40 afdoende credietverzekering in uitzicht is gesteld, waarbij wij alleen voor wat betreft het zui ver insolventie- of debiteurenrisico met een percentage eigen risico participeren. In deze stellen wij ons voor te komen tot een samenwerking in het bijzonder met in het land van aankomst door de imigranten zelf in het leven geroepen „Credit-Unions", die in het Westelijk halfrond werkzaam zijn op basis van de beproefde beginselen van het Raiffeisenstelsel. De post debiteuren van de Centrale Bank gaf wederom een stijging te zien en wel van 66,2 tot 74,1 millioen. Deze post heeft voornamelijk betrekking op de bedrijfsfinancie- ring door de Centrale Bank van de centrale coöperatieve instellingen van de georganiseerde boeren- en tuindersstand. Het opgenomen rekening-courantcrediet steeg van 28,4 tot 37,4 millioen. Vooral de centrale coöperatieve aan- en verkoopverenigingen, die zich bezighouden met de oogstafzet en de bedrijfsmiddelen-voorziening van land- en tuinbouw, namen belang rijk hogere bedragen in rekening-courant op dan het vorig jaar het geval was. Zowel een stijging van de omzetten als van de prijzen in het bijzonder voor veevoedergrondstoffen en veevoeders, droegen daartoe bij. De investeringsfinancieringen (overige debiteuren) gaven eveneens een stijging te zien en wel van 31,2 tot 32,1 millioen. In het verslagjaar werd wederom voor een bedrag van 4,7 millioen langlopende credieten door landbouwcoöpera ties opgenomen, waartegenover stond een bedrag aan binnengekomen aflossingen op derge lijke leningen tot een bedrag van 3,8 millioen. Ook in het verslagjaar waren het wederom voornamelijk de fruit- en groentenveilingen en de coöperatieve zuivelbedrijven, die nieuwe le ningen voor investeringsfinanciering bij de Centrale Bank opnamen. Nog altijd wordt het landbouwcoöperatiewezen niet alleen in absolute bedragen, maar ook relatief ten opzichte van het balanstotaal, in ruimere mate met bankcrediet gefinancierd dan voor de oorlog het geval was. Nochtans valt er een verbetering te constateren met name in de sectoren van de aan- en verkoopverenigingen en van het zuivelwezen. Vooral in het coöperatieve zuivelwezen kon de interne financiering worden versterkt door tegoedschrij- ving van een deel van de nabetalingsgelden op ledenrekening. Indien een dergelijke financie- ringspolitiek gepaard gaat met een ruime aansprakelijkheid van de leden kan op deze wijze in de eigen financiering van het landbouwcoöperatiewezen op passende wijze worden voorzien. In het verslagjaar kwam de Centrale Bank tot het volle profijt van de in vorige jaren ge nomen maatregelen tot versterking naar kwaliteit en kwantiteit van het effectenfonds. Hier door werden ook de rentebaten gunstig beïnvloed. Terwijl de rentevergoeding over de rekening courant van de boerenleenbanken op een gelijke rentevoet werd gehandhaafd, steeg het verschil tussen verdiende en betaalde rente van 2,3 millioen in 1953 tot 3,7 millioen in 1954. Daarin is evenwel een bijzondere bate begrepen als disconto-winst verkregen bij de verwerving van schatkistcertificaten, waarvoor schatkistbiljetten in betaling werden gegeven. Ook de pro- visie-baten stegen niet onaanzienlijk en wel van 349.000,tot 497.720,Vooral de toe neming van de omzetten in het buitenlands betalingsverkeer voor rekening van cliënten van boerenleenbanken en van de eigen relaties van de Centrale Bank droeg daartoe bij. Tegenover de gestegen opbrengsten stond ook een toeneming van de kosten, evenwel geens zins in dezelfde mate. De kosten stegen van 1,47 tot 1,62 millioen, d.i. een stijging met 'V r,v -■■■■ I, Ontwikkeling van de post „Debiteuren" van de Centrale Bank (in millioenen guldens) overige debiteuren debiteuren in rekening-courant 1939

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Coöperatieve Centrale Boerenleenbank | 1954 | | pagina 21