Te vorderen wegens uit het Effectenfonds in Leendepot gegeven fondsen: Betreft de no minale waarde van de onder het Effectenfonds opgenomen fondsen, voor zoover door ons als leendepot ter beschikking van derden gesteld. Overloopende posten: Loopende rente. Te vorderen wegens gestelde borgtochten: zie hieronder inzake gestelde borgtochten. Kapitaal: Het kapitaal onzer instelling bedroeg einde 1942 2667.000. Aansprakelijkheidsfonds: Ingevolge art. 4 der Statuten brengt elk aandeel een aansprake lijkheid van 1000.boven het bedrag van dat aandeel mede. Reservefonds: Einde 1941 bedroeg dit fonds Uit de winst van 1941 werd daarbij gevoegd Saldo per 31 December 1942 Gemeenschappelijke Reserve: Saldo per 31 Dec. 1941 Uit de winst van 1941 werd daarbij gevoegd Bijdragen van de Boerenleenbanken Saldo per 31 December 1942 Effectenreserve: Saldo per 31 December 1941 Koerswinst bij uitloting Ten laste der Verlies- en Winstrekening over 1942 werd daar bijgevoegd Saldo per 31 December 1942 4.134.451.05 31.671.86 4.166.122.91 926.007.45 3.110.41 17.249.70 946.367.56 Tienjarige schuldbrieven. 4 Tienjarige schuldbrieven 3^% Tienjarige schuldbrieven Totaal Op 31 December 1942 stonden uit: 1.800.000.— 64.775.19 135.224.81 2.000.00(1— 150.000.— 299.000.— 449.000.— Gestelde Borgtochten: Dit bedrag geeft aan het totaal der door ons voor derden gestelde borgtochten vrijwel uitsluitend ten behoeve van publiekrechtelijke lichamen. Wij doen U tenslotte het navolgende VOORSTEL TOT WINSTVERDEELING. Het beschikbaar winstsaldo bedraagt 150.457.33 Wij stellen U voor dit aan te wenden als volgt: Overdracht naar nieuwe rekening, conform art. 49 1 125.000. 25.457.33 Uit te keeren een dividend van 6(maximum over het gestorte kapitaal) con form art. 492 16.002. van het resteerend bedrag ad 9.455.33 komt conform art. 49 3 aan de Gemeenschappelijke Reserve 10% 945.53 aan het Reservefonds 8.509.80 9.455.33 EINDHOVEN, April 1943. 7 Aan de Boerenleenbanken, aangesloten bij de Coöperatieve Centrale Boerenleenbank te Eindhoven. Wij hebben de eer U te berichten, dat wij ter voldoening aan artikel 24-2° der statuten de Verlies- en Winstrekening en de Balans per 31 December 1942 met het bijbehoorende Verslag van het Bestuur en het voorstel ter bepaling van het dividend hebben onderzocht. Het onderzoek van de Balans met de Verlies- en Winstrekening is op grond van artikel 26-2° der statuten opge dragen aan een uit ons midden gevormde Commissie van Advies. Deze Commissie bestaat uit de heeren Mr. P. W. H. Truyen, C. Moors en Arnold Smits, terwijl voor geval van verhindering als plaatsvervangers zijn aangewezen de heeren G. W. Kampschöer en J. W. Smit. De Commissie van Advies rapporteerde ons d.d. 8 April 1943 als volgt: Mede op grond van dit rapport stellen wij Uwe Algemeene Vergadering voor ter décharge van het Bestuur en van onszelve de Balans per 31 December 1942, de Verlies- en Winstrekening, het dividendvoorstel en de andere daarbij behoorende stukken goed te keuren. In de Algemeene Vergadering van 18 Mei 1942 werden tot leden van onzen Raad van Toezicht herkozen de heeren Arnold Smits en J. W. Smit. Onze president de heer Mr. Th. H. Aquarius heeft zich om gezondheidsredenen niet herkiesbaar gesteld. In zijn plaats werd door ge melde Algemeene Vergadering tot lid van ons college benoemd de heer Mr. P. W. H. Truyen, die in onze vergadering d.d. 18 Juni 1942 werd gekozen tot president. Wij stellen het op prijs hier een woord van hartelijken dank te richten tot den afgetreden president Mr. Aquarius, die gedurende 37 jaren zijn functies heeft waargenomen, vanaf 1905 als bestuurslid en vanaf 1910 als president van ons college. Het zij hem gegeven nog vele jaren getuige te zijn van het welvaren onzer instelling. In de meergemelde Algemeene Vergadering werden tevens tot leden van onzen Raad van Toezicht benoemd de heeren J. G. A. Opfergelt en C. W. Leentvaar, zulks ter aanvulling der vacatures ontstaan door het overlijden van wijlen den heer L. v. Duynhoven en doordat de heer Mr. Edm. Delhougne tot bestuurslid werd gekozen. Dit jaar zijn volgens rooster aan de beurt van aftreden de heeren C. Moors, A. H. Lohuis, G. W. Kampschöer en C. W. Leentvaar. Tot aanvulling dezer vacatures zal gelegenheid wor den gegeven. Aldus vastgesteld in de vergadering d.d. 20 April 1943. De Raad van Toezicht: Mr. P. W. H. TRUYEN, President. C. MOORS, Vice-President. Het Bestuur: A. N. FLESKENS, Voorzitter. TH. P. H. RUTTEN. Jhr. Mr. F. J. M. VAN NISPEN TOT SEVENAER. Mr. EDM. DELHOUGNE. In verband met zijn afwezigheid was de Ondervoorzitter, de Heer Jhr. Mr. J. TH. M. SMITS VAN O YEN niet in de gelegenheid dit stuk mede te onderteekenen. Ter voldoening aan artikel 26 lid 2 der statuten hebben wij de Balans met de Verlies- en Winstrekening over het afgeloopen boekjaar 1942 onderzocht. Bij dit onderzoek lieten wij ons voorlichten en bijstaan door het door U aangewezen Accountanskantoor van W. Kreukniet. Op grond van ons voornoemd onderzoek, dat met volle medewerking van Bestuur en Directeuren plaats vond, hebben wij de overtuiging gekregen, dat de Balans per 31 December 1942 met de bijbehoorende Verlies- en Winstreke ning den juisten toestand der Bank wedergeven en dat de administratie met groote nauwkeurigheid wordt gevoerd.

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Coöperatieve Centrale Boerenleenbank | 1942 | | pagina 4