38 39 Volgens de sociaal-economische liquiditeitsregeling zou aan liquiditeiten in deze meer beperkte zin aanwezig hebben moeten zijn een bedrag van iii millioen (10% tegenover de spaargelden en 30% tegenover de lopende-rekeninggelden van boerenleenbanken en Centrale Bank samen) De veranderingen, die zich in de samenstelling van de uitzettingen op korte termijn vol trokken, waren als volgt: Het schatkistpapier nam toe van 67 tot 76,2 millioen, waaron der mede begrepen zijn de z.g. schatkistcertificaten, die in de loop van het verslagjaar werden verworven tegen in betaling geving van schatkistbiljetten. De disconto-winst, die hierbij werd ge maakt, is onder de renteopbrengsten verantwoord. De rekening bij 's Rijks schatkist steeg van 68,8 tot 73,9 millioen. De op deze rekening gestorte gelden kunnen telkens per de eerste van de maand desgewenst worden opgevraagd. De rentevergoeding over deze rekening, die in het verslagjaar werd gehandhaafd op 21/2% voor gelden, die tenminste een jaar op deze reke ning hebben uitgestaan, en 2% voor gelden, die korter dan een jaar hebben uitgestaan, werd in het lopende boekjaar met 1%% verlaagd. De uitzettingen bij Provinciën, Gemeenten enz. met looptijd korter dan een jaar daalden van 14,4 tot 9,8 millioen. In de portefeuille kapitaalmarkt-uitzettingen van de Centrale Bank gaf de post „Effecten" wederom de belangrijkste wijziging te zien. Op basis van de boekwaarde der stukken steeg deze post van 98,2 tot 126,3 millioen. Het proces van afstoting van overheidsobligaties, die in de geldsaneringsperiode min of meer gedwongen werden verworven, werd afgesloten. Het coupon-rendement van de in de effecten-portefeuille opgenomen stukken ligt thans voor alle posten op tenminste 31/2%. Voor vele posten is dit evenwel beduidend hoger. De beurswaar de van de ter beurze genoteerde fondsen beliep per ultimo 1954 134,4 millioen, d.i. 8,1 millioen hoger dan de boekwaarde. Het rendement van de effectenportefeuille kon worden verbeterd door z.g. aankopen op termijn, die in de loop van de voorafgaande jaren werden gedaan. Op het einde van het verslagjaar hadden wij nog voor een bedrag van 7,8 millioen nominaal aan overheidsfondsen te ontvangen. Tegenover de stijging van de effectenporte feuille gaf de belegging in onderhandse leningen aan de gemeenten en andere publiekrechte lijke lichamen een daling te zien en wel van 213 tot 196 millioen. De beleggingsmogelijk heden werden in de loop van het verslagjaar steeds kleiner. Wij zetten de politiek voort om reeds vooruit beleggingen te reserveren. Op het einde van het verslagjaar hadden wij nog een be drag van 43 millioen aan vooraf overeengekomen uitzettingen te plaatsen, waarvan, naar wij verwachten, wederom een aanzienlijk deel in ter beurze genoteerde stukken zal worden om gezet, zoals ook in het verslagjaar werd gedaan. In de loop van het verslagjaar waren wij herhaaldelijk met Regeringsvertegenwoordigers in besprekingen gewikkeld over de mogelijkheid van een participatie onzerzijds in een crediet- regeling voor geëmigreerde landbouwers, die in hun nieuw vaderland tot vestiging van een eigen bedrijf wensen te komen. Wij gaven te kennen, dat wij, onder voorbehoud van vrijheid tot handelen van geval tot geval, tegen een bescheiden deelneming in het aan een dergelijke credietregeling verbonden insolventie- of debiteurenrisico niet onwelwillend zouden staan, mits het transfer- en valuta-risico volledig gedekt zou kunnen worden. Het ziet ernaar uit, dat wij thans in een concreet geval spoedig tot een dergelijke credietregeling zullen komen het gaat daarbij om een bedrag van xoo.ooo Can. dollars nu ons van Regeringswege een Ontwikkelingsbeeld van de activa van de Centrale Bank (in millioenen guldens) andere belegging: uitzettingen elfectenfond: liquiditeitei debiteuren overige activa

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Coöperatieve Centrale Boerenleenbank | 1954 | | pagina 20