30
31
Overzicht van de uitstaande credieten en voorschotten per 31 December 1932 en 1933
in duizenden guldens
Hypotheek en Hypotheek Borgtocht
1952 1953 1952 1953 1952 1953
aantal aantal bedrag bedrag gemidd. gemidd.
V oorschotten
Personen (boeren
en niet-boeren) 16.762 19.725 81.968 100.095 4.890 5.075
Rechtspersonen 237 267 8.892 9.645 37.519 36.124
Borgtocht en Diversen
1952
aantal
8.797
405
1953 1952
aantal bedrag
9-547
536
11 -493
9.784
1953 1952 1953
bedrag gemidd. gemidd.
13-939 1-306 1.460
12.118 24.158 22.608
16.999 19-992 90-860 109.740 5.345 5.489 9.202 10.083 21.277 26.057
2.584
Lopende-rekeningen
Personen (boeren
en niet-boeren) 3-297 3-843 J4-534 i7-°54 4-4°8 4-438 4-3o6 4-547 8.148 9-335 1.892 2.053
Rechtspersonen 73 75 1-957 2.525 26.808 33.667 730 725 13-347 11.876 18.284 16.381
3-37Q 3.918 15-491 19-579 4-894 4-997 5036 5.272 21.495 21.211 4.268 4.023
Uit dit overzicht in verband met de hiervoor medegedeelde cijfers over de verdeling van de uitzet
tingen tussen de agrarische en niet-agrarische sector blijkt weer opnieuw, dat het coöperatieve land-
bouwcrediet een vorm is van hoofdzakelijk agraiisch gericht sociaal credietwezen voor kleine zelf
standigen. Door geen ander financieel organisme zou ten plattelande deze credietverzorging met
een zo groot aantal verspreid liggende posten en met een gemiddeld bedrag, dat voor de hypothe
caire voorschotten aan natuurlijke personen niet hoger is dan 5.075 4.890) en voor de borg
tochtvoorschotten niet hoger dan 1.460 1.306) op rendabele wijze kunnen worden verzorgd. In
dien ten plattelande de functie van spaar-, voorschot- en credietbank in één lichaam gecombineerd
is, mag dat niet worden beschouwd als tweeslachtigheid en een poging om van twee walletjes tege
lijk te eten. Dit is voor een passende inschakeling van het platteland in het financiëel verkeer
een economische noodzaak, waarbij de gezamenlijke krachtsinspanning gelegen in de samenwerking
der boerenleenbanken in een Centrale Bank onmisbaar is om ook de kleinste gehuchten in de arm
ste streken of daar waar het economische leven nog tot ontwikkeling moet worden gebracht, het
profijt van dit sociaal credietorganisme te kunnen verschaffen. Deze credietverzorgende taak zou het
boerenleenbankwezen niet met vrucht kunnen voortzetten, indien zij niet ook gevestigd zou zijn in
de welvarende plattelandsgemeenten waar spaar- en handelsbanken ook afzonderlijk naast elkan
der zouden kunnen bestaan noch ook indien bedrijfsvoorschriften voor handelsbanken en spaar
banken zonder meer op het gecombineerde typisch sociaal ingestelde bedrijf der boerenleenbanken
zouden worden van toepassing verklaard. Ook de belastingwetgever zou in sterkere mate dan thans
het geval is, dienen rekening te houden met de bij uitstek sociale gerichtheid van het boerenleen
bankwezen.
Ongetwijfeld wordt de werkzaamheid der boerenleenbanken als voorschotbank geactiveerd door
de werkzaamheid van de Stichting Borgstellingsfonds voor de Landbouw. Deze Stichting is door
de Overheid met gelden uit de z.g. tegenwaarderekening der Marshall-dollars in het leven geroe
pen om in de daarvoor aangewezen gevallen garant te blijven voor voorschotten in land- en
tuinbouw die ten doel hebben de financiering van een verdere intensivering in de bedrijfsvoe-
„ng waarvan een hogere productiviteit der desbetrefende bedrijven mag worden verwacht. De
garantie, die door het Borgstellingsfonds wordt verleend, kan nooit verder gaan dan 50% van het
ferzake van een investeringsproject te financieren bedrag. Op het einde van 1953 stonden bij de bij
onze Centrale Bank aangesloten boerenleenbanken 320 posten uit, die door het Borgstellingsfonds
voor de Landbouw waren gegarandeerd tot een bedrag van 1.891.000, Op het toaat e
crediet- en voorschotverlening der boerenleenbanken is dit een bescheiden bedrag. Waar het Borg
stellingsfonds nog zoveel capaciteit bezit - van het garant,ekapitaal ad 25 ^oen' 2°u ru,tJ1
5 millioen zijn benut - zou een meer algemene toepassing van de werking van het Borgstel
lingsfonds in overweging kunnen worden genomen. Daarbij denken we o.m. ook aan de garande
ring van oogstcredieten b.v. om een zwaarder kunstmestgift mogelijk te maken, De zekerheid -
ling of dekking van boerenleenbankcredieten die statutair is vereist, blijft nu eenmaal in bepaalde
gevallen een moeilijkheid opleveren, omdat In ons Burgerlijk recht een passend zekerheidsrec p
fandbouwinventaris en oogst te velde, zoals Frankrijk kent in de warrant agricole en dat ook voor
komt in het burgerlijk recht van de Angelsaksische landen, niet bestaat. Een meer algemene doelstel
ling van het Borgstellingsfonds ten behoeve van de bevordering van de credietfinanciering in land-
tuinbouw, zou in een dikwijls gevoelde leemte kunnen voorzien.
Ook in het verslagjaar werd wederom gebruik gemaakt van de gedeeltelijke
en van het door de landbouw-organisatie met onze medewerking in het leven geroepen Noord-Oo -
Polderfonds voor de bedrijfsfinanciering van pachters aan wie een landbouwbedrijf ^de P°^e
pacht werd uitgegeven. Op het einde van het verslagjaar was terzake van b,j onze Boerenleenbank
L de Noord-Oost-polder openstaande bedrijfscredieten een bedrag van 450.000,- door Staat
'^otfmfncknngsregeling ter bevordering van de intensivering van in de Veenstreken gevestigde
tuindersbedrijven met inschakeling van het Borgstellingsfonds en van een en
in de Provinciën, Gemeenten en Veilingen participeren, vond navolging in de Provincies Noo
Zuid-Holland. Onze boerenleenbanken nemen in deze credietgeving deel met een eigen risico
10% tot 15%.
Ogenschijnlijk had de bedrijfs- en investeringsfinanciering van plaatselijke land-en tainb™°"
perafies minder de aandacht. Het terzake van credieten en voorschotten bij onze boerenleenbanken
uitstaande bedrag steeg met 1 millioen tot 30,8 millioen. Het bedrag aan nieuw gevraagde en toe
gestane credieten en voorschotten was echter belangrijk hoger, n.1. rond 6 millioen. In het totaa
komt dit niet tot uitdrukking in verband met de verminderde financieringsbehoeften bij1 de coöpe
ratieve aan- en verkoopvereniging als gevolg van de plaats gevonden prijsdalingen. Vooral de
veilingen deden beroep op onze boerenleenbanken voor de inrichting van pak- en sorteerstations en
koelhuizen. Wij hebben de indruk, dat de exploitatie van de werktuigencooperaties in meer gezon
de banen wordt geleid. Onze boerenleenbanken waren in ar3 (225) gevallen ,n de financiering daar
van betrokken.