24
25
De spaarbeweging
De ontwikkeling, die in 1952 inzette, van toenemende surplussen van inlagen boven terug
betalingen bij de stichtingen spaarbank der aangesloten boerenleenbanken, kon ook in 1954
worden gehandhaafd. Het totaal van de inlagen op spaarrekening beliep 291,6 (274,6)
millioen tegenover een bedrag van 244,9 (244>7) millioen aan terugbetalingen. Het resultaat
was een netto besparing exclusief rente van per saldo 46,7 (29,8) millioen. Reke
ning houdende met de over 1953 bij te boeken rente, welke op 15 millioen kan worden ge
steld, komt men tot een toeneming van de spaartegoeden bij de boerenleenbanken met 61,7
(43) millioen. Het totaal der bij de stichtingen spaarbank van onze boerenleenbanken ingeleg
de spaargelden steeg met inbegrip van de tegoedgeschreven rente van 615,5 tot 677,3
millioen.
Het aantal der door de stichtingen spaarbank van onze boerenleenbanken uitgegeven spaar
boekjes nam toe van 416.819 tot 431.000. Het gemiddelde op een spaarboekje per ultimo van
het jaar uitstaande tegoed van 1.477,tot 1.537,De navolgende rentetarieven wer
den door ons voor de stichtingen spaarbank der aangesloten boerenleenbanken geadviseerd:
voor dadelijk opvraagbare spaargelden: leden 2,50%
niet-leden 2,40%
voor deposito's met een opzegtermijn van een half jaar 2,64%
voor deposito's met een opzegtermijn van een jaar 2,75c/0
Evenals in 1953 had ook tegen het einde van het verslagjaar overleg plaats met de Rijks
postspaarbank, de Nederlandsche Spaarbankbond en de Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Bank
te Utrecht over een gezamenlijk advies aan de aangesloten instellingen inzake de te voeren
rentetarieven. Overeengekomen werd, dat aan de aangesloten instellingen, die voor dadelijk
opvraagbare spaargelden een rente vergoeden van meer dan 2,70%, het dringend advies zou
worden gegeven om de spaarrente voorzover hoger dan 2,70%, tenminste tot dat peil te verlagen.
Tevens werd daarbij verzocht ongezonde concurrentie met andere spaarinstellingen door mid
del van hogere rentetarieven te vermijden. Slechts in één geval behoefde deze circulaire door
ons aan een aangesloten boerenleenbank te worden toegezonden. Omgekeerd ondervonden boe
renleenbanken in verschillende streken wel de invloed van hogere spaarrentetarieven bij an
dere spaarinstellingen. Hier en daar moest door ons in afwijking van het algemeen rente-ad-
vies worden geadviseerd om de spaarrente bij de stichting spaarbank van de desbetreffende
boerenleenbanken op te trekken tot het niveau van de spaarrente, die door concurrerende
spaarinstellingen werd gevoerd, evenwel tot ten hoogste 2,70%. Slechts zeer ongaarne zijn wij
hiertoe overgegaan en eerst nadat wij hadden kunnen constateren, dat als gevolg van concur
rentie met hogere spaarrentetarieven een overheveling van spaargelden naar naburige spaar
instellingen plaats vond.
Bij de bekendmaking op het einde van het verslagjaar van de rentetarieven bij de Centrale
Bank voor het rekening-courantverkeer met de aangesloten boerenleenbanken, werd door ons
opnieuw het voorbehoud gemaakt van de mogelijkheid ener rentereductie ten aanzien van
tegoeden bij de Centrale Bank voortvloeiende uit de aanvaarding door boerenleenbanken op
spaarrekening van gelden, die daarop niet thuis behoren. Ook ten aanzien van dergelijke tegoe
den, voortvloeiende uit deposito's door de boerenleenbanken tegen bijzondere, aan de situatie
op de geldmarkt aangepaste, voorwaarden door de boerenleenbanken in overleg met de Cen
trale Bank aangenomen, werd eenzelfde voorbehoud gemaakt.
Wat betreft de administratie bij de stichtingen spaarbank van de aangesloten boerenleen
banken werd in de loop van het verslagjaar meer en meer overgegaan tot invoering van een
kaartsysteem ter vervanging van de vaste grootboeken of losbladige grootboeken, die tevoren
in gebruik waren.
Het rekening-courantverkeer
Het rekening-courantverkeer bij de boerenleenbanken nam in het verslagjaar opnieuw in
omvang toe. De omzet op lopende rekening beliep in totaal 2,5 milliard tegen 2,1 mil-
liard in 1953.
De gestadige ontwikkeling van de omzet in lopende rekening blijkt uit het hierna opgeno
men overzicht, waarin de sinds 1948 genoteerde maandomzetten zijn weergegeven als indexcij
fers met de maandcijfers 1948 als basis (100). Voor alle maanden ligt het omzetcijfer hoger
dan het jaar tevoren. De gemiddelde maandomzet beliep in 1954 211,8 (178,4) millioen,
terwijl in de maand Juli de hoogste omzet werd geregistreerd met een bedrag van 278,4
(226,5) millioen.
De toeneming van het girale geldverkeer bij de aangesloten boerenleenbanken mag als een
gelukkig verschijnsel worden beschouwd, omdat het tot de taak van de boerenleenbank behoort
om niet alleen als spaarinstelling middels de stichting spaarbank en als voorschot- en cre-
dietbank doch ook als giroinstelling haar diensten in het betalingsverkeer aan leden en cliën
ten te verlenen. Het lopende rekening-verkeer is een van de beste middelen om de band tus
sen de boerenleenbank en haar leden te versterken. Bovendien biedt het aan de rekeninghou
ders zelf belangrijke voordelen van tijdwinst, geld- en moeitebesparing. Het verheugt ons
dan ook, dat steeds meer instellingen van de georganiseerde land- en tuinbouw ertoe over
gaan haar leden en zichzelf te gerieven door de opbrengst der producten op lopende rekening
bij de boerenleenbank tegoed te schrijven. Voor het doen van regelmatig terugkerende beta
lingen wordt meer en meer gebruik gemaakt van de machtiging tot automatische overschrij
ving. In het verslagjaar werd door ons nog bijzondere aandacht besteed aan een bevordering
van een doeltreffende berichtgeving door de boerenleenbanken aan haar cliënten van bin
nengekomen betalingen. De inschakeling van de N.V. Gemeenschappelijk Bankkantoor te
's-Gravenhage, welke bank wij tezamen met de Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Bank exploi
teren als schakel in het betalingsverkeer met centrale instellingen van land- en tuinbouw,
droeg eveneens bij tot de ontwikkeling van het girale betalingsverkeer bij onze boerenleen
banken.