42 43 aanmerking komende tentoonstellingen in samenwerking met de desbetreffende boerenleenbanken met een stand deelgenomen. Teneinde de propaganda steeds beter te kunnen verzorgen werd per i Januari van het verslagjaar een propagandist aangesteld in de persoon van de Heer W. M. G. Hendrickx, die tot dien datum als hoofdonderwijzer en landbouwleraar werkzaam was. Belastingen. In het afgelopen jaar werden de aangiften vennootschapsbelasting over het boek jaar 1952 door onze Centrale Bank verzorgd. Volgens deze aangiften, welke behoudens een enkele uitzondering door de fiscus bij de aanslagregeling werden gevolgd, bedraagt het totaal van de door de aangesloten boerenleenbanken verschuldigde vennootschapsbelasting over dit boekjaar 330.000. Per ultimo 1953 hadden de boerenleenbanken gezamenlijk t/m boekjaar 1952 nog 120.000,te voldoen. Controle en Statistiek. In 1953 werd de achterstand in het telwerk practisch helemaal ingelopen. De in het jaarverslag over 1952 aangekondigde controle op de boekingen van voorschotten in het dagboek werd begin 1953 ingevoerd. De aansluiting tussen maandstaatposten en dagboekmutaties bleef imperfect. Eerst door invoering van het verwachte nieuwe maandstaatformulier zal deze aan sluiting volledig kunnen worden. Evenals in 1952 werden in het verslagjaar de Verlies- en Winst rekening en de Onkostenspecificaties van alle boerenleenbanken thans over 1951 machinaal getotaliseerd. De personeelsbezetting van de afdeling moest opnieuw worden uitgebreid. Bedrijfsorganisatie. De door de Centrale Bank op grond van artikel 5 van haar huishoudelijk reglement aan de aangesloten boerenleenbanken te verstrekken formulieren werden bij elke herdruk op hun bruikbaarheid getest en zo nodig aan de veranderde omstandigheden aangepast. Hoewel de papierprijzen een stijgende lijn vertoonden, konden de prijzen, die door de Centrale Bank voor formulieren werden berekend, over het algemeen gehandhaafd blijven. Wij merken met nadruk op, dat het ook wederom in het verslagjaar èn voor de betrokken boerenleenbanken èn voor de Centrale Bank in verschillende gevallen onaangenaamheden met zich mee heeft gebracht, dat boerenleenbanken zelf door de Centrale Bank voorgeschreven formulieren hebben laten drukken. Met het oog op de noodzakelijke uniformiteit bepaalt bovengenoemd artikel 5 van het huishoudelijk reglement der Centrale Bank, dat de aangesloten boerenleenbanken uitsluitend formulieren mogen gebruiken, die haar door de Centrale Bank tegen betaling worden verstrekt. Verscheidene boerenleenbanken verbeterden haar bedrijfsinrichting en -outillage na ingewonnen advies van de afdeling bedrijfsorganisatie van de Centrale Bank. De vervanging van verouderde brandkasten had nog steeds de volle aandacht. Een zestal boerenleenbanken gingen over tot de mechanisatie van de boekhouding. Dank zij de medewerking van de inspectie-dienst had de omschakeling een vlot verloop. Kas, effecten en deviezen. Wederom bleek de behoefte aan contant geld bij de aangesloten boe renleenbanken het laagst te zijn in Januari en het hoogst in October. De opnamen in contanten door boerenleenbanken beliepen 231 millioen (230) en de stortingen 91 millioen (78). Terwijl enerzijds de verkoop van uit geldsanering verkregen effecten en de aankoop van staats fondsen ter voldoening van de bijzondere heffingen grotendeels tot het verleden behoren, consta teerden wij anderzijds een stijging van effectenorders voor beleggingsdoeleinden en een voortgaande groei in de deponering van effecten voor open bewaargeving. De deviezenafdeling krijgt een steeds ruimer aandeel in het buitenlands betalmgsverkeer, m het bijzonder met betrekking tot de agrarische in- en uitvoer, en