Tegoeden van r/
e aangesloten boerenleenbanken bij de Centrale Bank
(in duizenden guldens)
1956
'937
Deposito-rekening
26.727
29.789
Deposito-brieven
2.893
2.929
Spaarreserve-rekening
553
440
Rekening-courant
551.616
585.616
581.789
618.774
In het verslagjaar kon een belangrijke verbetering van de eigen vermogenspositie van de
Centrale Bank worden opgebouwd. Vooreerst werd de kapitaalsbasis verhoogd van
25.236.000,tot 30.048.000,als gevolg van de plaatsing van bewijzen van aandeel in
het kapitaal van de Centrale Bank bij aangesloten boerenleenbanken tot een bedrag van nomi
naal 1.604.000,met een daaraan verbonden suppletoire aansprakelijkheid van 3.208.000,
De boerenleenbanken werden n.1. in de gelegenheid gesteld reeds in het verslagjaar hun deel
neming in het kapitaal van de Centrale Bank uit te breiden tot ten hoogste het bedrag, dat
de statutaire voorschriften toelieten. De door de boerenleenbanken thans genomen bewijzen
van aandeel zullen in mindering komen van de verplichte deelneming in het aandelenkapitaal,
zoals die in de loop van 1960 ingevolge artikel 4 van de statuten der Centrale Bank aan de
orde zal worden gesteld.
Vervolgens was het mogelijk het Reservefonds van de Centrale Bank te doteren met een
extra bedrag van 752.000,naast de gebruikelijke bijboekingen van de na winstverdeling
voor het Reservefonds en de Gemeenschappelijke Reserve beschikbare bedragen, die in 1956
resp. 219.000,en 24.000,beliepen. Zoals uit de toelichting op de bala.nscijfers blijkt,
is de extra dotatie van het Reservefonds mogelijk geweest in verband met het vrijkomen van
een deel van de getroffen voorziening voor te betalen belastingen alsmede van de voorziening
in de door boerenleenbanken geleden kasgeldschade bij de bevrijding.
Mede als gevolg van de toevoeging aan de bouwreserve van een bedrag van 400.000,
steeg het totale eigen vermogen van de Centrale Bank van 37.998.000,tot 44.285.000,
de bijboeking op de reserves ingevolge de winstverdeling 1957 zal het totale eigen vermogen op
44.694.000,brengen. Deze versterking van de eigen vermogenspositie is alleszins op zijn
plaats gezien de steeds toenemende bedrijfsactiviteiten van de Centrale Bank.
Het herstel van de spaarvorming bij de boerenleenbanken had voor de Centrale Bank tot
gevolg, dat de liquiditeiten wederom konden toenemen, nadat in het vorig verslagjaar hierop
aanzienlijk was getrokken.
Het verloop van de liquiditeiten blijkt uit de navolgende opstelling:
Uitbreiding effectenfonds28.600.000,
Voortgezet beroep op credietfaciliteiten door debiteuren7.600.000,
Transporteren 36.200.000,
40
ONTWIKKELING VAN DE POST „DEBITEUREN"
BIJ DE CENTRALE BANK
(in millioenen guldens)
overige debiteuren
debiteuren in
1939 I rekening-courant
0 10 20 30 40
50 60 70 80 90 100 110 120