6
SAMENSTELLING AGRARISCHE EXPORT IN MILIOENEN GULDENS:
1947
1948
Akkerbouwproducten
387
490
Tuinbouwproducten
210
249
Zuivel
85
234
Vee en vlees
33
73
Pluimvee en eieren
35
56
Diversen
48
123
Totaal
798
1225
Deze cijfers wijzen op een in de loop van het ver lzgjaar ten opzichte van het voorafgaande wat
betreft de productiemogelijkheden, verbeterde toestand, niet alleen in de agrarische sector, maar in
het gehele Nederlandse bedrijfsleven; de opheffing van talrijke distributiemaatregelen gepaard gaande
met verlaging van subsidies op het levensmiddelenpakket, die werden verleend om de kosten van
levensonderhoud laag te houden, getuigen daarvan. Zodoende kon ook in de landbouw een grotere
bedrijfsvrijheid worden verleend, terwijl voor sommige producten een vrije prijsvorming weer haar
intrede deed.
Kunnen hierin verblijdende tekenen worden gezien en kan het op zichzelf als economisch ge
zond worden beschouwd, dat concurrentie en vrije prijsvorming stimuleren tot de meest productieve
richting in de voortbrenging, van de andere kant moet in aanmerking worden genomen, dat de wer
king van een vrijer economisch systeem niet normaal kan zijn, zolang wegens deviezenschaarste on
beperkte aankoop van grondstoffen niet mogelijk is. Het ligt voor de hand, dat van overheidswege
ter vermindering van de behoeften aan krachtvoer tot winning van voederproducten uit eigen bodem,
wordt gestimuleerd, waaraan onze boerenleenbanken met de haar ten dienste staande credietmidde-
len ter bevordering van een meer intensieve bedrijfsvoering gaarne haar steun zullen willen verle
nen. Daarbij mag echter niet worden voorbij gezien, dat hieruit op de duur verschillen kunnen voort
vloeien in productievoorwaarden en opbrengstmogelijkheden voor de verschillende bedrijven, alnaar-
gelang men in bepaalde bedrijven, dan wel voor bepaalde producten meer op geimporteerd kracht
voer is aangewezen. Hieruit zouden weer verschuivingen kunnen voortvloeien, die maatschappelijke
gevaren in zich bergen, indien een belangrijke bevolkingsgroep als gevolg daarvan wat zijn bestaans
mogelijkheden betreft, in gevaar zou komen. Reeds nu blijkt, dat door de geringe productiemogelijk
heden wegens het niet voorhanden zijn van grondstoffen, het klein gemengd bedrijf een onvoldoende
bestaansmogelijkheid oplevert, dan wel de bruto productiekosten per afgeleverde eenheid te hoog
zijn. Ruimere productiemogelijkheden door ruimere beschikbaarstelling van grondstoffen zullen hier
in 't belang van producenten en ook van consumenten, en dus van het gehele deviezenproduce-
rende bedrijfsleven, dat bij lagere kosten van levensonderhoud meer exportkansen heeft, de oplos
sing moeten brengen, indien men tenminste aan diep ingrijpende distributie- en productieregelingen,
die op haar beurt het tot stand komen der Economische Unie met België en Luxemburg zouden be
moeilijken, zoveel mogelijk wil ontkomen. In het algemeen waren in het verslagjaar de afzetmoge
lijkheden voor de producten van akkerbouw en veehouderij niet ongunstig: een overvloedige aardap
pelenoogst, met alle gevolgen van dien voor een markt, die in verband met een constante vraag bij een
gering overschot reeds spoedig in elkaar kan storten, versterkte het inzicht, dat productie en afzet
niet zonder meer op haar beloop kunnen worden gelaten. De afzet van tuinbouwproducten verliep,
dank zij het kordaat optreden van de bevoegde instanties met betrekking tot de uitvoer naar Duits
land, niet onbevredigend. Na het met het Verenigde Koninkrijk afgesloten handelsverdrag zijn ook
de vooruitzichten voor de tuinbouw niet ongunstig.
De verschuivingen in de rekeningen bij de boerenleenbanken als gevolg van de geleidelijke
toepassing der met ingang van 2 Januari 1948 van kracht geworden Afw^kehngsbeschikkmg Geld-
zuivering maken het moeilijk een inzicht te verschaffen in de spaarvormmg bi, de boerenleenbanken.
Voor een nadere beschouwing daarvan kan het navolgende overzicht als uitgangspunt d.enen.
OVERZICHT DER SPAARGELDEN EN CREDITGELDEN IN LOPENDE REKENING BIJ
DE BOERENLEENBANKEN (IN DUIZENDEN GULDENS).
Spaargelden:
vrije rekening
beleggingsrekening
optie-rekening
geblokkeerd
Totaal
Lopende rekeningen Crediteuren
vrije rekening
beleggingsrekening
optie-rekening
geblokkeerd
Totaal
31 Dec. 1947
342.900
176.450
519.350
38.125
15.300
53.425
31 Dec. 1948
404.250
47.250
11.300
44,200
507.000
45.050
1.900
950
3.500
51.400
Bedroeg derhalve het totaal geblokkeerd tegoed bij onze boerenleenbanken per 31 December 1947
f 191 75 millioen, per ultimo van het verslagjaar was het gezamenlijk tegoed op geblokkeerde-, optie-
cn beleggingsrekening teruggelopen tot 109,1 millioen: het verschil zijnde 82,65 millioen is onder
vigeur van de voorschriften inzake afwikkeling der geldzuivering hetzij weggevloeid voor belasting
betaling, hetzij overgeschreven naar vrije rekening; het voor aankoop van investenngs- en bc eg-
gingscertificaten bestede bedrag aan geblokkeerde middelen was onbeduidend en kan in het verslag
jaar bij onze boerenleenbanken op ruim 2 millioen worden gesteld. Globale berekeningen e en
uitgewezen, dat een bedrag van rond 35 millioen van optie- of beleggingsrekening naar vrije reke
ning is overgeschreven, waaruit mag worden geconcludeerd, dat na eliminering van de invloeden ui
hoofde van belastingbetaling en overboeking van optie- of beleggingsrekening naar vrije rekening en
na aftrek van een bedrag voor rente-beschrijving ad 9,5 millioen, het saldo van de netto toene
ming der gelden bij onze boerenleenbanken geadministreerd op vrije spaar- en lopende rekening
kan'worden gesteld op rond 23,75 millioen. Ten laste van geblokkeerd tegoed werd in totaal rond
f 45 millioen naar de fiscus overgeheveld.
Tenslotte laten wij hieronder volgen een vergelijkend overzicht van de totale inlagen en
terugbetalingen op vrije spaarrekening bij de Rijkspostspaarbank, de bijzondere Spaarbanken en de
bij onze Centrale Bank aangesloten boerenleenbanken, gedurende 1948 (in duizenden guldens).
Rijkspostspaarbank
Bijzondere Spaarbanken
Boerenleenbanken
Inlagen
252.440
347.590
184.250
Terug
betalingen
351.300
363.500
205.600
Indien in de geschetste ontwikkeling der spaarvorming voor het nationaal herstel een gelukkig ver
schijnsel mag'worden gezien, dan is het ook van belang te constateren, dat hiertoe bij de bestaande
spaarmogelijkheden, die voorshands beperkt zijn door grote uitgaven zowel in de gezins- als in de
bedrijfshuishoudingen, vooral het terugkerende vertrouwen heeft bijgedragen. Ongetwijfeld zou deze