Economie Cooperation Aministration" ter uitvoering van het z.g. Marshall-plan in de vorm van schenkingen en leningen ter overbrugging van het dollartekort van de meeste West-Europese lan den ter beschikking werden gesteld; dit dollartekort hangt nauw samen met de kapitaalinvesterin gen, welke moeten plaats vinden om voor de toekomst een redelijk welvaartspeil op eigen krach ten te waarborgen. Deze zullen echter ook bij een verhoging van de arbeidsproductiviteit tekort schieten, indien in West-Europa geen grotere economische eenheid wordt bereikt. Gelukkig mag worden geconstateerd, dat zowel in het verband van de West-Europese Unie als van de verschil lende regionale onderdelen daarvan belangrijke vorderingen in die richting werden gemaakt. Daar bij mag niet onvermeld blijven de ingang van de pre-Economische Unie met België en Luxemburg in de loop van October van het verslagjaar, als gevolg waarvan geleidelijk 70% van het handels verkeer tussen de drie landen werd vrijgegeven. Nationaal kregen wij de rekening van de na-oorlogse werkelijkheid gepresenteerd. Op het eind van het verslagjaar vond de souvereiniteits-overdracht over Indonesië plaats, waarvan de eco nomische gevolgen voor ons nationaal bestaan nog niet zijn te overzien. Eerder was de devaluatie van de gulden met 30% ten opzichte van de Amerikaanse dollar een feit geworden, gelijktijdig met de devaluatie van het Engelse pond; deze was ook voor ons land onvermijdelijk, omdat door de te hoog vastgestelde dollarkoers van de gulden de handels- en betalingsverhoudingen in het bij zonder met België en Indonesië scheef trokken; rechtzetting daarvan was noodzakelijk om de nor male bedrijvigheid van in- en export op gang te houden, hetgeen slechts door devaluatie mogelijk was. Deze operatie diende te geschieden ondanks de overigens hoopgevende ontwikkeling van de bedrijvigheid in ons land. De algemene productie-index van de nijverheid, die het jaar tevoren 38% bijdroeg tot het nationale inkomen, tegenover de landbouw 11%, lag 25% boven 1938 en 10% bo ven 1948; de personeelsbezetting in de industrie lag in de eerste drie kwartalen van 1949 evenwel 43% boven 1938. Zulks betekent, dat aan de sterk gestegen bevolking, die in het verslagjaar 10 millioen overschreed, wel emplooi kon worden verschaft, doch de algemene arbeidsproductiviteit met 13% bleef onder 1938; de arbeidsproductiviteit in de nijverheid gedurende 1948 werd evenwel met 5% overtroffen.1) De altijd nog niet op peil gekomen opbrengst van de arbeid heeft tot gevolg, dat wij meer verbruiken en investeren dan wij produceren of m.a.w. veroorzaakt het tekort op de betalingsbalans, dat nog altijd met inbegrip van de aflossing op buitenlandse schuld en de crediet- verlening aan Indonesië angstwekkend hoog is en door de President van De Nederlandsche Bank blijkens zijn bekende rede op de Amsterdamse Universiteitsdag gehouden voor het eerste halfjaar 1949 werd geschat op circa 770 millioen. Waar andere middelen ontbraken, werd dit tekort prac- tisch geheel door ontvangen Marshall-hulp overbrugd. Minder verbruik of opvoering van de ar beidsproductiviteit of beide kunnen alleen de nationale oplossing bieden van het betalingsprobleem alsmede van het daarmede nauw samenhangende vraagstuk van lonen en prijzen, dat door de deva luatie nog scherper werd gesteld. Land- en tuinbouw maakten in het verslagjaar een mooie beurt bij de krachtsinspanning tot verhoging van de voortbrenging en vermindering van het betalingsbalanstekort. Voor nagenoeg alle gewassen was de opbrengst per H.A. groter dan in enig ander jaar. Uiteraard buigt de landman hierbij het hoofd voor de zegen van boven, die grote wasdom schonk. De arbeidsproductiviteit in de landbouw kon daardoor stijgen boven 1938. Ook de afzetmogelijk heden waren ruim tegen in het algemeen redelijke prijzen. Het aandeel van land- en tuinbouw in de uitvoer nam toe, waarop de droogte in enige landen, alsmede de verruiming van de uitvoermogelijk- heden naar Duitsland van invloed waren. 1Bron: Statistisch Bulletin van het Centraal Bureau voor de Statistiek. 7 IN- EN UITVOER VAN NEDERLAND1) (in millioenen guldens) t Invoer Uitvoer Invoer Uitvoer in Jaar overschot v. d. invoer 1 1 074 385 74 1938 1.459 44 1947 4.278 1-892 2.386 1948 4-965 2-718 2 247 l9\l 5.348 3.850 1.498 72 UITVOER VAN LAND- EN TUINBOUWPRODUCTEN (in duizenden guldens) 1948 1949 249.847 260.160 Totaal akkerbouwproducten325 915 708.476 dierlijke producten357.907 tuinbouwproducten f 844.248 1.326.543 Totaal uitvoer land- en tuinbouwproducten De hoge opbrengst van de akkerbouw kan worden gedemonstreerd met de navolgende c, fers- de opbrengst per H.A. voor granen lag 28% boven de gemiddelde opbrengst per H A. va 1930/39, voor peulvruchten 10%, handelsgewassen ruim 12%, suikerbieten !6con^mptieaard- appelen 26%. De prijzen waren oplopend, waaraan vooral wat betreft de granen e a s gev de devaluatie verhoogde prijs van ingevoerde voedingsmiddelen niet vreem was. Op het einde van het verslagjaar benaderde de rundveestapel met 2.5 millioen stuks de om- vanq van 1939; de totale varkensstapel op het einde van het verslagjaar mi ïoen overtrof die van 1939. In het licht van deze cijfers ware het wenselijk bij de credietverlen.ng voor de veehouderij in verband met de schaarste aan veevoeder, waarmede ook voor de toekomst moe worden rekening gehouden, meer aandacht te besteden aan de verbetering van de kwa dan Tan een verdere uitbreiding. De prijzen voor vee en vlees lagen in de tweede helft van het v rslag- jaar lager dan in de eerste helft en waren per saldo op het einde van het verslagjaar gelijk aan prijzen van het voorafgaande jaar, behalve voor schapenvlees, die beduidend lager waren. Met 4 4 milliard Kg. overtrof de omvang van de melkproductie die van 1938. Het vetgehalte steeg van 3.54% in 1948 tot 3.62% in het verslagjaar. De export van kaas overtrof die van voor de oorlog. ONTWIKKELING VAN DE ZUIVELPRODUCTIE 2) (Indexcijfers 1938 100) 1947 1948 1949 67 85 103 Totale melkproductie g6 56 85 114 5,aaS. 28 47 79 Overige melkproducten 1) Bron: Statistisch Bulletin van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Bron: Maandschrift van het Centraal Bureau voor de Statistiek van Februari 1930.

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Coöperatieve Centrale Boerenleenbank | 1949 | | pagina 4