De creditsaldi in lopende rekening stegen van f 122 tot 129 millioen. In totaal namen de aan aangesloten boerenleenbanken toevertrouwde gelden toe van f 978 millioen tol 1096 millioen d.i. met i2°/o (8%). De debetsaldi op de door aangesloten boerenleenbanken verleende credieten en voorschotten gaven in het verslagjaar een stijging te zien met f 69 millioen tot f 441 millioen, d.i. met 19(34%)- Het totaal bedrag der door boerenleenbanken nieuw verstrekte voorschotten beliep in het verslagjaar f 92 (f 110) millioen. Na een daling in het voorafgaande jaar met f 26 millioen vertoonden de tegoeden van de boerenleenbanken bij de Centrale Bank wederom een stijging van f 382 tot f619 millioen, met inbegrip van bijgeschreven rente. Deze stijging komt overwe gend tot uitdrukking in de toeneming van de liquiditeiten van de Centrale Bank. De debetsaldi van bedrijfsdebiteuren bij de Centrale Bank stegen van f 112 tot f 120 millioen. Ook in het verslagjaar werd door de Centrale Bank de politiek bestendigd tot aanpassing van het rendement van het effectenfonds aan de gestegen rentevoet. Zulks geschiedde door aankoop van hoogrentende obligaties uit door verkoop van laag- rentende obligaties vrij gekomen middelen. Deze verkopen werden gedeeltelijk in het begin van het verslagjaar geëffectueerd door verkoop van een gedeelte der obli gaties, waarin enige onderhandse leningen waren omgezet. O.m. werd met de op brengst van deze verkopen ingeschreven op de 6% Nationale Woningbouwlening. Bij deze transacties iverd een verlies genomen tot een bedrag van f 769.000,dat ge heel ten laste van de Verlies- en Winstrekening werd afgeschreven. Dit in aanmer king nemende kunnen de bedrijfsresultaten van het jaar 193J tot tevredenheid stemmen. Na volledige afschrijving van voorzieningen terzake van gebouwen en inrichting tot een bedrag van f 301.000,storting van f 400.000,in de bouwreserve, reser vering van f 230.000,voor bedrijfsrisico's en reservering van f 990.000,voor belastingen, resulteert een netto winst saldo van f 468.693,(f 293.j 13, Als meest belangrijke factor in de bedrijvigheid bij onze boerenleenbankorganisatie komt ongetwijfeld naar voren de aanzienlijke spaarvorming, die sterk afsteekt te genover de ontsparing bij sommige andere spaarbankinstellingen. Ter verklaring daarvan kan behalve op de reeds vermelde renteverhoging en de gevoerde spaarcam- pagnes worden gewezen op de ontwikkeling ten plattelande en in de peripherie van de provinciesteden, die meebracht, dat buiten de agrarische sector een passende en veelal ook aantrekkelijke werkgelegenheid kon worden geboden aan hen, ivier mede werking in land- en tuinbouw niet strikt nodig is. Zolang deze categorieën van nieu we niet agrarische werkers traditionele levensgewoonten handhaven, d.w.z. de mo derne consumptiegewoonten van de stedeling nog niet overnemen, ligt hierin een aanzienlijke bron van nieuwe besparingen. In deze ontwikkeling is voor een deel de verklaring gelegen van de spaarvorming in onze boerenleenbankorganisatie, die zo sterk de aandacht heeft getrokken. Daardoor wordt nog eens te meer onderstreept het grote belang van een ruime spreiding van de verdere industrialisatie in ons land, alsmede om deze ontwikkeling in de bestedingsbeperking niet alleen te ontzien, maar ook zo veel mogelijk met passende maatregelen te begunstigen. Via de spaarvorming, die hieruit kan voortvloeien, ontstaat een kettingreactie, die de welvaart in de desbetreffende gebieden zowel in de industriële als in de agrarische sector bevordert, waarbij wat de landbouw betreft in het bijzonder kan worden ge wezen op de stimulering tot een grotere arbeidsproductiviteit, die hiermede ge paard gaat. Ook de maatschappelijke uitrusting ten plattelande, die mede op haar beurt de ivelvaartsontwikkeling stimuleert, kan hierdoor worden bevorderd. Bij een blijvend gunstige ontwikkeling van de spaarvorming zien wij hierin voor onze boerenleen banken een taak, die wij reeds hebben voorbereid door bij de aanvang van het lo pende jaar ertoe over te gaan de mogelijkheden voor crediet- en voorschotverlening der boerenleenbanken wederom te verruimen. Met name is van belang, dat de loop tijd van de voorschotten werd verlengd tot 30 jaar, waarbij ook het beding werd aanvaard, dat gedurende de eerste vijf jaar van de looptijd der lening deze niet van de zijde van de geldgeefster kan worden opgezegd. Hierdoor kunnen de boerenleen bankvoorschotten ook worden ingeschakeld in de sector van de particuliere z.g. ge- premiëerde woningbouw 1

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Coöperatieve Centrale Boerenleenbank | 1957 | | pagina 5