Aan de Boerenleenbanken, aangesloten bij
de Coöperatieve Centrale Boerenleenbank
te
Eindhoven
14
Wij doen U tenslotte het navolgende VOORSTEL TOT WINSTVERDEELING.
Het beschikbaar winstsaldo bedraagt 325 959 53
Wij stellen U voor dit aan te wenden als volgt:
Toe te voegen aan de Effectenreserve, conform art.491 250.000
75.969.63
Uit te keeren een dividend van 6 (maximum over het gestorte kapitaal) conform
art 492 16.218.
van het resteerend bedrag ad 59751 53
komt conform art. 493
aan de Gemeenschappelijke Reserve 10% 5.975.16
aan het Reservefonds 53 775 47
59.751.63
EINDHOVEN, April 1947.
Het Bestuur;
A. N. FLESKENS, Voorzitter.
Jhr. Mr. J. TH. M. SMITS VAN OYEN, Ondervoorzitter.
TH. P. H. RUTTEN.
Jhr. Mr. F. J. M. VAN NISPEN TOT SEVENAER.
Mr. EDM. DELHOUGNE.
15
Wij hebben de eer U te berichten, dat wij ter voldoening aan artikel 24-2° der Statuten
de Verlies- en Winstrekening en de Balans per 31 December 1946 met het bijbe'hoorende Verslag
van het Bestuur en het voorstel ter bepaling van het dividend hebben onderzocht. Het onderzoek van
de Balans met de Verlies- en Winstrekening is op grond van artikel 26-2° der statuten opgedragen
aan een uit ons midden gevormde Commissie van Advies. Deze Commissie bestaat uit de Heeren
Mr. P. W. H. Truyen, C. Moors en Arnold Smits, terwijl voor geval van verhindering als plaats
vervangers zijn aangewezen de heeren G. W. Kampschöer en H. F. van Haaren.
De Commissie van Advies rapporteerde ons d.d. 17 April 1947 als volgt:
Ter voldoening aan artikel 26 lid 2 der statuten hebben wij de Balans met de Verlies- en Winstrekening over
het afgeloopen boekjaar 1946 onderzocht.
Bij dit onderzoek lieten wij ons voorlichten en bijstaan door het door U aangewezen Accountantskantoor
van W. Kreukniet.
Op grond van ons voornoemd onderzoek, dat met volle medewerking van Bestuur en Directeuren plaats vond,
hebben wij de overtuiging gekregen, dat de Balans per 31 December 1946 met de bijbehoorende Verlies- en Winst
rekening den juisten toestand der Bank wedergeven en dat de administratie met groote nauwkeurigheid wordt
gevoerd.
Mede op grond van dit rapport stellen wij Uwe Algemeene Vergadering voor ter decharge
van het Bestuur en van onszelve de Balans per 31 December 1946, de Verlies- en Winstrekening, het
dividendvoorstel en de andere daarbij behoorende stukken goed te keuren.
In de Algemeene Vergadering van 2 September 1946 werden tot leden van onzen Raad van
Toezicht herkozen de heeren C. Moors, A. H. Lohuis, G. W. Kampschöer en C W. Leentvaar,
Dit jaar zijn volgens rooster aan de beurt van aftreden de Heeren M. Galiart, B. van Kampen
en G. A. Opfergelt.
Tot aanvulling dezer vacatures zal gelegenheid worden gegeven.
Aldus vastgesteld in de vergadering van 23 April 1947.
De. Raad van Toezicht:
Mr. P. W. H. TRUYEN, President.
C. MOORS, Vice-President.