29 Gang van zaken bij de boerenleenbanken De werking van de plaatselijke boerenleenbanken blijft steeds meer in omvang toenemen. Zulks demonstreert zich het duidelijkst in de stijgende omzetten. De omzetten op de spaar rekeningen bedroegen in 1955 ruim 14% meer dan in 1954, hoofdzakelijk door een vermeer dering van de inlagen, die in vergelijking met het vorig jaar stegen met 19%. De terugbeta lingen waren in 1955 71/z% hoger dan in 1954. De omzetten op lopende rekeningen stegen op nieuw en wel met 20%. Het cijfer der verstrekte voorschotten vertoonde eveneens een belang rijke toename en wel van 28%. De aflossingen op voorschotten namen toe met bijna 19%. Omzetten in 1934 en 1933 bij de aangesloten Boerenleenbanken (in duizenden guldens, exclusief rente) Spaarrekeningen t Lopende Rekeningen Voorschotten Ingelegd Terugbetaald Tegoedgeschreven Afgeschreven Afgelost Verstrekt 1954 1955 1954 1955 !954 1955 *954 1955 1954 1955 1954 1955 ie kw. 2e kw. 3e kw. 4e kw. 72.442 66.208 71.291 82.431 85-536 60.513 64.719 76.360 1 64.854 68.371 90.022 j 55-778 60.709 97-037 63.726 69.694 230.070 284.844 326.460 1 388.863 373-208 449.362 345-553 411-003 241.209 298.309 320.771 376.043 354-532 427-785 349-629 4I5-5I5 4-647 5.022 5-153 ft 259 4.S55 113-002 5.297 13.602 6.314' 13.954 10.961114.379 15.186 18.380 17.624 19.138 292.372 348.955 244.871 263.493 1.275.291 1.534.072 .266.141 ji.517.652 23.081 27-427 54 937 70.328 Indien wij de omzetten op lopende rekeningen vergelijken met die op de spaarrekeningen, zien wij dat deze vergelijking steeds meer ten gunste van de omzetten op lopende rekeningen uitvalt. Waren in 1954 de omzetten op lopende rekeningen 4,7 X 20 groot als die op de spaarrekenin gen, in 1955 waren deze 5 maal zo groot.Hierbij behoort in aanmerking te worden genomen, dat de stijging van de omzetten op de spaarrekeningen beduidend werd beïnvloed door de toename van het spaartegoed in 1955. Het aandeel van de lopende rekening-omzetten in de totale omzet beliep in 1955 83,3%. tegen 82,6% in 1954. Dit wijst erop, dat het eigenlijke be talingsverkeer zich vrijwel uitsluitend via de lopende rekening afspeelt. Ver gelijking van de omzetten op spaarrekeningen met de omzetten op lopende rekeningen in de jaren 1949 thn 1933 Jaar Omzet op spaarreke ningen (excl. bijge- schreven en uitbetaalde rente) (in duizenden guldens) Stijging in vergelijking met het vorige jaar (in pro centen) Omzet op lopende rekeningen (excl. rente, provisie en kosten) (in duizenden guldens) Stijging in vergelijking met het vorige jaar (in pro centen) i Totaal omzet j op spaarre keningen en lopende rekeningen (excl. rente, provisie en kosten) (in duizenden guldens) Omzet op lopende rekeningen uitgedrukt in procenten van de totale omzet Verhouding van de omzet op spaarre keningen tot de omzet op lopende rekeningen 1949 1950 1951 1952 1953 2954 1955 469.930 467.417 482.307 523-543 519.384 537-243 612.448 °>54 3,19 8,55 —0,79 3,44 14,00 1.045.387 1.329.129 1.667.158 1.922.980 2-I4I-474 2.541.432 3-05r-724 27A4 25>43 15,34 1:1,36 18,68 20,08 I.5I5-3I7 1.796.546 2.149.465 2.446.523 2.660.858 3.078.675 3.664.172 68,99 73,98 77,56 78,60 80,48 82,55 83,29 I 2,22 i 2,84 1 3,46 1 3,67 1 4,12 1 4,73 1 4,98 De Spaarbeweging Met uitzondering van de maanden Februari en April was het positieve spaarsaldo (d.i. het bedrag, waarmede de inlagen de terugbetalingen overtreffen) in