14 mede nieuwbouw, de vraag naar kapitaal voor investeringsdoeleinden doet toenemen. De zuivelin dustrie legt zich daarnaast meer en meer toe op de vervaardiging van hoogwaardige melkproduc ten en in het veilingwezen krijgt de organisatie van de afzet nog meer betekenis door de bouw van koelhuizen, poterbewaarplaatsen e.d. Het stemt tot grote voldoening, dat boeren en tuinders aldus blijk geven zich bewust te zijn van hun tijd, waarin groepsvorming en concentratie van economische macht zodanig de ontwikke ling bepalen, dat voor de kleine zelfstandige bedrijfseenheden van boeren en tuinders, slechts dan bestaansmogelijkheden overblijven, indien deze behalve door samenwerking in hun culturele en sociaal-economische organisaties, ook door de gezamenlijke aankoop van bedrijfsbenodigdheden en de gezamenlijke verwerking en de afzet der producten, de bedrijfseconomische basis van hun be drijven zoveel mogelijk weten te versterken. Het coöperatieve landbouwcrediet zal niet gaarne in gebreke blijven deze ontwikkeling zo krachtig mogelijk te steunen, maar het zal zich daarbij van zijn grote verantwoordelijkheid bewust dienen te zijn. Deze brengt mede, dat alleen financiële steun zal kunnen worden geboden, indien de bedrijfseconomische opzet van de coöperatieve ondernemin gen zelf gezond is. Zeker in een tijd, waarin met de nationale investeringsmogelijkheden zo zuinig mogelijk moet worden omgegaan, behoort daartoe, dat versnippering van krachten in het bijzonder wat betreft de kapitaalsintensieve bedrijfseenheden, zoveel mogelijk moet worden voorkomen. Daar toe behoort ook een zodanige kapitaalsdeelneming of aansprakelijkheidsregeling, dat het onderne mersrisico bij het bedrijf ligt en niet bij de financierende bank en voorts, dat bedrijfsleiding, het proefondervindelijk bewezen rendement en de structuur van de bedrijfsorganisatie waarborgen, dat de verschaffing der financiële middelen op de duur goeddeels ook door het bedrijf zelf kan ge schieden. De hoog opgeschroefde vennootschapsbelasting belemmert echter in ernstige mate het vast houden van middelen in het coöperatieve bedrijfsleven ten nadele van de financiële kracht dezer bedrijven, doch evenzeer ten nadele van de nationale besparingen. Van harte hebben wij dan ook ingestemd met de Memorie van Toelichting bij het wetsontwerp belastingherziening 1949, waarbij een verlaging van belastingdruk ten laste van het bedrijfsleven gemotiveerd werd met de noodzaak tot ,,het bereiken van een hoog investeringsniveau, waarvoor het, gegeven de maatschappelijke structuur, noodzakelijk is dat de economisch mogelijke investeringen ook door de afzonderlijke on dernemingen kunnen worden gefinancierd, zonder dat deze in ongezonde mate schulden aangaan" Een reëele vermindering van de totale belastingdruk ten laste van belastingplichtige lichamen van 0.47%, zoals in het wetsontwerp belastingherziening 1950 vervolgens werd in uitzicht gesteld, viel echter daarna tegen. De resultaten van het eigen bedrijf waren minder gunstig dan in vorige jaren. De gestegen rentelasten als gevolg van de renteverhoging ten bate van de boerenleenbanken die reeds met 1 Ja nuari van het verslagjaar inging, terwijl de Centrale Bank zelf eerst per 1 Mei het profijt begon te trekken van de regeling met 's Rijks schatkist, alsmede de verhoogde kosten in verband met de gouden feestviering en de landbouwtentoonstelling, waren hierop van invloed. Na reservering van 200.000.voor belastingen en 200.000.voor debiteuren verblijft een winstsaldo van 470.621,94 (vorig jaar 561.453,66), nadat reeds is rekening gehouden met het voorstel om aan het pensioenfonds van de Centrale Bank, dat door opneming van nieuwe leden en stijging van de pensioengrondslagen voor hogere lasten kwam te staan, wederom 100.000.ten goede te doen komen. In de toekomst zal een versterking van de reservevorming in de eigen organisatie zowel bij de boerenleenbanken als bij de Centrale Bank de voortdurende aandacht behoeven, willen wij bij de crediet- en voorschotverlening de taak kunnen blijven vervullen, die ons nog wacht. Ongetwij feld zullen wij daarbij kunnen rekenen op de medewerking van beheerders en kassiers, die wij gaarne, evenals ook het personeel van de Centrale Bank, dank zeggen voor hun toewijding aan de belangen van onze landbouwcredietorganisatie. 