Mijne Heeren, 7 Aan den Raad van Toezicht en de Commissie van Advies der Coöperatieve Centrale Boerenleenbank te Eindhoven. Hiermede hebben wij de eer U ons verslag uit te brengen over den toestand onzer Bank en de in het afgeloopen boekjaar verkregen resultaten, een en ander overeenkomstig het bepaalde bij Art. 17 onzer Statuten. De Balans- en Verlies- en Winstrekening, welke ons verslag vergezellen geven U een duidelijk overzicht van hetgeen in het afgeloopen jaar is verricht en vertoonen een beeld van gezon den bloei en ontwikkeling onzer Bank. De zuivere bedrijfswinst is ruim 130.000.— grooter dan verleden jaar, waarbij rekening is gehouden met eene extra-afschrijving op gebouwen van ruim 59.000.— over het jaar 1928. Wij mogen dan ook over de bereikte resultaten alleszins tevreden zijn. De rentemarkt was voor ons gunstig; de geldleeningen aan Provincies, Gemeenten en Polders konden met eene voor ons mooie rentewinst worden afgesloten. Deze gunstige toestand weerspiegelt zich dan ook tenvolle in onze winst op interest, welke per saldo heeft bedragen 689.199.09, zooals in de Verlies- en Winst- rekening vermeld staat. Over het verloop onzer credietverleening kunnen wij onverdeeld gunstig rapporteeren. Onze effectenportefeuille geeft eene minder gunstige uitkomst te zien. Hierop valt een verlies te boeken van f 351.745.52 welk bedrag tenvolle kan worden verrekend uit onze reserve effectenkoersverschillen. De verantwoording hiervan vindt U terug zoowel in debet- als in creditzijde der Verlies- en Winst rekening. Het koersverschil komt voornamelijk op rekening van onze beleggingsfondsen als Staats-, Provinciale- en Gemeenteleeningen, welke vooral de laatste maanden van het afgeloopen boekjaar zijn teruggelcopen. Intusschen, en dit geldt natuurlijk voor het thans loopende boekjaar, hebben meerdere fondsen zich weder hersteld en is het geleden boekverlies wederom grootendeels ingehaald. Doordat wij de koerswinsten op onze fondsen, welke uitsluitend prima beleggingsfondsen zijn. niet a s winst hebben verantwoord, doch steeds ten gunste der rekening Reserve Effectenkoersverschillen hebben gebracht, zijn wij gedekt tegen nadeeüge uitkomsten als waarvan hier sprake is. De toevloed van spaargelden was het afgeloopen jaar beduidend. Wij boekten thans per saldo aan gelden onzer aangesloten Boerenleenbanken 58.787.407.91 tegen 55.595.861in et

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Coöperatieve Centrale Boerenleenbank | 1929 | | pagina 4