Mijne Heeren, 7 Aan den Raad van Toezicht, de Commissie van Advies der Coöperatieve Centrale Boerenleenbank te Eindhoven. In overeenstemming met het voorschrift van artikel 17 der statuten hebben wij de eer U hiermede verslag uit te brengen over den toestand onzer Instelling gedurende het afgeloopen boekjaar en bieden U hierbij aan de Balans en Verlies- en Winstrekening, zooals die door ons zijn opgemaakt en welke, zooals uit de onderteekening blijkt, zijn accoord bevonden. Het doet ons genoegen te kunnen constateeren, dat- de zuivere bedrijfswinst, in verge lijking met vorige jaren, een stijging te zien geeft evenals de Reserve voor Koersverschillen, die sinds den vorigen balansdatum met 900.524,81 is toegenomen. Zooals uit de Balans en de daarbij aansluitende Statistieken blijkt, zijn de Deposito s en Creditgelden gedurende het afgesloten jaar met een totaal bedrag van ƒ7.647.810,78 vermeerderd en bedragen dezelve per balansdatum te zamen 50.630.325,62. Wij hebben de beschikbare middelen, zooals steeds, veilig belegd, daarbij meer lettende op de soliditeit en liquiditeit dan op een hoog rendement; vandaar dat de interestwinst bij onze Instelling vrij stabiel en in betrekkelijken zin aan enge grenzen gebonden is. Tengevolge van de verdere ontwikkeling van ons bedrijf heeft personeeluitbreiding moeten plaats vinden en is dienovereenkomstig de post salarissen en wat daarmede in verband staat eenigszins gestegen. Wij kunnen tot ons genoegen vermelden, dat Directie en Personeel zich met groote toewijding van hunne taak hebben gekweten, waarvoor wij hier gaarne een woord van dank brengen. De Kapitaalrekening en het Aansprakelijkheidsfonds zijn sinds verleden jaar elk met 84.000.—, alzoo te zamen met 168,000.— toegenomen, uitmakende met de totale reserve na winstverdeeling ruim 8.500.000. dienende tot zekerheid voor de richtige nakoming der loopende verplichtingen. De positie der Bank mag dan ook zonder eenige reserve zeer gunstig worden genoemd. Onze Instelling heeft hare functie gemakkelijk en tot volle tevredenheid der aangesloten Boeren leenbanken, welker aantal ook den laatsten tijd wederom is uitgebreid, kunnen verrichten. Wij stellen er prijs op te verklaren, dat het steeds ons streven is geweest den crediet- behoevenden Boerenstand tegen zeer billijke rente, mits voldoende waarborg kon worden gesteld, de benoodigde gelden te verschaffen en wij hopen dit te kunnen blijven doen met behulp van de aan ons toevertrouwde gelden, die op de allereerste plaats hunne bestemming in die richting vinden. Omtrent de verdeeling der bedrijfswinst verwijzen wij U naar bladz. 12 van ons verslag en vertrouwen, dat de Algemeene Vergadering zich daarmede zal kunnen vereenigen. Aan ons College ontviel door een plotselingen dood de Heer P. M. van Vorst, die sinds 1900 zitting had in het Bestuur onzer Instelling. De Heer van Vorst heeft groote verdiensten ten opzichte van het landbouwcrediet en van onze Centrale Bank. Hij behoorde tot de Noord-Brabantsche commissie van voorbereiding van Boerenleenbanken, die het eerst statuten voor Boerenleenbanken ontwierp, en sinds dien heeft hij steeds de ontwikkeling van het landbouw-credietwezen voorgestaan en bevorderd. In de ver gaderingen, die hij zonder noodzaak nooit zou verzuimen, was zijne meer dan vijf en twintigjarige ondervinding van groote waarde, en steeds bleek dat de bloei en de uitbreiding van het landbouw crediet zijn warme sympathie hadden.

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Coöperatieve Centrale Boerenleenbank | 1925 | | pagina 4