Aan den Raad van Toezicht en de Commissie van Advies der Coöperatieve Centrale Boerenleenbank te Eindhoven. MIJNE HEEREN, Konden wij in ons vorig jaarverslag met eenig optimisme gewag maken van een begin van verbetering in den algemeenen economischen toestand, ditmaal moeten wij in ons overzicht vermelden, dat de opleving in het internationale economische leven in de tweede helft van 1937 heeft plaats gemaakt voor een toestand van weifeling en van geleidelijken teruggang, welke terug gang in de eerste maanden van 1938 werd voortgezet. De gevolgen van deze inzinking der wereld conjunctuur zoomede die van den onzekeren politieken toestand in Europa zijn voor het economische leven in Nederland en voor onzen in zoo sterke mate op export aangewezen land- en tuinbouw niet zonder invloed geweest, al mogen de gevolgen van deze nieuwe inzinking zich in ons bedrijfsleven dan ook nog niet zoo scherp hebben afgeteekend als in andere landen. Al mocht na het intrekken van het z.g. Vaste Lasten-Ontwerp en van het Ontwerp Landbouwcrisishypotheekwet 1936, zoomede na het loslaten van den gouden standaard redelijker wijze worden aangenomen, dat de Regeering geen voorstellen betreffende een wettelijk ingrijpen in de schuldverhoudingen aanhangig zal maken, zoo kunnen wij toch niet nalaten met instemming gewag te maken van de door den Minister van Economische Zaken in de Tweede Kamer der Staten Generaal afgelegde nadrukkelijke verklaring, dat van de Regeering op het gebied der vaste lasten, geen voorstellen tot wettelijke maatregelen zijn te verwachten. Voor de geregelde func tioneering der credietvoorziening van de land- en tuinbouwbedrijven is zulks van zeer groot belang. Met het streven van den Minister om langs anderen weg te trachten in bepaalde geval len en in bepaalde gebieden tot eene verlichting van lasten te geraken, betuigen wij intusschen gaarne onze instemming. De reeds einde 1936 aangevangen daling van den rentevoet op de geld- en kapitaal markt werd in het afgeloopen jaar in versneld tempo voortgezet, waartoe in niet geringe mate de groote en abnormale geldruimte die in het land heerscht, heeft bijgedragen. Vandaar dat wij genoodzaakt werden de voor de aangesloten plaatselijke Boerenleenbanken toegepaste rentetarie ven in Maart, Juli en December 1937 te herzien. Bij de laatstvermelde wijziging der rentetarieven zijn wij vooral uitgegaan van de gedachte, dat onze organisatie bij de huidige abnormale ruimte aan gelden op korten termijn zooveel mogelijk de aantrekking van ongedurige middelen moet vermijden en zich moet blijven beperken tot het aannemen van spaargelden met rustig en blijvend karakter. De goede gang van zaken in eene organisatie als de onze kan op den duur niet gediend zijn met een teveel aan geldmiddelen van vluchtigen aard, aangezien deze toch niet in evenredig heid kunnen worden benut ter verstrekking van bedrijfsvoorschotten en credieten aan het land en tuinbouwbedrijf. Wij hebben de eer U conform artikel 17 onzer statuten verslag uit te brengen over het boekjaar 1937, welks resultaten in verband met de ongunstige ontwikkeling van den rentevoet op de geldmarkt en van den sterken en snellen toevloed van gelden, vooral in het laatste half jaar, beneden die van het voorafgaande boekjaar blijven.

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Coöperatieve Centrale Boerenleenbank | 1937 | | pagina 4