34 35 Het lopende rekeningverkeer Het betalingsverkeer, dat wordt gevoerd over de bij de aangesloten boerenleenbanken door leden en relaties onderhouden lopende rekeningen, neemt steeds meer toe. De omzetten belie pen in het verslagjaar 3,05 milliard tegen 2,54 milliard in 1954. De toename bedroeg 20% tegen 18,7% in 1954. In het hierna volgend overzicht der indexcijfers van de maandomzetten op lopende reke ning demonstreert zich duidelijk de gunstige ontwikkeling van het girale geldverkeer bij de aan gesloten boerenleenbanken. Wederom is het omzetcijfer voor alle maanden gestegen. De hoog ste omzet werd, evenals in 1954, genoteerd in de maand Juli n.1. 311,1 millioen tegen 278,4 millioen in Juli 1954. De gemiddelde maandomzet bedroeg 254,3 (2",8) millioen. Indexcijfers van de maandomzetten op lopende rekeningen 1949 t/m 1955 ('48 100) 1949 1950 1951 1952 1953 1954 1955 Januari 128,2 188,0 230,9 296,9 332,5 338,3 433,7 Februari 141,0 198,3 262,8 321,8 327,7 355,3 441,2 Maart 145.7 201,2 255,1 286,8 318,5 354,2 423,8 April 132,4 IÖ4,7 197,6 230,2 269,0 318,4 373,3 Mei i43,9 178,8 216,2 270,6 293,9 333,6 374,8 Juni 113,1 144,0 165,4 188,3 213,1 243,0 298,1 Juli "5,i I4I,7 188,5 197,3 236,5 290,6 324,7 Augustus 125,6 152,8 205,2 215,3 235,4 286,7 387,3 September i40,5 171,7 196,9 248,9 26l,2 337,6 380,3 October 122,5 159,8 i97,7 247,7 270,0 328,1 378,0 November 133,8 172,2 235,6 231,3 267,3 338,2 4i9,4 December 148,2 169,6 216,9 254,9 286,4 365,5 430,5 De taak van de boerenleenbank als giro-instelling neemt blijkens de gereleveerde cijfers in betekenis toe. Dit is een teken, dat men de voordelen, die het gebruik maken van de dien sten van de boerenleenbank in het betalingsverkeer met zich brengen, steeds meer inziet. Dit geldt niet het minst voor Iandbouw-coöperaties en andere instellingen, die in het belang van hun leden en in hun eigen belang de uitbetalingen aan de leden via de boerenleenbank verrichten. Van de mogelijkheid der automatische overschrijving van regelmatig terugkerende betalingen wordt een toenemend gebruik gemaakt. Een belangrijke schakel in het girale geldverkeer is de N.V. Gemeenschappelijk Bankkan toor te s-Gravenhage, welke N.V. door de beide Centrale Banken te Utrecht en Eindhoven tot dit doel werd gesticht. De crediet- en voorschotverlening Het totaal bedrag der door de aangesloten boerenleenbanken verstrekte voorschotten be droeg in 1955 70,3 millioen tegenover 54,9 millioen in het jaar 1954. Het totaal bedrag dei aflossingen was in het verslagjaar eveneens hoger dan in het voorafgaande jaar; in 1955 be liep dit n.1. 27,4 millioen tegen 23 millioen in 1954. Per saldo steeg het bedrag der uitstaan de voorschotten met 42,9 millioen tot 224,8 millioen. Het totaal bedrag der debetsaldi op lopende rekeningen bij de aangesloten boerenleenbanken nam toe van 47 millioen tot 53,4 millioen. Het totaal van de uitzettingen in de votm van voorschotten en van debetsaldi op lopende re keningen vertoonde een stijging van 228,9 tot 278,2 millioen. DEBETSALDI OP LOPENDE REKENINGEN BIJ DE AANGESLOTEN BOERENLEENBANKEN (in millioenen guldens) 10 20 30 40 50 60 Wat de voorschotten betreft heeft er een duidelijke verschuiving plaats naar de voorschotten met lange looptijd. De ervaring heeft echter geleerd, dat de op lange termijn verstrekte voor schotten geruime tijd vóór het verstrijken van de looptijd worden afgelost, waarbij gebruik kan worden gemaakt van de bij de boerenleenbanken altijd openstaande mogelijkheid om zon der boete vervroegd of versterkt af te lossen. Niettemin zal de gesignaleerde verschuiving onze aandacht moeten hebben. Hierbij mag echter in aanmerking worden genomen, dat de voor schotten van de zijde van de boerenleenbanken in het algemeen opzegbaar zijn op een termijn van ten hoogste drie maanden. Het streven zal evenwel erop gericht dienen te blijven, dat hier van geen gebruik behoeft te worden gemaakt.

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Coöperatieve Centrale Boerenleenbank | 1955 | | pagina 18