f f f - - Balans (Activa). Verlies- en Winstrekening (Baten). 12 Markendeposanten: Het door Boerenleenbanken en door leden van Boerenleenbanken gedeponeerde bedrag op de „Marken-Deposito-Rekening"; de marken gemakshalve omgerekend tegen den koers van 5. Francsdeposanten t Het door Boerenleenbanken en door leden van Boerenleenbanken gedeponeerde bedrag op de „Francs-Deposito-Rekening de francs gemakshalve omgerekend tegen den koers van 20. Te betalen CouponsHet bedrag der betaalbare en nog niet geïnde coupons van 4 10-jarige schuldbrieven. Te betalen DividendHet bedrag van nog niet geïnde dividendbewijzen. Reservefonds (gewoon): Op 1 Jan. bedroeg het saldo f 100.587 36 Dit werd uit de winst van 1919 verhoogd met. 6 524 80 Reserve ,.B" Crisisfonds. 107.112.16 Overeenkomstig ons voorstel in het jaarverslag over het vorig boekjaar zijn van deze rekening de bijdragen onzer Centrale Bank in dit fonds van deze rekening afgevoerd en geboekt op eene rekening „Reserve „A" Crisisfonds". Het saldo van de rekening „Reserve „B" Crisisfonds" bedroeg op 1 Jan. 1920 102.228.40 Overgeboekt op rekening „Reserve „A" Crisisfonds" - 62 575 70 Vermeerderd met gekweekten intrest Reserve „A" Crisisfonds. Overgeboekt van rekening „Reserve „B" Crisisfonds" Bijgestort uit de winst van 1919 Vermeerderd met gekweekten intrest 39.652.70 - 2.404.70 42.057.40 62.575.70 39.652.70 102.228.40 2.933.63 f 105.162.03 Reserve Gebouwen: Deze rekening werd opnieuw met f 1600.— (ongeveer 2o/0 der bouwkosten) verhoogd. Fonds tot oprichting eener Onderlinge Inbraak-Verzekering: Het saldo van de vorige balans groot 10 660 56 Vermeerderd met de gekweekte rente373 jj f 11.033.67 Diverse Deposanten EfFectenleendepotZie Bijlage V. Bewaargevers van Titels: Zie Bijlage VI. Bewaargevers van Vreemd Geld: Zie Bijlage VII. Renterekening voor Loopende Rente: Voor specificatie verwijzen wij naar Bijlage III. Onkosten voor nog te betalen zijnde het Bedrag van eenige nieuwjaarsrekeningen. Aandeelhouders voor nog te storten Op het per einde 1920 geplaatste kapitaal groot 1.470.000.is nog 90% te storten, bedragende 1.323.000. Kassa: Het kassaldo per 31 December 1920. Vreemd Geld: Het aanwezige Vreemd Geld. Coupons en losbare stukken: Betreft in 1921 vervallende coupons en losbare stukken, ons reeds in 1920 ter incasseering toegezonden en reeds in 1920 gecrediteerd. Kassiers. Zie Bijlage VIII. Disconto's: Het bedrag der per 31 December 1920 in portefeuille zijnde gedisconteerde wissels. Deposito u/g: Het bedrag door ons bij derden a deposito geplaatst. Effectenfonds: Voor specificatie dezer rekening verwijzen wij naar Bijlage XI. De fondsen met beursnoteering werden opgenomen tegen den koers van den laatsten beursdag in 1920. Voor de niet in de noteering opgenomen fondsen werden koersen aangenomen, afgeleid uit koersen van soortgelijke effecten, wél in de noteering voorkomende. Deelname Nederlandsche Landbouwbank. Onze deelname is in 1920 niet gewijzigd. Zij bedraagt: 150 aandeelen A a 1000,f 150.000. 25 aandeelen A a 1000.met 10% storting - 2.500. 152.500.— Leeningen met Effectenonderpand: Het bedrag onzer belegging in leeningen met effectenonderpand. Provinciën, Gemeenten en Polders: Het bedrag onzer onderhandsche uitleeningen aan publiekrechtelijke lichamen. Al deze leeningen werden onder zoodanige voorwaarden gesloten, dat wij de daarin belegde kapitalen op zeer korten termijn liquide kunnen maken. CrediethypothekenHet in deze belegde bedrag is opzegbaar met drie maanden, terwijl dezen debiteuren in de akten bovendien de verplichting is opgelegd, ons op ons verzoek drie- maandsche credietpromessen af te geven. Hypotheken: De in 1920 tot stand gekomen leeningen werden gesloten met personen voornamelijk landbouwers die niet bij de Boeren Hypotheekbank terecht konden, omdat zij niet behoorden tot den kring eener bij die instelling aangesloten Boerenleenbank. De hypotheken zijn alle opeischbaar drie maanden na opzegging. BoerenleenbankenZie Bijlage XIII. Diverse Debiteuren: Zie Bijlage XII. Gebouwen: De kostprijs onzer gebouwen. MeubilairDe waarde, na afschrijving, onzer kantoormeubelen. Magazijn: Aanwezig materiaal, te verstrekken aan Boerenleenbanken. Effecten-Leendepöt: Zie Bijlage V. Bewaarneming van Titels: Zie Bijlage VI. Bewaarneming van Vreemd Geld: Zie Bijlage VII. 4 Tienjarige Schuldbrieven in portefeuilleHet niet uitgegeven gedeelte der achtste serie schuldbrieven, aflosbaar 1 Juli 1930. Renterekening voor loopende rente Zie Bijlage IX. Onkosten nog te ontvangen Betreft eenige vorderingen betrekking hebbende op het boekjaar 1920, waarvan de verrekening geschieden zal in 1921. Verlies en Winst 1919 Het bedrag der onverdeelde winst over het vorige boekjaar, verminderd met de bijdrage in het pensioenfonds over het eerste kwartaal van 1920. Renterekening: Zie Bijlage X. Provisierekening: Betreft de ontvangen provisiën als: rekeningcourantprovisie van „derden", provisie op aan- en verkoop van effecten, vreemd geld, couponprovisie, provisie voor verstrekte bankgarantiën. De aan de Boerenleenbanken in rekening gebrachte rekeningcourant provisie is op de onkostenrekening in mindering gebracht. (Zie Bijlage XIV) Safehuur: Betreft ontvangen safe-loketten-huur. Boete Algemeene Vergadering De door aangesloten Boerenleenbanken betaalde boeten wegens het niet bijwonen der Algemeene Vergadering in 1920.

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Coöperatieve Centrale Boerenleenbank | 1920 | | pagina 7