Km' li: W m: Hl 'i ktin ■lm, vm>; Bi i ■•ifSu :|'i' Mijne Heeren, •WH-; V "■4 !t* j|: Ifj :>f 'tiïf mi •,v.; j'v •.'viviu' 7 Aan den Raad van Toezicht, de Commissie van Advies der Coöperatieve Centrale Boerenleenbank te Eindhoven. Ter voldoening aan het bepaalde bij art. 17 onzer Statuten hebben wij de eer U het verslag aan te bieden onzer verrichtingen over het boekjaar 1922. Wij achten het overbodig op den zeer ongunstigen toestand te wijzen, waarin de land en vooral de tuinbouw in het afgeloopen jaar verkeerden. In de pers en in de Vergaderingen der beide Kamers der Staten-Generaal werd over deze aangelegenheid herhaaldelijk gesproken. De Regeering en het Bestuur van eenige provincies beraamden plannen tot hulpverleening, en enkele regelingen dienaangaande werden bereids getroffen. Dat ondanks den slechten toestand in land- en tuinbouw de deposito s der Boerenleen banken bij onze Centrale Boerenleenbank niet verminderden, meenen wij voor een groot deel te mogen toeschrijven aan het gelukkig aanpassingsvermogen der landelijke bevolking, die de tering naar de nering weet te zetten, en voor zoover in betere tijden de bekende zuinigheid dezer bevolking eenigszins verlaten was - hiertoe spoedig is weergekeerd. Daarenboven hebben de Boerenleenbanken steeds meer aan vertrouwen gewonnen, zoodat het aantal spaarders bij alle plaatselijke Boerenleenbanken is toegenomen. Ook dit jaar meenden wij weer goed te handelen door een bedrag van 200.000.— te reserveeren om eventueel af te schrijven op landbouwdebiteuren, terwijl van de gemaakte koers winst 500.000.— gereserveerd werd voor eventueele koersverliezen. Alvorens over te gaan tot het bespreken van eenige onderdeelen wenschten wij nog eraan te herinneren, dat door de Algemeene Vergadering van 26 Juni 1922 werd besloten tot verhooging van het aandeelenkapitaal, en in verband hiermede werd den aandeelhouders de ver plichting opgelegd tot aansprakelijkheid voor een gelijk bedrag der door hen genomen aandeelen. Dientengevolge is het aandeelenkapitaal en de aansprakelijkheid van 1.503.000 tot ƒ4.124.000.— gestegen. Nog werd in diezelfde vergadering besloten het door de Boerenleenbanken in Crisis- fonds B gestorte bedrag te restitueeren, over te gaan tot de vorming eener gemeenschappelijke reserve en het maximum dividend te brengen van 4 op 6°/q.

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Coöperatieve Centrale Boerenleenbank | 1922 | | pagina 4