r
I
f
I
II
h>
II
7
Aan
den Raad van Toezicht en
de Commissie van Advies
der Coöperatieve Centrale Boerenleenbank
te
Eindhoven.
MIJNE HEEREN,
Wij meenen dit verslag niet te mogen aanvangen zonder te memoreeren, dat het op 5 Dec.
j.1. 40 jaar geleden was, dat tot oprichting onzer Instelling werd besloten, terwijl op 24 December
1898 de oprichtingsacte werd gepasseerd, welke in de Nederlandsche Staatscourant van 19 Januari
1899 Nr. 16 werd gepubliceerd.
De 22 plaatselijke Boerenleenbanken, die als oprichters fungeerden, hebben zich ten doel
gesteld een Centrale Bank in het leven te roepen, die de functie van bankier der aangesloten lo
cale Boerenleenbanken zou vervullen en daarnaast als orgaan, belast met toezicht op het beheer
dezer plaatselijke banken zou optreden. Deze taak komt duidelijk tot uitdrukking in artikel 2 onzer
statuten, waar als doel onzer Instelling wordt aangegeven het bevorderen van het welzijn der lo
cale Boerenleenbanken zonder haar zelfstandigheid te schaden, door:
,,le. aan gemelde Boerenleenbanken geld voor te schieten of voor haar zekerheid te stellen
ten behoeve van derden;
2e. gelden dier Boerenleenbanken in loopende rekening en in deposito te nemen;
3e. bij het beleggen van gelden bemiddeling te verleenen;
4e. toezicht te houden over haar beheer en haar zooveel mogelijk behulpzaam te zijn,
5e. een reservefonds te vormen;
6e. de 'oprichting van Boerenleenbanken te bevorderen;
7e. alle andere wettige middelen".
Het strekt allen, die aan de totstandkoming, de instandhouding en den bloei onzer Instel
ling medewerkten, tot eere, dat onze Centrale Bank voor de bij haar aangesloten plaatselijke Boe
renleenbanken onder Gods Zegen thans gedurende 40 jaren de haar opgedragen taak heeft mogen
vervullen op een wijze, die in sterke mate aan den socialen en economischen toestand van de land
en tuinbouwende bevolking ten goede is gekomen.
Een terugblik te werpen op de veertigjarige periode, die wij thans afsluiten, zou buiten het
bestek van dit jaarverslag vallen. Wij mogen volstaan met te dezer zake te verwijzen naar een ge
denkboek, dat onder den titel: .Veertig jaren landbouwcrediet" eerstdaags zal verschijnen.
In ons vorig jaarverslag maakten we melding van de hernieuwde inzinking van het econo
misch leven, die het begin van 1938 kenmerkte. De aanzet tot een licht herstel der conjunctuur
mocht weliswaar in de tweede helft des jaars waarneembaar zijn, doch tot op heden bleef elke wer
kelijke verbetering van de economische vooruitzichten achterwege onder den beklemmenden druk
van de internationale politieke verhoudingen. Het wederzijdsche vertrouwen der volkeren en lan
den, waarop elke blijvende en werkelijke welvaart moet steunen, ontbreekt ten eenen male.
De ongunstige economische en politieke omstandigheden in en buiten Europa staan aan
een verbetering van den toestand van het Nederlandsche land- en tuinbouwbedrijf, dat in zoo ster-
f i'
d;
tt
l't
if ::i