R°gge
8
9
ders goeddeels afhankelijk is van de uitvoermogelijkheden. De met de uitvoer samenhangende vraag
stukken zullen evenwel slechts in een geest van solidariteit tussen de betrokken landen kunnen
worden opgelost, waarbij men zal moeten geven en nemen tegelijkertijd. Wie wil uitvoeren zal ook
moeten invoeren. Een politiek van uitvoer alleen b.v. van industrie-producten en grondstoffen en
tegelijkertijd een wering van invoer van agrarische producten is onmogelijk of leidt tot een autarkisch
streven in de betrokken landen met alle funeste gevolgen, die ons zo goed uit de tijd van voor de
tweede wereldoorlog heugen.
De resultaten van de akkerbouw waren over het geheel genomen minder gunstig dan die over
1952. De weersomstandigheden waren voor de akkerbouw matig tot redelijk goed; de aardappel- en
suikerbietencampagne hadden een vlot verloop. De ontwikkeling van de akkerbouwproductie gedu
rende 1953 blijkt uit het volgende staatje:
Gemiddelde opbrengst per ha Akkerbouwproducten
('93°1939 I°°J
Tarwe
Gerst
Haver
Consumptie-aardappelen
Fabrieksaardappelen
Suikerbieten
Hierbij moet bedacht worden, dat de gemiddelde opbrengst van verschillende gewassen ongun
stig beïnvloed werd door lage opbrengsten in het door de ramp getroffen gebied. Dit geldt speciaal
ten aanzien van de gerst en suikerbieten: bij een gemiddelde opbrengst van nog geen 1700 kg. gerst
per ha. in het overstroomde gebied stond een opbrengst van ruim 3400 in de rest van Nederland;
voor suikerbieten waren de overeenkomstige cijfers 24.500 kg. en 44.700 kg.
De tarweprijs bleef beheerst en werd voor oogst 1954 weer vastgesteld op 26,— per 100 kg. De
zgn. koppelmgsregeling (hoe meer tarwe verbouwd werd des te minder gerst en haver behoefde
tegen vastgestelde prijzen te worden afgeleverd) werd afgeschaft. Dit hield verband met de daling
van de prijzen van voergranen. In de loop van het verslagjaar daalden de prijzen van voergraan; de
invoer daarvan werd door de overheid in Augustus beëindigd. Zelfs werd door de georganiseerde
landbouw bij de Regering alweer aangedrongen op het toepassen van (monopolie) heffingen op im-
portvoer. De overheid gaf aan dit verzoek gevolg en hanteerde monopolieheffingen met betrekking
tot gerst, haver en rogge. Op een voorstel van landbouwzijde tot uitkering van een roggetoeslag
ging de Regering niet in. In verband met de watersnood werd voor oogst 1953 geen suikerprijs
vastgesteld, op basis waarvan de suikerfabrieken de uitbetalingsprijzen voor de suikerbieten-telers
zouden hebben kunnen vaststellen. Voor deze oogst werd een suikerbieten-prijs vastgesteld en wel van
43,50 per ton (bij een suikergehalte van i61/2%), welke prijs bevredigend genoemd mocht worden.
De prijzen van (consumptie-, fabrieks- en poot) aardappelen en van vlas waren gunstig. De stroprij-
zen waren hoog.
Oogst
Oogst
1952
1953
128
123
116
108
IIO
87
126
123
138
126
96
85
IX5
"4
De financiële resultaten van de rundveehouderij waren minder dan het jaar tevoren. Wel steeg
de hoeveelheid in de fabrieken aangevoerde melk van 4700 tot 4850 millioen kg.; ook de melk
productie per koe nam mede tengevolge van het goede weer toe (1953: 3880 kg. tegenover 3775 g.
in 1952) terwijl het gemiddelde vetgehalte van de melk steeg van 3,64 tot 3,67%.
De gemiddelde uitbetalingsprijs van melk daalde beduidend en lag in het melkjaar November
1052—November 1953 maar een weinig boven de garantieprijs van 20 ct. per kg melk met een vet
gehalte van 3,5%. In het bijzonder voor de zandgronden, waar 50% van de melk wordt gewonnen,
ontwikkelt zich in verband hiermede een dringend probleem, omdat de kostprijs van de melk aldaar
^'De if htr algerneen^minder^gunstige financiële uitkomsten waren het gevolg van slechtere
afzetmogelijkheden voor boter, kaas en melkproducten, speciaal m de zomer en m het begin van het
najaar Dit hield weer verband met de gunstige weersomstandigheden, waardoor de melkproductie
ons land maar ook in andere landen hoger was dan in x952. Bij het In- en Verkoopkantoor voo
Zuivelproducten werden grote hoeveelheden boter, kaas en magere melkpoeder ingeleverd. Op het
einde van het verslagjaar fag het er naar uit, dat de voorraden boter en kaas wel spoedig geruimd zou
den worden (verkoop naar landen achter het IJzeren Gordijn) in tegenstelling met de voorraad melk-
noeder De heffing welke de veehouders voor het Zuivelfonds moesten betalen, was rekening
Iroudend met terugbetalingen - betrekkelijk gering, omdat dit Fonds uit heffingen op consumptie^
melk een groter bedrag binnenkreeg dan het aan toeslagen op de consumptiemelk moest betalen
boter export naar België een flink bedrag opleverd en de verliezen op de I.V Z.voorraden^meevielen.
In de kiop^an April werd de vaste consumentenprijs voor consumptie-melk afgeschaft maar de
subsidie uit het Landbouw Egalisatie Fonds werd evenals de standaardisatie op 2,5% geian
Per Noveler I953 werd een minimum-garantieprijs ingevoerd van 20,60 per roo kg. me k met
een vetgehalte van 3,7% en voor consumptiemelk een verrekenpnjs van 22,60. Deze prijzen gg
ZcZtnteilï, nl. x5 onder de prijzen, welke door de georganiseerde landbouw waren
gevraagd.
Ontwikkeling van de export voor zuivelproducten
(in millioenen guldens)
1952 1953
768
257 233
Uitvoerwaarde van zuivel
Uitvoerwaarde van boter 198 -t97
Uitvoerwaarde van kaas22g
Uitvoerwaarde van gecondenseerde melk
Ontwikkeling van de zuivelproductie
(1950 1952 I0°)
Hoeveelheid melk van veehouders ontvangen
Totale boterproductie
Totale (fabrieks)kaasproductie
Productie van gecondenseerde melk
Productie van melkpoeder
I95I
1952
1953
100
98
104
100
88
100
102
107
120
93
118
"4
82
1x9
129