-mm i'
mmm
:Wt8iJ
:+M li
IS!'1
lil
ilSli
-
S'ip;;
"Sartós
ï'Mïi
i'Pf'
I T 'U:'
.VTTTi'T ;-■
<V:; I
Bestuurs-Commissie.
Inspectie.
Toetreding nieuwe Boerenleenbanken.
-
-
Uittreding Boerenleenbanken.
y(i''.\r!-i.'"*.'-'l V
I
■li l i-'i
"X '7j'ï.'is1/-
a r- ïi.
GT C;
\r j
vjf O;!'.;*
8
Gold dit voor den landbouw in het algemeen, het duidelijkst kwam het tot uiting in den
tuinbouw. Steeds meer personen zochten zich in den tuinbouw een bestaan en legden zich toe op
het kweeken van alles wat het buitenland van ons vroeg en van dit alles het beste en het eerste.
Zonder dat land- en tuinbouw zich in het bijzonder richtten op de binnenlandsche
behoeften, werd nochtans ook hierin voorzien.
Hoe geheel anders is dit thans. Het gebrek aan koopkracht onzer vroegere afnemers
maakt den uitvoer steeds moeilijker. Daarnaast echter ziet men in het buitenland schier overal krach
tige pogingen aanwenden om het land zooveel mogelijk onafhankelijk te maken van den vreemden
invoer, dus ook van Nederland. Bij deze pogingen bepaalt men zich niet alleen tot die, welke
gericht zijn op het verhoogen van den bloei van land- en tuinbouw en het versterken der econo
mische en maatschappelijke positie van de landbouwers en tuinders, maar meermalen gaat men
ook over tot gedeeltelijke of algeheele sluiting der grenzen voor het product van vreemden bodem.
Voegt men hierbij het valuta-vraagstuk, dan zal het een ieder duidelijk wezen, dat dit
alles te zamen onzen land- en tuinbouw brengen moet in de grootste moeilijkheden."
Het spreekt van zelf, dat tengevolge van dit alles, sommige Landbouwinstellingen in
meer of minder ongunstigen toestand kunnen geraken en enkele reeds de nadeelige gevolgen
ondervonden. Zooals wij reeds op pag. 8 van ons verslag over 1920 mededeelden, blijven wij
het als onzen plicht beschouwen de behulpzame hand te bieden waar dit noodig mocht blijken,
zij het dan ook ten koste eener finantieële opoffering onzerzijds.
Wij meenden dan ook goed te doen, thans met het oog op de gunstige bedrijfsresultaten
van 1921, een bedrag van 500.000,te reserveeren voor afschrijving op landbouwdebiteuren.
Een gedeelte hiervan schreven wij bereids af, terwijl het resteerende is opgenomen onder den
post „diverse crediteuren."
Wij gaan thans over tot het bespreken van eenige onderdeelen:
De Bestuurs-Commissie hield in 1921 elf vergaderingen. Op deze bijeenkomsten werden
de verslagen der inspecties behandeld en beslissingen genomen in ondergeschikte punten, met name
in zake wijzigingen der Huishoudelijke Reglementen van plaatselijke Boerenleenbanken.
Verder hield de Commissie zich bezig om gewichtige aangelegenheden voor de Bestuurs
vergaderingen voor te bereiden.
In den loop van 1921 werden al de aangesloten Boerenleenbanken geïnspecteerd, waarbij
over het algemeen kon worden vastgesteld, dat de beheerderen hun taak op voldoende wijze
vervulden.
Met uitzondering van eenige weinige Banken werd ook bij het cot stand brengen van de
noodig geoordeelde verbeteringen in den regel alle bereidwilligheid en medewerking ondervonden.
Er werd door den Chef der Inspectie bij 43 Boerenleenbanken een niet te voren aan
gekondigd bezoek afgelegd.
Liefde voor zijn beroep als advocaat deed den Heer Mr. W. K. S. van Haastert, Chef
der Inspectie, het besluit nemen, zijn werkkring bij onze Bank te verlaten, teneinde zich geheel
aan zijn praktijk te kunnen wijden. Gaarne brengen wij hem hier dank en hulde voor het vele
goede, voor de Bank gedaan.
9
Als zijn opvolger werd de Secretaris van het Bestuur, de Heer Mr. V. G. G. M. Dubois
aangewezen.
De Heer H. Verbeeten, tot dusver Inspecteur onzer Instelling, werd benoemd tot
Eerste-Inspecteur.
In 1921 traden de navolgende elf Boerenleenbanken toe:
.Sibbe (L.) Klundert (N.-B.) Netersel (N.-B.) Limmel (L.)
Nieuw-Vosmeer (N.-B.) Vierakker (Gld.) Huiten (N.-B.) Siebengewald (L.)
Hooglanderveen (U.) Weiten (L.) Terheyden (N.-B.)
In het geheel telden wij dus einde 1921 501 Boerenleenbanken tegen 490 aan het einde
van 1920, volgens de plaats harer vestiging verdeeld als volgt:
In
1921
1920
1919
1918
1917
1916
1915
1914
1913
1912
1911
1910
Noord-Brabant
193
188
182
175
168
160
147
144
136
131
117
108
Limburg
144
140
138
136
131
126
121
120
117
115
104
100
Gelderland
67
66
61
47
46
45
42
41
40
34
30
24
Overijssel
43
43
40
32
32
32
32
31
29
26
23
18
Zuid-Holland
23
23
22
21
21
21
20
19
19
17
16
13
Zeeland
7
7
7
6
6
6
6
6
6
7
7
7
Drenthe
7
7
6
6
6
6
5
5
4
4
4
4
Noord-Holland
5
5
5
5
5
5
5
4
4
4
4
4
Utrecht
7
6
6
5
5
5
5
5
5
5
4
4
Friesland
5
5
2
2
2
2
2
2
2
2
Groningen
1
1
1
1
1
1
1
1
1
Totaal
501
490
469
436
423
409
386
378
363
346
310
283
In:
1909
1908
1907
1906
1905
1904
1903
1902
1901
1900
1899
Noord-Brabant
99
96
94
82
67
62
57
52
40
31
19
Limburg
95
76
70
66
54
44
34
23
18
13
12
Gelderland
23
23
22
17
11
9
7
3
3
1
1
Overijssel
17
15
6
3
3
2
Zuid-Holland
11
11
9
7
7
5
2
1
Zeeland
7
7
7
7
7
6
2
1
1
1
1
Drenthe
3
2
2
2
Noord-Holland
4
4
4
4
4
4
2
i
Utrecht
3
2
1
1
Friesland
j
Groningen
1
1
1
1
1
Totaal
263
237
216
190
154
132
104
80
62
46
33
In 1921 zijn geen Boerenleenbanken uitgetreden.