2-"2 Verdeling van de uitstaande voorschotten en credieten naar bestemming en in procenten per 31 december 1956 (in duizenden guldens) (in procenten) Hypotheek Borg Diversen Totaal 1955 1956 V oorschotten: Personen (boeren) Landbouwcoöp. en Verenigingen Personen (niet-boeren) Kerkbesturen e.d. Gemeenten en Waterschappen 148.471 10.819 58.673 4.199 31.805 ix.914 5.190 4-707 410 220 3iï 598 22.299 180.686 22.953 64.174 9.504 22.299 64,0% 8,7% 18,0% 3,9% 5-4% 60,3% 7,7% 21,4% 3,2% 7,4% Totaal voorschotten 222.162 53.616 23.838 299.616 100,0% 100,0% Debetsaldi op Lopende rekeningen: Personen (boeren) Landbouwcoöp. en Verenigingen Personen (niet-boeren) Kerkbesturen e.d. Gemeenten en Waterschappen 23-395 4.826 5.817 984 13.538 18.748 1-355 665 4 66 1 41 14 37-399 23-575 7.213 1.663 2.552 5i,7% 35,2% 7,4% 2,9% 2,8% 51,6% 32,6% 10,0% 2,3% 3,5% Totaal credieten 35.022 34.306 3-074 72.402 100,0% 100,0% De gemiddelde grootte van de uitleningen steeg slechts onbelangrijk en ligt bij de voor schotten aan natuurlijke personen tegen andere zekerheid dan hypotheek met 2.700,op een geringe hoogte. Ook de gemiddelde grootte van de hypothecaire voorschotten verstrekt aan natuurlijke personen bedraagt nog geen 7.000,Hieruit blijkt wel, dat de boerenleenbanken ten plattelande voor de bevrediging van de financieringsbehoeften van de kleine bedrijven een rol van betekenis vervullen. Aangezien de verlening van deze kleine leningen voor de meeste geldgevers weinig aantrekkelijk is, is het van groot algemeen belang, dat de boeren leenbanken deze financiering bijzonder tot haar taak blijven rekenen. Zij zullen dit slechts kunnen blijven doen, indien zij erin slagen de kosten zo beperkt mogelijk te houden en daar bij zo min mogelijk bezwaren ondervinden van fiscale bepalingen. Overzicht van de uitstaande voorschotten en credieten per 31 december 1955 en 1956 (in duizenden guldens) Hypotheek Borgtocht en diversen Aantal Bedrag Gemiddeld Aantal Bedrag Gemiddeld 1955 1956 1955 1956 1955 1956 1955 1956 1955 1956 1955 1956 V oorschotten: Personen (boeren en niet-boeren) Rechtspersonen 25.626 414 29.855 45i 156.445 13.235 207.144 15.018 6,1 32,0 6,9 33,3 12.197 1*134 13.968 1.192 27.908 27.197 37.716 39-738 2,3 24,0 2,7 33,3 26.040 30.306 169.680 222.162 6,5 7,3 I3-33I 15.160 55.105 77-454 4,i 5,i Debetsaldi op Lopende- rekeningen Personen (boeren en niet-boeren) Rechtspersonen 4.521 xi6 5-541 104 72.115 3-551 29.212 5.810 4,9 30,6 5,3 55,9 4-757 750 5.265 716 9-393 18.297 15.400 21.980 2,0 24,4 2,9 30,7 4-637 5-645 25.726 35.022 5,5 7,5 5-507 5.981 27.690 37-380 4,2 6,2 34 TOEVERTROUWDE MIDDELEN EN EIGEN UITZETTINGEN BIJ DE AANGESLOTEN BOERENLEENBANKEN (in millioenen guldens) eigen uitzettingen Hl toevertrouwde middelen

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Coöperatieve Centrale Boerenleenbank | 1956 | | pagina 19