Organisatie en werkzaamheid van de Centrale Bank
29
Bestuur. In 1952 werden behalve de Bestuurscommissievergaderingen, 14 vergaderingen van het
Bestuur gehouden. In de Algemene Vergadering van 19 Mei 1952 werd het aftredend lid van
ons College, de Heer Mr Edm. Delhougne, herbenoemd. Thans is aan de beurt van aftreden de
Heer A. N. Fleskens. Tot aanvulling van deze vacature zal gelegenheid worden gegeven.
Directie. In de samenstelling van de Directie kwam in de loop van het verslagjaar geen veran
dering.
Bijkantoren en Agentschappen. Aan de in het rayon van het Bijkantoor Arnhem gelegen boeren
leenbanken kon overeenkomstig de opzet van de oprichting meer doeltreffende service worden
geboden, terwijl het bijkantoor een nuttige schakel bleek in de bediening van de rekening-cou
rantrelaties van de Centrale Bank.
Het Agentschap te Roermond verleende wederom nuttige diensten aan de in Limburg geves
tigde relaties van de Centrale Bank.
Inspectie. De controle van de administratie der plaatselijke banken had in 1952 een vrij vlot ver
loop. Gecontroleerd werden 517 banken over het boekjaar 1951, terwijl bij 14 banken de con
trole reeds was aangevangen, doch op 31 December 1952 nog niet was beëindigd. In de eerste
maanden van 1952 werden nog 50 banken geïnspecteerd over het boekjaar 1950. Bij 19 banken
werd een buitengewone inspectie gehouden, waarbij de door de plaatselijke bank uitgegeven
spaar-, voorschot- en lopende rekeningboekjes werden vergeleken met de administratie der bank.
Verdere voortgang werd gemaakt met de modernisering van de administratie der aangesloten
banken. Bij een aantal banken werd hulp verleend bij de ombouw der bestaande boekhouding
tot een gemechaniseerde administratie.
Evenals in het verleden werden diverse spreekbeurten gehouden op Algemene Vergaderingen
van aangesloten boerenleenbanken, boerenbonden en zuivelfabrieken. Tijdens de Inspectie werd
door de Inspecteur in een onderhoud met een of meer beheerders de gang van zaken op de
plaatselijke bank besproken en daarover voorlichting gegeven.
Cursussen. In 1952 werd bij wijze van proef een nieuw instituut in he: leven geroepen n.1. de
voorjaarscursus. Het was ons gebleken, dat op vele plaatsen de wens bestond, om na de ver
schijning van het jaarverslag en vóór de algemene vergadering streeksgewijs bijeen te komen
met het doel om een nadere toelichting op de jaarstukken te verkrijgen. Gevolg gevend aan
dit verlangen, werd in 1952 de eerste voorjaarscursus gehouden. Deze cursus duurde een halve
dag en als regel werden de kringen van boerenleenbanken voor deze cursus iets groter genomen
dan voor de najaarscursus. De proef met het houden van een voorjaarscursus, welke door de
Directie en de Inspectiedienst werd gegeven, heeft goed voldaan en het ligt dan ook in de
bedoeling om hiermede voorlopig verder te gaan.
Op de agenda van de eerste voorjaarscursus kwamen verschillende belangrijke punten voor
en wel: het concept-jaarverslag van de Centrale Bank, het beleid inzake de voorschot- en cre-
dietverlening, de maatstaf voor de kassierssalarissen en de pensioenregeling voor de kassiers.
Naast de voorjaarscursus vond op het einde van het jaar ook de gebruikelijke najaarscursus
plaats, welke gedurende een volle dag door Directie en Inspectie werd gegeven. Op deze na
jaarscursus werden in 1952 o.a. behandeld: de ontwikkeling van de bedrijvigheid bij de boeren
leenbanken gedurende 1952, de rentepolitiek, enige punten van crediet- en voorschotbeleid in
28
verband gebracht met artikel 8 van het huishoudelijk reglement der Centrale Bank, de controle
taak der beheerders enz.
Niet alleen uit de grote opkomst, doch ook uit de wijze, waarop aan de besprekingen wordt
deelgenomen, is in 1952 nog eens duidelijk naar voren gekomen, dat zowel de voorjaars- als de
najaarscursus in een behoefte voorzien en goede resultaten afwerpen.
Propaganda. In de advertentie-campagne voor het jaar 1952
werd vooral nadruk gelegd op het sparen bij de Boerenleenbank.
De advertentie-serie „Meer land, meer opbrengst", „Meer bomen,
meer fruit", „Meer zaad, meer vruchten", „Meer koeien, meer
melk", „Meer paarden, meer kracht" en „Meer handen, meer
werk" was met grote zorg ontworpen en uitgevoerd, en viel zeer
in de smaak. De afdeling Propaganda mocht hieromtrent uit de
kring van boerenleenbanken blijken van instemming ontvangen.
Bovendien werd bij speciale gelegenheden en in extra edities van
landbouwbladen op passende wijze geadverteerd. De serie-adver
tenties werden geplaatst in land- en tuinbouwbladen, -periodieken
en streekdagbladen.
De reclame door middel van folders werd in het afgelopen jaar
in geringere omvang toegepast dan in het jaar 1952. Door de
Centrale Bank werden verkrijgbaar gesteld folders in zwart-blauwe
druk, welke evenals de advertentie-serie betrekking hadden op het
sparen bij de boerenleenbank, waarbij ook de nieuwe spaarvormen,
de spaarreserve-rekening en de boerenleenbank-deposito-brief een
ruime plaats kregen. Aan de plaatsing van pandbrieven van de N.V.
Boeren-Hypotheekbank werd in deze folders eveneens aandacht
besteed.
Van de brochute „De Boerenleenbank, de bank voor het platte
land" verscheen een nieuwe uitgave. Dit boekje geeft in een kort
bestek een behoorlijk overzicht over de organisatie, doel en taak van
de plaatselijke boerenleenbanken en van de Centrale Bank en is
bijzonder geschikt voor het werven van nieuwe leden en relaties.
Ook het bevorderen van het jeugdsparen werd met kracht voort
gezet. Van de hiervoor beschikbare folders werd in ruimere mate
gebruik gemaakt dan in het jaar 1951. Het jeugdsparen, in de vorm
van schoolsparen door middel van spaarzegels voor schoolgaande
kinderen, van groepssparen door middel van spaarkaarten voor de
rijpere jeugd en van spaarbusjes voor de kinderen, welke de school
nog niet bezoeken of niet in de gelegenheid zijn aan schoolsparen
deel te nemen, neemt nog steeds toe. In samenwerking met de Na
tionale Spaarraad werd wederom deelgenomen aan de actie van
die instelling door uitreiking aan de jeugdige spaarders van het
boekje „Hans en Nelly ontdekken kolenland".
Voor de maandkalender werd dezelfde vorm gekozen als het
vorige jaar, omdat ons uit mededelingen van de boerenleenbanken