46
gemeester van Roermond officieel geopend. Ook de districts-inspectie voor de provincie Lim
burg heeft in dit gebouw huisvesting gevonden.
De werkzaamheden van ons bijkantoor te Arnhem ontwikkelen zich bevredigend: het is in
toenemende mate in de gelegenheid dienst te betonen aan onze aldaar gevestigde relaties.
De districts-inspecties te Arnhem en Haarlem hebben, evenals de districtsinspectie te Roer
mond ook dit jaar wederom zeer veel kunnen bijdragen tot de ontwikkeling der boerenleen
banken in hun district. In toenemende mate wordt gebruik gemaakt van de voorlichting, welke
deze districtsinspecties op allerlei gebied aan beheerders en kassiers der boerenleenbanken
geven. Het contact met de boerenleenbanken kon hierdoor ten zeerste worden bevorderd.
Inspectie
Ondanks de gestadige groei van de aangesloten banken in alle sectoren van hun werkings
sfeer bleef het aantal mandagen, dat de controle vereiste, ongeveer gelijk aan het aantal
mandagen, dat hiervoor nodig was in 1956.
Elke inspectie, welke wordt voorafgegaan door een niet aangekondigde kascontrole, omvat
niet alleen de controle op de administratie, doch ook de controle op het gevoerde beheer, op de
voorschot- en credietverlening en op de rentabiliteit.
Waar nodig wordt advies gegeven omtrent de inrichting van de administratie en wordt hulp
verleend bij de invoering van een mechanische administratie, waartoe in het afgelopen boek
jaar wederom enkele boerenleenbanken zijn overgegaan.
Teneinde een juist inzicht te krijgen in het verloop van seizoencredieten, zoals deze bij een
aantal aangesloten banken worden verstrekt, werden deze banken aan een extra controle on
derworpen, waarbij de stand der rekeningen aan het begin van het seizoen werden vergele
ken met die aan het einde daarvan.
Van elke controle wordt een rapport uitgebracht, dat wordt toegezonden aan de voorzitters
van het Bestuur en van de Raad van Toezicht der betrokken boerenleenbanken. Aan de Voor
zitter van het Bestuur wordt verzocht binnen een maand te willen mededelen, welke voorzie
ningen zijn of zullen worden getroffen naar aanleiding van de gemaakte opmerkingen.
Naast het gewone controle-werk bij de aangesloten boerenleenbanken verleent de inspectie
dienst hulp aan de afdeling propaganda door het houden van spreekbeurten op algemene ver
gaderingen van boerenleenbanken en op bijeenkomsten belegd door de boerinnenorganisaties.
Ook werd hulp verleend bij ziekte of vacantie van kassiers.
In 1957 werden 131 banken gecontroleerd over het boekjaar 1955 en 453 over boek
jaar 1956. Bij 22 banken werd een buitengewone inspectie gehouden, waarbij alle door de des
betreffende bank in omloop gebrachte spaar-, deposito-, voorschot- en lopende rekeningboek
jes aan de hand van de administratie werden gecontroleerd.
Van veel belang voor de boerenleenbanken was weder de voorlichting, die gegeven werd in
het bijzonder door de districts-inspecteurs bij het ontwerpen en uitvoeren van plannen voor
eigen kantoorgebouwen der boerenleenbanken. In 1957 werden 52 nieuwe gebouwen in ge
bruik gesteld.
Cursussen
Op de gebruikelijke wijze werden ook in het verslagjaar zowel de voorjaars- en de najaars
cursussen gehouden. De cursusplaatsen zijn over het gehele land verspreid. De voorjaarsbijeen
komsten werden op 18 plaatsen en de najaarsbijeenkomsten op 28 plaatsen gegeven.
De door de Directie gegeven voorjaarscursussen duren een halve dag. In 1957 werden op
deze voorjaarsbijeenkomsten behandeld het concept-jaarverslag van de Centrale Bank en het
rente-, crediet en voorschotbeleid.
De najaarscursussen duren een gehele dag; zij worden gegeven door de leden van de Di
rectie en door de Inspectiedienst. Op deze bijeenkomsten werd o.a. besproken de gang van
zaken bij de plaatselijke boerenleenbanken in het verslagjaar, het effect van de maatregelen
tot beheersing der crediet- en voorschotverlening, het rente-beleid in verband met de situatie
op de geld- en kapitaalmarkt en de rentepolitiek voor 1958.
Door beheerders en kassiers van de aangesloten boerenleenbanken wordt voor deze bijeen
komsten toenemende belangstelling aan de dag gelegd en wij zijn dan ook steeds meer over
tuigd van het grote nut, hetwelk deze cursussen afwerpen.
Propaganda
In het verslagjaar werd een intensieve propaganda gevoerd, die bevredigende resultaten
heeft afgeworpen, hetgeen resulteert in een toename der spaargelden, die sterk contrasteert met
die der overige spaarinstellingen. Het begrip „boerenleenbank" als „spaarbank voor ieder
een", blijkt hierdoor meer en meer ingang gevonden te hebben. Ook aan de versterking van
het meeleven door leden en relaties met de eigen boerenleenbank werd de nodige aandacht be
steed. Hierbij werden vele propagandamiddelen ingeschakeld.
Advertenties
In 1957 werden drie landelijke advertentiecampagnes in regionale en agrarische pers ge
voerd, terwijl daarnaast in december algemene bekendheid werd gegeven aan de opnieuw ver
hoogde rente van 3,25% voor dadelijk opvraagbare spaargelden. In tegenstelling tot voorgaan
de jaren zijn de kosten van deze advertentiecampagnes geheel ten laste van de Centrale
Bank genomen. In de agrarische pers werden, naast de propaganda voor het sparen bij de
boerenleenbank, ook de vele andere functies van de boerenleenbank belicht, waarbij vooral
de voordelen van het lopende rekeningverkeer onder de aandacht werden gebracht.
In boerinnenbladen, jaarverslagen, programma's en vele andere uitgaven werden eveneens
advertenties geplaatst met eenzelfde strekking.
Folders
In de loop van 1957 werd een drietal folders door de Centrale Bank ter beschikking ge
steld van de plaatselijke boerenleenbanken. Vooral de folders, waarin de nieuwe spaarrente
werd aangekondigd, konden in ruime mate en met aanzienlijk resultaat worden verspreid.
47