zag zo wederom haar jaaromzet aan zienlijk stijgen. Boekhouding. Zoals wij in ons vorig jaarverslag vermeldden, nam de stijging van het aantal transacties nog steeds toe. Deze stijging hield ook bij het begin van dit verslagjaar aan; dit heeft ons aanleiding gegeven over te gaan tot het gecombineerd boeken van de daarvoor in aanmerking komende transacties, waardoor in de loop van het verslagjaar een belangrijke vermindering van het aantal geboekte posten viel te constateren; dit had een niet geringe tijdsbesparing tengevolge. De regelmatige toezending van dagafschriften van de rekening aan boerenleenbanken en aan ove rige cliënten wordt meer en meer gewaardeerd, terwijl bovendien aan de boerenleenbanken maande lijks vóór de 15e der maand een contrólebiljet wordt toegezonden, aangevende de stand der reke ningen per ultimo der voorafgaande maand. Deze contrólebiljetten worden door de kassier aan de directeur en bestuursleden der boerenleenbank ter controle voorgelegd en na accoordbevindrng gete kend aan de Centrale Bank teruggezonden. De mechanisatie van de boekhouding der Centrale Bank is in dit verslagjaar ten volle ot haar recht gekomen Dank zij een doeltreffende voorbereiding waren wij in staat de jaarlijkse afsluiting der rekeningen van alle aangesloten boerenleenbanken en van overige clienten tussen 8 en 20 Januari 1954 te bewerkstelligen. Giro In 1953 werden door de afdeling giro ruim 93°-°°° opdrachten verwerkt met een totaal bedrag van 2.810.000.000,—. Hierdoor is het aantal uitgevoerde posten ten opzichte van 1952 met biina 60.000 gestegen. Alleen van de aangesloten boerenleenbanken werden 625.000 opdrachten met een totaal van 471 millioen ontvangen, terwijl dit aantal in 1952 bijna 600.000 met een totaal van 420 millioen bedroeg. Gedurende 1953 werd het z.g. bankgiro-formulier ingevoerd, waardoor voor een zeer vlugge en uiterst correcte wijze van uitvoering kon worden zorg gedragen. Rechtskundige afdeling: De voorschotverlening onder garantie van het Borgstellingsfonds voor de Landbouw breidde zich verder uit. Speciaal in de tuinbouwsector wordt gaarne een beroep op dit instituut gedaan. Daar echter het fonds met het verstrekken van zekerheid niet verder kan gaan /kn 50% van het te financieren bedrag werd voor de tuinbouwdistncten van Noord- en Zuid-Holland behoefte gevoeld aan de oprichting van speciaal Provinciale Waarborgfondsen, ten doel hebbende het verstrekken van zekerheid voor de tweede helft ten behoeve van die tuinders, welke met in staa zijn deze helft uit eigen middelen dan wel middels een op andere wijze gedekt voorschot te financie ren. Uiteraard hebben ook wij aan de voorbereiding van deze Provinciale Waarborgfondsen gaar ne onze volledige medewerking verleend. De invordering van kwade posten bleef ook dit jaar beperkt. Niet alleen wijst dit erop dat de financiële resultaten in de land- en tuinbouw niet onbevredigend waren, maar tevens blijkt erui dat de beheerders van onze plaatselijke boerenleenbanken over het algemeen terdege zijn doordrom gen van hun plicht om bij het verstrekken van voorschotten en credieten de nodige voorzich ighe fe betrachten Dat een boerenleenbank zich genoodzaakt zag het faillissement van een harer clienten te laten aanvragen, is dan ook de laatste jaren niet meer voorgekomen. Meer moeilijkheden veroor zaakte de terugvordering van teveel of ten onrechte uitbetaalde bedragen. In d.t verband is een waar schuwing om niet tot uitbetaling over te gaan aan personen, die zich niet behoorlijk als gemacht g van de rekeninghouder kunnen legitimeren zeker op zijn plaats.

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Coöperatieve Centrale Boerenleenbank | 1953 | | pagina 22