsfonds voor de Landbouw voortgezet, en wel zowel wat het aantal posten als wat de bedragen betreft in nog sterkere mate dan in vooraf gaande jaren. De aflossingsverplichtingen op deze voorschotten werden op bevredigende wijze nage komen. In een beperkt aantal gevallen werd in overleg met het Bestuur van het Borgstel lingsfonds voor de Landbouw uitstel van betaling voor de aflossing verleend. Stichting Borgstellingsfonds voor de Landbouw Verstrekte garanties (in duizenden guldens) per 31 december 1956 per 31 december 1957 per 31 december 1958 Aantal Verstrekte Aantal Verstrekte Aantal Verstrekte posten garanties posten garanties posten garanties Akker- en weidebouw Tuinbouw Diversen 2.550 2.988 60 14.121 20.297 909 3.083 3.630 77 18.791 24.036 2.699 3.872 4.430 80 26.251 31.183 2.810 Totaal 5.598 35.327 6.790 45.526 8.382 60.244 waarvan verstrekt door: C.C.R.B.-Utrecht C.C.B.-Eindhoven Andere financiële instellingen 2.413 3.057 128 14.972 17.582 2.773 2.905 3.720 165 18.486 23.285 3.755 3.641 4.573 168 25.463 30.884 3.897 Totaal 5.598 35.327 6.790 45.526 8.382 60.244 C.C.B.-Eindhoven Akker- en weidebouw Tuinbouw Agrarische Industrie 1.571 1.435 51 7.937 9.351 294 1.913 1.753 54 10.864 11.120 1.301 2.399 2.120 54 14.953 14.630 1.301 Totaal 3.057 17.582 3.720 23.285 4.573 30.884 32 DEBETSALDI OP LOPENDE REKENINGEN BIJ DE AANGESLOTEN BOERENLEENBANKEN (in millioenen guldens) 1958 1958 1957 1957 1956

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Coöperatieve Centrale Boerenleenbank | 1958 | | pagina 18