mW' 22 Wij realiseerden ons, dat toen de stijging van de kapitaalrente en daarmede de koersdaling van de overheidsfondsen zich voltrok de aanpassing daaraan meer doeltreffend kon geschieden door het bij verkoop van beleggingsfondsen te lijden verlies te brengen ten laste van de verlies- en winstreke ning dan door de voorheen toegepaste reservering tegen eventuele koersverliezen op effecten te bestendigen. Gedeeltelijk werden de verkochte fondsen omgezet in andere beleggingen (uitzettingen debiteuren), gedeeltelijk werden op verlaagd koersniveau wederom beleggingsfondsen teruggekocht. Na de plaats gevonden verkopen resteren in de effectenportefeuille van de Centrale Bank alleen fondsen, die hetzij regelmatig uitloten of op betrekkelijk korte termijn aflossen, zodat wij, mede in verband met de voorhanden liquide middelen, die een gedwongen verkoop van de fondsen der effec tenportefeuille onwaarschijnlijk maken, handhaving van het bestaande waarderingssysteem verant woord achten. Mede onder invloed van de hiervoor geschetste verschuivingen onderging het beleggings beeld van de Centrale Bank een aanmerkelijke wijziging, zoals blijkt uit het hiernavolgende. ONTWIKKELINGSBEELD VAN DE ACTIVA VAN DE CENTRALE BANK (in millioenen guldens) 23 Door een beter rendement op de verschillende beleggingsposten verbleef aan de Centrale Bank, ondanks de verhoging van de rente, die aande boerenleenbanken werd vergoed en ondanks de stijging van de kosten, een hogere rentewinst, die ook nodig was om de hiervoor geschetste trans acties te kunnen effectueren. Ook de provisiën droegen in ruimere mate tot de winst bij. In de sterk gestegen onkosten spelen de opgelopen papierprijzen een grote rol. Na reservering tegenover de biteuren en deelnemingen met een bedrag van 400.000,en voor eventuele toekomstige voor zieningen aan gebouwen met een bedrag van 75.000,resteert een winstsaldo van 134.700, (vorig jaar 492.096,nadat nog is rekening gehouden met een reserve voor verschuldigde be lastingen van 250.000,en met het voorstel om het Pensioenfonds met 75.000,te doteren. Voor de in het afgelopen jaar in onze landbouwcredietorganisatie bereikte resultaten zijn wij beheerders en kassiers van de plaatselijke boerenleenbanken, alsmede het personeel van de Centrale Bank uitermate erkentelijk. Er werd opnieuw veel van allen gevraagd om het beheer en de admini stratie in overeenstemming te houden met de eisen van de tijd. Gaarne zeggen wij allen dank voor hun toewijding aan de belangen van onze landbouwcredietorganisatie. ORGANISATIE EN WERKZAAMHEID VAN DE CENTRALE BANK. Bestuur. In 1951 werden, behalve de Bestuurscommissievergaderingen, 16 vergaderingen van het Bestuur gehouden. In de Algemene Vergadering van 23 April 1951 werd het aftredende lid van ons College, de Heer Jhr. Mr. J. Th. M. Smits van Oyen, herbenoemd. Thans is aan de beurt van aftreden de Heer Mr. Edm. Delhougne. Tot aanvulling van deze vacature zal gelegenheid wor den gegeven. Directie. In de samenstelling van de Directie kwam in de loop van het verslagjaar geen verandering. Bijkantoren en Agentschappen. De opening in het begin van het verslagjaar van een bijkan toor te Arnhem, waarvan in het vorig jaarverslagreeds melding werd gemaakt, voldeed aan de ver wachtingen. Aan de in het rayon van het bijkantoor Arnhem gelegen boerenleenbanken kon over eenkomstig de opzet van de oprichting een meer doeltreffende service worden geboden, terwijl het bijkantoor ook een nuttige schakel werd in de bediening van de rekening-courantrelaties van de Centrale Bank. Het agentschap te Roermond verleende wederom nuttige diensten aan de in Limburg gevestigde relaties van de Centrale Bank. Inspectie. De credietbeperkingsmaatregelen, welke de locale banken de verplichting oplegden om maandelijks een saldibalans hunner boerenleenbanken in te zenden, brachten mede, dat de Heren Kassiers nog meer dan in het verleden aandacht moesten wijden aan het sluitend maken van hun administratie. De balanswerkzaamheden konden daardoor vlotter worden verricht, terwijl daarnaast de beheerders elke maand een juist overzicht kregen van de stand van zaken hunner boerenleen bank. Ook de Inspectiedienst had hiervan profijt, doordat minder balansen gewijzigd behoefden te worden, waardoor de inspecties over het algemeen een vlotter verloop hadden. In 1951 werden gecontroleerd 53 banken over het boekjaar 1949 en 508 over het boekjaar 1950. Er werden 24 buitengewone inspecties gehouden, Alhoewel elke inspectie gepaard gaat met een onverwachte kascontrole, werden bovendien nog 15 kascontroles verricht. Naast het gewone inspectiewerk werden verschillende spreekbeurten vervuld op algemene vergaderingen der aangesloten boerenleenbanken, op vergaderingen van Boerenbonden. Zuivelfa brieken, Aan- en Verkoopverenigingen enz. Voortgegaan werd met de modernisering van de administratie van de aangesloten banken. Alhoewel een enkele maal stelling moest worden genomen tegen een te zwak beheer of on voldoende toezicht, betuigen wij gaarne onze oprechte dank voor de toewijding, waarmede het nog steeds in omvang toenemende werk op de locale banken werd verricht. J6o 520 -<••0 <•40 1948 1949 1950 1951 1946 1947 DEBITEUREN II LIQUIDITEITEN Ë-MÏKi'l EFFECTENFONDS OVERIGE ACTIVA ANDERE BELEGG. UITZETTINGEN

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Coöperatieve Centrale Boerenleenbank | 1951 | | pagina 12