alle maanden hoger dan in het jaar 1954. In Februari 1955 was het positieve spaarsaldo lager dan in Februari 1954. De maand April gaf als gebruikelijk een negatief spaarsaldo te zien. Het totaal bedrag van de inlagen bij de stichtingen spaarbank bedroeg 349 (292,4) millioen, dat der terugbetalingen 263,5 (244,9) millioen. Het spaartegoed steeg derhalve zonder de over het boekjaar 1955 bij geschreven rente met 85,5 (47,5) millioen. De bijgeschreven rente stellend op 16,8 mil lioen komt men op een stijging van het totale spaartegoed van 102,3 (Ó2>6) millioen. De spaartegoeden bij de stichtingen spaarbank van de aangesloten boerenleenbanken namen de bijgeschreven rente inbegrepen toe van 677,4 tot 779,7 millioen. Het aantal uitgegeven spaarboekjes vertoont eveneens een regelmatige toeneming. Per 31 December 1955 bedroeg dit aantal 477.506 tegen 442.791 per het einde van 1954. Het ge middelde tegoed per boekje steeg van 1.53°,— tot 1.633,—. Met betrekking tot de rente tarieven werd door ons voor het boekjaar 1955 aan de aangesloten boerenleenbanken het vol gende advies uitgebracht: Voor dadelijk opvraagbare spaargelden leden 2,50 .0 niet leden 2>4°% Voor deposito's met een opzegtermijn van een half jaar 2,64% Voor deposito's met een opzegtermijn van een jaar 2>75 X Reeds in het vorig jaarverslag maakten wij melding van het overleg, dat ten aanzien van de rentetarieven voor dadelijk opvraagbare spaargelden, met de Rijkspostspaarbank, de Neder landse Spaarbankbond en de Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Bank te Utrecht heeft plaats gevonden. Het resultaat van dit overleg was een dringend advies aan de aangesloten instel lingen, die voor dadelijk opvraagbare spaargelden een rente van meer dan 2,70% vergoedden, om het tarief tenminste tot dit peil te verlagen en een verzoek om concurrentie door middel van hogere rentetarieven te vermijden. Voor het verslagjaar behoefde een desbetreffende cir culaire slechts aan één aangesloten boerenleenbank te worden gericht. Wel hebben wij na am pele overweging enkele aangesloten boerenleenbanken, waaraan spaargelden als gevolg van ho gere rentetarieven bij naburige spaarinstellingen werden onttrokken, goedkeuring verleend tot verhoging van het percentage voor dadelijk opvraagbare spaargelden tot ten hoogste 2,70%. Wederom waren wij erop attent om inlagen van de oneigenlijke spaargelden op spaarreke ningen bij boerenleenbanken te weren. In de regeling van de rentevergoeding in het rekening courant-verkeer met de aangesloten boerenleenbanken werd door ons het voorbehoud gemaakt van de mogelijkheid ener rentereductie ten aanzien van tegoeden bij de C.C.B., voortvloeiende uit de aanvaarding door boerenleenbanken van gelden, die daarop niet thuishoren. De spaarbeweging bij de boerenleenbanken ondervond grote steun van de voorlichting, die daaromtrent werd gegeven en de propaganda, die daarvoor werd gevoerd. Over de middelen, die daartoe werden gebezigd, wordt meer uitvoerig gerapporteerd onder het hoofd „Voor lichting en Propaganda" op pagina 43. De administraties van de stichtingen spaarbank van de aangesloten boerenleenbanken waren op het einde van het verslagjaar vrijwel algemeen van vaste of losbladige grootboeken op meer practisch ingerichte kaartsystemen overgebracht.

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Coöperatieve Centrale Boerenleenbank | 1955 | | pagina 15