38
Organisatie en werkzaamheid van de Centrale Bank
39
Centrale Bank is alleen blijven bestaan voor de dekking van de aanspraken der reeds gepensionneer-
den. De daarvoor berekende wiskundige reserve is in dit pensioenfonds gebleven. Het restant is ge
stort als inkoopsom voor de nieuwe pensioenverzekering van het personeel van de Centrale Bank.
De afschrijving onroerende goederen ad 20.000.— heeft betrekking op voor de huisvesting van
het personeel van de Centrale Bank indertijd gebouwde woningen. Met de afschrijving gebouwen
ad 35.824,47 zijn de in het verslagjaar gemaakte kosten terzake van verbouwing aan de bij de Cen
trale Bank in gebruik zijnde panden geheel geleden. Daarnaast is wederom een bedrag van
75-°oo, uitgetrokken bij wijze van bouwreserve voor het geval met de tegenwoordige behuizing
van de Centrale Bank niet meer kan worden volstaan. Ook voor bedrijfsrisico's is wederom een
bedrag gereserveerd en wel van 250.000,— terwijl voor belastingen is uitgetrokken 175.000,
waaruit de over de winst van het boekjaar verschuldigde belastingen zullen kunnen worden voldaan.
Tenslotte is nog ten laste van de verlies- en winstrekening genomen een bedrag ad 542.719,— als
nadelig saldo koersverschil bij vervreemding en uitloting van effecten en andere beleggingen. Dit
hangt samen met de reeds vermelde beleggingspolitiek ingevolge welke genoteerde fondsen, die ho
ger dan de beurswaarde te boek staan, geleidelijk worden afgestoten.
Met inachtneming van de vermelde afschrijvingen en reserveringen resulteert een winstsaldo van
109.713,17 71.905,06), voor de verdeling waarvan hierna de nodige voorstellen worden gedaan.
De resultaten van het jaar 1953 overziende mogen wij constateren, dat deze wederom hebben bij
gedragen tot een versterking van de kracht van onze landbouwcredietorganisatie. Van ons allen,
ongeacht of wij werkzaam zijn bij de boerenleenbanken of bij de Centrale Bank, wordt een steeds
groter dienstbetoon gevraagd in het belang van de ontwikkeling van de vaderlandse land- en tuin
bouw, die met toenemende moeilijkheden op het gebied van afzet en prijzen te kampen heeft.
Een nauwe samenwerking tussen plaatselijke boerenleenbanken en Centrale Bank is hiervoor no-
dig. Voor de in het afgelopen jaar ondervonden medewerking zijn wij de beheerders en kassiers,
alsmede het personeel van de Centrale Bank, zeer erkentelijk. Gaarna zeggen wij allen dank voor
hun toewijding aan de belangen van onze boerenleenbankorganisatie.
Bestuur. In 1952 werden behalve de Bestuurscommissievergaderingen, 13 vergaderingen van het
Bestuur gehouden. In de Algemene Vergadering van 4 Mei 1953 werd het aftredend lid van ons
College, de Heer A. N. Fleskens, herbenoemd.Thans is aan de beurt van aftreden de Heer Th.
P. H. Rutten. Tot aanvulling van deze vacature zal gelegenheid worden gegeven. Mgr. Th. H. A. M.
van der Marck, Erelid van het Bestuur, is ons door de dood ontvallen. Pionier en oprichter van boe
renleenbanken en van de Centrale Bank, verdediger in woord en geschrift van het stelsel van Raif-
feisen is Mgr. van der Marck een van de grote figuren van het gehele landbouwcredietwezen in
ons land geweest. Zijn heengaan betekent voor de Centrale Bank een groot verlies. De nagedachte
nis aan zijn sympathieke en evenwichtige persoonlijkheid zal in dankbare herinnering blijven voort
leven.
Directie. In de samenstelling van de Directie kwam in de loop van het verslagjaar geen veran
dering.
Bijkantoor en Agentschap. De werkzaamheden van het Bijkantoor Arnhem breidden zich in het
verslagjaar aanmerkelijk uit. De in het rayon van het Bijkantoor gelegen boerenleenbanken maakten
steeds meer gebruik van de doeltreffende diensten, die dit kantoor wederom kon verlenen. Ook als
schakel in de bediening van de rekening-courant-relaties van de Centrale Bank nam de betekenis
van het Bijkantoor toe.
Het Agentschap te Roermond verleende aan de in Limburg gevestigde relaties van de Centrale
Bank wederom nuttige diensten.
Inspectie. De gestadige groei der aangesloten boerenleenbanken, gevolg van het nog steeds toe
nemende rekening-courant- en giro-verkeer en mede door de grotere omvang van de voorschot- en cre-
dietverlening, is oorzaak, dat de inspectie van een plaatselijke bank steeds meer tijd in beslag neemt.
Een uitbreiding van de inspectie-dienst staat in verband daarmede op het program.
Onder een inspectie wordt niet alleen verstaan een controle van de administratie, maar ook een
controle op het gevoerde beheer, de crediet- en voorschotverlening en de rentabiliteit der bank. Bij
de controle van de administratie der boerenleenbanken wordt voortgebouwd op de statutair voorge
schreven controle door de beheerders middels de geregelde kascontrole en de jaarlijkse boekjescon-
tróle. Voor een goede gang van zaken bij de boerenleenbanken zijn deze controle-middelen onmis
baar. Een verzuim daarin kan tot grote schade leiden, zoals in het verslagjaar nog in een enkel geval
bleek. Alleen bij een z.g. buitengewone inspectie vanwege de inspectiedienst van de Centrale Bank
worden alle door de boerenleenbank uitgegeven boekjes door de inspectiedienst zelf opgevraagd en
gecontroleerd.
Elke inspectie wordt voorafgegaan door een niet aangekondigde kascontrole, terwijl bovendien nog
op 60 banken een extra onverwachte kascontrole plaats vond.
Tijdens de jaarlijkse inspectie vindt een bespreking plaats tussen de beheerders en de inspecteur,
waarbij eventuele tekortkomingen in de algemene gang van zaken bij de plaatselijke bank worden be
sproken.
Het resultaat van elke controle wordt vastgelegd in een rapport en aan de Voorzitter van het
Bestuur en van de Raad van Toezicht toegezonden.
Over het algemeen mag met vreugde worden geconstateerd, dat zowel de kassiers als de beheer
ders hun taak met grote toewijding hebben vervuld.