m
LSwï-
Ï'ïfe'
5
Aan
den Raad van Toezicht der
Coöperatieve Centrale Boerenleenbank
te
Eindhoven.
MIJNE HEEREN,
Het verheugt ons het verslag over het eerste boekjaar na de bevrijding weer in den dege-
lijken vorm van weleer te kunnen aanbieden. De vertraagde verschijning, alhoewel minder laat dan
het vorige jaar, is het gevolg van de bijzondere omstandigheden, die ook in het loopende jaar zulke
zware eischen aan onze instelling stelden.
Het economisch leven stond in het teeken van de algeheele bevrijding van het land, welke
voor den land- en tuinbouw medebracht een noodzaak tot aanpassing aan nieuwe aanvoer- en afzet
mogelijkheden op basis van een gewijzigde kosten- en prijzenstructuur, waartoe o.m. de vaststelling
van den koers van den gulden ten opzichte van het buitenland aanleiding gaf. De ter bevordering
van deze aanpassing alsmede tot herstel van de groote, door den bezetter toegebrachte schade,
noodzakelijke maatregelen konden weer worden getroffen in overleg met de reeds spoedig na de be
vrijding herrezen organisaties van den landbouw, die daartoe gingen samenwerken in de Stichting
voor den Landbouw. Oude contacten met vele dezer organisaties werden hersteld en nieuwe konden
worden aangegaan.
Binnen het kader van de schoonmaak van het vaderlandsche huis vonden de ten plattelande,
als gevolg van intering van voorraden, gedwongen inkrimping van inventarissen en nagelaten on
derhoud en bemesting, opgehoopte, in den vorm van kasvoorraad, aangehouden geldmiddelen door de
geldsaneeringsmaatregelen hun weg naar de boerenleenbanken en daar voor deze uitzettings
mogelijkheden nagenoeg ontbraken naar onze Centrale Bank. Het verloop van dit proces wordt
gedemonstreerd aan de hand van de navolgende tabel betreffende den stand der beschikbare mid
delen bij onze Centrale Bank:
BESCHIKBARE MIDDELEN.
1
Januari
309.964.000,—
1
September
525.578.000,—
1
Mei
337.235.000,—
1
October
608.878.000,—
1
Juni
350.133.000,—
1
November
639.854.000,—
1
Juli
375.201.000
1
December
647.452.000
1
Augustus
406.144.000,—
31
December
614.540.000,—
Dat de aangesloten boerenleenbanken en onze Centrale Bank ook in het voor het geldwezen
zoo uitzonderlijk moeilijke jaar alle voorgeschreven werkzaamheden, die uit de geldsaneering voort
vloeiden, hebben kunnen vervullen, mag. voor een groot deel daaraan worden toegeschreven, dat in