35 ^esfuuI In 1949 werden, behalve de bestuurscommissievergaderingen, 15 vergaderingen van het be stuur gehouden. In de algemene vergadering van 24 Augustus 1949 werd het aftredend lid van ons college, de heer Th. P. H. RUTTEN herbenoemd. Thans is aan de beurt van aftreden de heer Jhr. Mr. F. J. M. VAN NISPEN TOT SEVENAER. Tot aanvulling van deze vacature zal gelegenheid worden gegeven. Inspectie In het jaar 1949 werd het toezicht op het beheer en de controle over de administratie der aangesloten plaatselijke boerenleenbanken op de gebruikelijke wijze door onze inspectiedienst uitge oefend. Van 75 boerenleenbanken werd de administratie van het boekjaar 1947 gecontroleerd en van 429 boerenleenbanken de administratie van het boekjaar 1948; bij 44 banken vond een voor lopige controle plaats van de Balans per ultimo 1948. In verband met kassierswisselingen werden 27 buitengewone inspecties gehouden; bovendien werden 26 onverwachte kascontroles verricht bui ten de inspectie van de desbetreffende administraties. De nog steeds stijgende girale geldomzet bij de plaatselijke boerenleenbanken met als gevolg daarvan een toenemend aantal boekingshandelingen heeft onze Inspectiedienst aanleiding gegeven te onderzoeken welke verbeteringen en vereenvoudigingen in de administratie der boerenleenbanken kunnen worden aangebracht. Aan verschillende boerenleenbanken werden daarover adviezen uitge bracht. Bij enkele banken bleek, dat alleen een mechanisatie van de boekhouding de gewenste op lossing zou kunnen brengen. Cursussen Ook in het winterseizoen 1949/1950 werden de gebruikelijke cursussen gegeven voor kas siers en beheerders der aangesloten boerenleenbanken, waaraan door directie en inspectie werd deelgenomen. Deze cursussen werden gehouden in 28 plaatsen van het land en dit maal zodanig, dat alle banken nog in 1949 aan de beurt kwamen. Op de cursussen kwamen vele onderwerpen aan de orde. Meer in het bijzonder werden behandeld: het kasbeheer van de kassiers en de con trole daarop vanwege de beheerders, de afsluiting der administratie op het einde van het jaar en de verdere daarmede verband houdende werkzaamheden, de sociale grondslagen van het boerenleen bankwezen, de rentabiliteitsmogelijkheden der plaatselijke boerenleenbanken, de verlening van voor schotten en credieten en ten slotte de verschillende hypotheekvormen, welke hierbij te pas komen. Algemeen hebben wij geconstateerd, dat de cursussen aan het beoogde doel beantwoorden. Het be zoek was dit jaar bijzonder groot. Propaganda De propaganda en voorlichting kregen in het verslagjaar een bijzonder karakter en wel door de ter gelegenheid van de viering van het vijftigjarig jubileum van de Centrale Bank georganiseer de ^Landbouwtentoonstelling Eindhoven 1949". Aan deze tentoonstelling werd door de Centrale Bank zelf met een grote stand deelgenomen. In dit verband kan ook de uitgave worden genoemd van het gedenkboek alsmede de vervaardiging van de organisatiefilm door de cineast Jan Hin, die bedoeld is als een instructie voor de mogelijkheden, die het landbouwcrediet heeft te bieden voor de ontwikkeling van land- en tuinbouw en van het coöperatieve bedrijfsleven. In 1949 werden door onze inspecteurs ook vele jaars- en feestvergaderingen van aangesloten boerenleenbanken bezocht, bij welke gelegenheid spreekbeurten werden vervuld, waarin de voorlich ting over taak en functie van het boerenleenbankwezen voor deze tijd een grote rol speelde. Ook de spaaractie, meer in het bijzonder de jeugdspaaractie had, binnen het kader van het streven van de Nationale Spaarraad, de bijzondere aandacht; met een sprekende folder werd de jeugdverzamelactie van de zingende torens en malende molens ondersteund. Verder vond onze advertentie-campagne voortgang niet alleen in de land- en tuinbouwbladen en -periodieken, doch ook in streekbladen en an dere daarvoor in aanmerking komende uitgaven.

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Coöperatieve Centrale Boerenleenbank | 1949 | | pagina 8