J m
t$3?
Mijne Heeren,
r/W:
l'
n m ,i
At
7
Aan
den Raad van Toezicht,
de Commissie van Advies
der Coöperatieve Centrale Boerenleenbank
te
Eindhoven.
Overeenkomstig art. 17 der statuten hebben wij de eer U hiermede verslag uit te
brengen over het jaar 1923, het vijf en twintigste boekjaar onzer Instelling.
Een terugblik op het verleden stemt ons tot groote dankbaarheid over de resultaten,
welke met Gods hulp en vereende krachten zijn verkregen.
Steeds gaarne hebben Uwe Bestuurderen ernaar gestreefd de belangen, welke hun zijn
toevertrouwd, naar best vermogen te dienen. Zij spreken de hoop uit, dat zij in samenwerking
met Uwen Raad van Toezicht erin zullen slagen onze Instelling nog tot grooteren bloei en
ontwikkeling te brengen, langs den weg van voorzichtig en zakelijk beheer met een open oog
tevens voor de sociale belangen voor onze land- en tuinbouworganisaties en Instellingen.
Het land- en tuinbouwbedrijf heeft in het afgeloopen jaar met ongunstige factoren te
kampen gehad. De gewassen hadden veel van de weersgesteldheid te lijden en de zuivere opbrengst
van de verkoopen aan het buitenland was, wegens de onvastheid van het ruilmiddel aldaar, dik
wijls zeer gering. De uitkomsten van deze bedrijven kunnen dan ook slechts matig genoemd worden.
Gelukkig zijn de vooruitzichten thans beduidend verbeterd.
Natuurlijk heeft deze toestand ook eenigermate zijn invloed doen gelden op ons bedrijf,
zoodat de inlagen geringer waren dan in het jaar 1922. Uit de hierbij overgelegde Balans- en
Verlies- en Winstrekening en statistisch overzicht zal U zien, dat sinds 1922 de creditgelden onzer
Boerenleenbanken met rond f 7.000.000.— zijn teruggeloopen. Tot deze vermindering heeft de
debacle van de Hanzebanken ongetwijfeld bijgedragen. Daardoor werd in sommige kringen onrust
verwekt, die terugvragen van spaargelden bij de plaatselijke Boerenleenbanken ten gevolge had.
Wij hebben de bij ons aangesloten Boerenleenbanken op eerste aanvraag de verlangde
middelen ter beschikking gesteld, ter uitkeering aan hare inleggers. Met genoegen mogen wij consta-
teeren, dat een groot gedeelte der opgevraagde gelden niet behoorde aan den landbouwenden stand.
Sinds vele maanden zijn onregelmatige opvragingen niet meer voorgekomen, waaruit wij
meenen te mogen opmaken, dat in onze kringen de kalmte en het vertrouwen zijn teruggekeerd.
Wij achten het hier de plaats uitdrukkelijk te verklaren, dat onze finantieele verhouding
tot den boedel van de Hanzebank te 's Bosch in geen enkel opzicht reden tot ongerustheid geeft.
Het thans nog betrekkelijk geringe saldo onzer vordering op de Hanzebank in faillissement is
zelfs onder de meest ongunstige omstandigheden voldoende gedekt. Bij de afwikkeling van de
ons gecedeerde vorderingen houden wij, voor zoover zulks met onze belangen in overeenstemming
is te brengen, ook rekening met de belangen van de Crediteuren der Hanzebank en van de
desbetreffende debiteuren, die uit den aard der omstandigheden niet allen in staat zijn onmiddellijk
voor aflossing zorg te dragen.
Gaarne brengen wij hier een speciaal woord van dank aan onzen Directeur, voor de
wijze waarop hij de afwikkeling onzer vordering op de Hanzebank heeft ter hand genomen en
de zeer bevredigende resultaten, welke dank zijn grooten ijver tot heden zijn bereikt.