20 door de boerenleenbanken in de aanvullende financiering van de daaruit voortvloeiende additionele credietvraag worden voorzien, zonder dat een bovenmatige belasting met risico's behoeft te worden gevreesd. Een logisch uitvloeisel van deze regeling zou zijn geweest, dat de desbetreffende door het Borgstellingsfonds gedeeltelijk gedekte voorschotten onttrokken zouden zijn aan de werking van de credietbeperkingsregeling en derhalve aan een eventuele aantrekking van de debetrente als gevolg van een verdere verhoging van de disconto-rente door De Nederlandsche Bank. In een enkel geval werd in de tuinbouw reeds op de werking van het Borgstellingsfonds vooruitgelopen ter bevordering van een omschakeling op glascultuur; in de desbetreffende streek bood het koude-grondbedrijf wegens zijn geringe oppervlakte practisch geen redelijke bestaansbasis meer. Door de samenwerking van de Rijksoverheid met Provincie en Gemeente en de veilingorga nisaties kan alsdan een borgstelling van 85% worden gesteld. Het Borgstellingsfonds voor land- en tuinbouw zal doorgaans niet verder garant blijven dan tot 50% van het door de voorschotnemer te financieren bedrag. Overigens gaven de kwade uitkomsten van sommige sectoren in de koude-grondcultures tij dens het verslagjaar het Centraal Bureau van de Tuinbouwveilingen aanleiding om in samenwerking met het coöperatieve landbouwcredietwezen een regeling voor te bereiden tot verstrekking van cre- dieten tot beperkte bedragen ter overbrugging van liquiditeitsmoeilijkheden, die in het lopende jaar moeten worden gevreesd als gevolg van de tegengevallen opbrengsten in het verslagjaar. Ook in de Noord Oost Polder kon door samenwerking van Staat, organisatie en boerenleenban ken bij de verpachting in het begin van het verslagjaar van nieuwe bedrijven aan pioniers veel goeds tot stand worden gebracht. De verpachting beliep 2670 Ha.; voor de financiering van een gedeelte daarvan werd beroep gedaan op onze boerenleenbank; voor een beperkt bedrag werden de ver strekte credieten gegarandeerd gezamenlijk door de Staat (door tussenkomst van de Herstelbank) en het Noord Oost Polder Garantiefonds. Ook voor onze jonge boerenleenbank in de Noord-Oost- Polder klemmen de bezwaren van de credietbeperkingsregeling, daar de financieringsbehoeften stij gen al naar gelang nieuwe uitgiften van bedrijven plaats vinden, zodat de beperking der credietver- leningen, behoudens crediet-opneming bij De Nederlandsche Bank, tot 105% van de uitstaande cre dieten op 30 September 1950 een ernstige belemmering betekent. In het verslagjaar werd voorts veel aandacht besteed aan een stelsel van doelmatige taxatie voorschriften teneinde de beheerders der boerenleenbanken in staat te stellen om met handhaving van de immer noodzakelijke voorzichtigheid bij de waardering van onderpanden, die in verband met allerlei prijsregelingen op het gebied van verkoopprijzen en van huren en pachten grote moeilijkhe den biedt, toch een verantwoorde credietfinanciering, die enigermate is aangepast aan het gestegen prijsniveau van bedrijfsuitgaven, mogelijk te maken. Inmiddels stegen door een verdere prijsstijging met name de bedrijfscredieten verleend aan de aan- en verkoopverenigingen, evenals aan de boerenbonden, die zelf het aan- en verkoopbedrijf uit oefenen. Deze credietfinanciering zal echter slechts dan voor verdere verhoging in aanmerking kun nen komen, indien ook de aansprakelijkheidsbasis dezer verenigingen wordt vergroot, dan wel ge deeltelijk in de eigen financiering wordt voorzien. Zulks wordt door de economische instellingen van land- en tuinbouw nog altijd niet voldoende ingezien, alhoewel ook de kentering in het financieel getij, waarbij crediet duurder en moeilijker te verkrijgen wordt, daartoe noopt. Ook de gemeentebesturen treden meer en meer als credietvragers bij de boerenleenbank op, nu zij na de recente koersdalingen ter beurze nauwelijks nog bij de beleggingsinstellingen kunnen slagen met onderhandse leningen en tengevolge van de credietbeperkingsregelingen voor rekening- courant-crediet dikwijls niet bij andere bankinstellingen terecht kunnen. De aandrang van de zijde van plattelandsgemeenten, om onderhandse leningen bij de boerenleenbanken onder te brengen, werd zo groot, dat daaraan niet verder meer kon worden voldaan, zodat zo mogelijk nog slechts met reke- 21 ning-courant-crediet financiële hulp wordt geboden. Ook daarmede kunnen evenwel de boerenleen banken slechts in beperkte mate behulpzaam zijn; een oplossing voor deze financieringsmoeilijkheden, waarin slechts van overheidswege kan worden voorzien, ware wenselijk. Ter afronding van de gedane mededelingen inzake de crediet- en voorschotverlening door de boerenleenbanken kan worden opgemerkt, dat van de per ultimo 1950 uitstaande credieten en voor schotten tot een totaal bedrag van bijna 110 milhoen was verstrekt aan boeren en tuinders 55%, waarvan 1/5 deel onder borgtocht. Van het evengenoemde totaal aan uitzettingen door boerenleen banken betrof 17% landbouwcoöperaties en verenigingen, tezamen voor een bedrag van 19 mil- lioen; hiervan heeft een bedrag van ongeveer 2,6 millioen betrekking op 153 landbouwwerktuigen coöperaties, die door onze boerenleenbanken worden gefinancierd. De overblijvende 28% waren be leggingen, bestaande overwegend uit hypothecaire leningen aan personen buiten de landbouw en be troffen verder uitzettingen bij gemeenten en waterschappen. De beschouwingen over de gang van zaken bij de aangesloten boerenleenbanken moge worden besloten met een op basis van maandstaatgegevens samengestelde GECOMBINEERDE BALANS1) VAN DE AANGESLOTEN BOERENLEENBANKEN. PER 31 DECEMBER 1950. (in duizenden guldens) Activa Passiva 1Liquiditeiten: Kas Centrale Bank 7.314 439.344 5. 6. Vrije reserves: Creditgelden: 17.808 overige liquiditeiten 4.352 451.010 Spaarbank 512.161 2. Debetsaldi: In lopende rekening Nog te verrekenen pos 58.374 in rekening-courant overige debetsaldi 39.357 10.121 49.478 ten Centrale Bank Andere banken 2.313 104 496 573.448 3. Beleggingen: 30.033 7. Diverse rekeningen: 5.331 leningen aan provincies, gemeenten en water schappen vaste hypotheken overige beleggingen 9.068 47.437 3.236 89.774 4. Diverse rekeningen: 6.325 5967587 596.587 l) Zonder rente en zonder bijboeking winst 1949.

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Coöperatieve Centrale Boerenleenbank | 1950 | | pagina 11