E E
325 325
JAAROMZET
5000
4000
2000
MAANDOMZETTEN OP LOPENDE REKENINGEN (debet en credit)
BIJ DE AANGESLOTEN BOERENLEENBANKEN
(in millioenen guldens)
550 550
525 525
500 500
275 yV ff A 275
V7 ff 1954
250 250
125 JAAROMZET 125
100 5000 5000 100
75 4000 4000 75
50 3000 3000 50
25 2000 2000 25
0 1000 1000 0
0 0
'52 '53 '54 '55 '56 '57 '58
De crediet- en voorschotverlening
Kon in het jaarverslag over 1957 worden vermeld, dat de activiteit van de boerenleen
banken op het stuk der crediet- en voorschotverlening op een hoog peil lag, het jaar 1958
heeft een verder voortgaande ontwikkeling vertoond. Het totaal van de nieuw verleende
voorschotten was in 1957 ten opzichte van het zeer hoge peil van 1956 gedaald door de
interne maatregelen ter beheersing van de uitzettingen der boerenleenbanken in verband met
de desbetreffende wensen van De Nederlandsche Bank en de algemene kapitaalschaarste en
eveneens als gevolg van de hogere rentestand. In 1958 steeg het totaal van de nieuw verleen
de voorschotten echter weer tot 113 millioen tegenover 92 millioen in 1957. Hiermede
werd het bedrag van 1956, dat 110 millioen beliep, dus nog overtroffen.
Nieuwe voorschotten
(in duizenden guldens)
Aflossingen
1956
1957
1958
1956
1957
1958
januari
5.366
6.576
8.881
2.765
2.797
3.814
februari
4.848
7.261
7.319
1.769
2.307
2.473
maart
7.302
8.118
7.921
2.383
2.213
3.068
april
6.397
8.404
8.900
1.848
2.087
3.544
mei
8.137
8.646
8.581
2.128
2.714
3.307
juni
8.750
8.050
9.188
2.974
3.004
4.852
juli
10.361
9.206
9-123
2.267
3.063
3.680
augustus
9.267
7.111
8.704
2.335
2.883
3.497
september
10.388
6.372
9.371
4.282
2.411
3.298
oktober
14.130
7.321
12.079
2.346
2.644
3.737
november
13.240
6.999
10.280
2.090
2.426
3.597
december
12.140
8.164
12.679
8.308
10.241
13.136
Jaartotaal
110.326
92.228
113.026
35.495
38.790
52.003
Het bleek mogelijk om de richtlijnen terzake van de goedkeuring van credieten en voor
schotten in de loop van het jaar geleidelijk te verruimen; de minimum-aflossing werd van
5% per jaar teruggebracht tot 3Vs% per jaar, als gevolg waarvan in toenemende mate
hypothecaire voorschotten ter financiering van overneming van landbouwbedrijven of van
investeringen in de landbouw met min of meer lange afschrijvingsduur bij de boerenleen
banken werden opgenomen. Daarnaast zijn het vooral ook de hypothecaire voorschotten
buiten de landbouw, die bij wijze van belegging worden verstrekt, die tot het hoge bedrag
aan verstrekte voorschotten hebben bijgedragen. De financiering van de particuliere woning
bouw speelt hierbij een niet-onbelangrijke rol; over de voorwaarden, waaronder met toe
passing van het Besluit en de Beschikking Bevordering Eigen Woningbezit met garantie
van de gemeente, hypotheekverlening door de boerenleenbanken mogelijk zou zijn, werd in
de loop van 1958 met de desbetreffende overheidsinstanties overeenstemming bereikt. Tegen
het einde van het jaar bleek, dat in toenemende mate hiervan gebruik wordt gemaakt.
Terwijl de verlening van bedrijfsvoorschotten en van credieten in lopende rekening aan
de leden aanvankelijk bij de verlening daarvan in de overeenkomstige maanden van 1957
31