rilt i=-. I i* fi'lM ^W*Ï< ft;-: flMiï i1 ;,d'$ 4if f Il-r1':' a k rmtt Hl, ■fi-Üi:"-' 1 yy i |®p; i-'f j' i Itr- lij hal'y -1 Reservefonds B. Crisisfonds. Bestuurs-Commissie. Inspectie. Toetreding nieuwe Boerenleenbanken. Uittreding Boerenleenbanken. i .1-, 4 ij y *4 .VJt T;- 11 |vt En ten slotte is er sindsdien gekomen eene krachtige landbouw-organisatie. Naast bon den en vereenigingen met een algemeen doel, tal van groote en grootere organisaties met een bijzonder doel. Het overgroote deel dier vereenigingen beschikt over flinke, degelijke krachten, die er ongetwijfeld in zullen slagen den land- en tuinbouwer als zoodanig te behouden, zoowel moreel als materiëel. Blijven onze landbouwers vast aaneen gesloten in hunne bonden en vereeni gingen, dan zullen zij, met Gods hulp, voor Kerk, Vorstin en Vaderland behouden blijven. Aan dat behoud mede te werken behoort ook tot de taak van onze instellling en wij zullen het ons een plicht achten alles te doen wat mogelijk is om den Nederlandschen land- en tuinbouwer voor ondergang te behoeden. Ook voor onze instelling was het afgeloopen jaar niet zoo gunstig, als wij hadden meenen te mogen verwachten. De bedrijfsresultaten zijn zeer goed geweest, maar ook dit jaar hadden wij weder enorme koersafschrijvingen op ons effectenbezit te doen. De Verlies- en Winstrekening toont aan eene bruto winst van 882.415.48>/2 (waaronder 9.270restitutie voor te veel betaalde Oorlogswinstbelasting), waartegenover staan de navolgende uitgaven Onkosten 113.354,31. Pensioenbijdragen 2.933.69, safehuur ƒ40afschrijvingen 2.600. (gebouwen 1.600.en meubilair 1.000.benevens 698.239.44 koersverlies op ons effec tenfonds, waarna nog eene nettowinst overblijft van 65.248.04V2- Gelukkig dat eene instelling als de onze niet behoeft beoordeeld te worden naar haar winstcijfer alleen. Er zijn daarbij andere factoren in acht te nemen en wel op de allereerste plaats, de vraag „Heeft de instelling aan haar doel beantwoord En nu meenen wij, zonder vrees voor tegenspraak, te mogen zeggen, dat onze Centrale zich en wel in alle opzichten van hare taak heeft gekweten. Men leze art. 2 onzer statuten (doel der vereeniging) neme kennis van hetgeen hierachter volgt over de verschillende verrichtingen onzer instelling en oordeele dan zelf, of onze uitspraak al dan niet juist is. Dat wij het doel onzer vereeniging konden naleven, hebben wij op de allereerste plaats te danken aan het groot vertrouwen, dat wij van de aangesloten Boerenleenbanken ook in het afgeloopen jaar weder mochten ontvangen. Wij zijn voor dat vertrouwen oprecht dankbaar. In onze wijze van werken kwam in het afgeloopen jaar geen wijziging. Onze direct opvorderbare deposito's werden besteed om leeningen op korten termijn af te sluiten, het deposito met één jaar opzegging stelde ons in staat meerdere leeningen op gelijken termijn te verstrekken, terwijl de opbrengst onzer 4 10-jarige schuldbrieven kon worden benut tot het geven van voorschotten op langen termijn. Op het einde van 1919 was er op deze rekening gestort (inclusief bijgeschreven rente) een bedrag van f 102.228.40, hierna, bij de omschrijving van de balans-posten, nader gespecificeerd. De ervaring heeft ons geleerd, dat wij de gedane toezegging „rekening en verantwoording te zullen doen op de algemeene vergadering" moeilijk kunnen naleven, willen wij met de gelden van dit fonds geholpen land- en tuinbouwers niet krenken in hun eer en goeden naam. Wij stellen daarom zie de rubriek WINSTVERDEELING voor om dit fonds te splitsen n.1. in een Crisisfonds A en in een Crisisfonds B. Op Crisisfonds A alleen de bijdragen onzer Centrale Bank te storten, op Crisisfonds B alleen de stortingen te boeken van onze aangesloten Boerenleenbanken. Crisisfonds B blijft het eigendom der aangesloten Boerenleenbanken, voorzoover zij tot de totstand koming van dat fonds hebben medegewerkt. Over die gelden zal zonder besluit der algemeene vergadering niet mogen worden beschikt. Crisisfonds A blijft ter beschikking van Bestuur en Raad van Toezicht. Een en ander zal nader worden toegelicht op de agenda der algemeene vergadering. L 9 De Bestuurs-Commissie hield in 1919 5 vergaderingen. Op deze bijeenkomsten werden de verslagen der inspecties behandeld en beslissingen genomen in ondergeschikte punten, met name in zake wijzigingen der Huishoudelijke Reglementen van plaatselijke Boerenleenbanken. Verder hield de Commissie zich bezig om gewichtige aangelegenheden voor de Bestuurs vergaderingen voor te bereiden. De achterstand in de inspectie der Boerenleenbanken, door de in het voorgaande Jaar verslag genoemde ongunstige omstandigheden van 1918 teweeggebracht, kon in den loop van 1919 niettegenstaande de uitbreiding van het corps inspecteurs nog niet geheel worden ingehaald. Bij twintig Boerenleenbanken moest de inspectie worden uitgesteld tot het voorjaar 1920. Het laat zich echter aanzien, dat de genomen maatregelen voor den terugkeer tot een normaal verloop van nu af het gewenschte gevolg zullen hebben. De verslagen, welke naar aanleiding van de inspectiën werden uitgebracht, gaven over het algemeen reden tot tevredenheid. Voor het tot stand brengen van de door ons noodig geoordeelde verbeteringen, onder vonden wij in den regel de loffelijkste bereidwilligheid. In 1919 traden de navolgende 34 Boerenleenbanken toe: Hoogland (U.) Stokkum (Gld.) Vaals (L.) Steenderen (Gld.) Tiel (Gld.) Helenaveen (N.-B.) Vianen (Z.-H.) Cromvoirt (N.-B.) Kuinre (O.) In 1919 is de Boerenleenbank Noordbroek (Gr.) uitgetreden. Van deze uittreding kon nog melding gemaakt worden op de algemeene vergadering van 16 Juni 1919. De Boerenleen bank trad uit omdat zij meende twee ernstige bezwaren te hebben tegen de bij onze Boeren leenbanken gebruikelijke regelen 1°. men wenschte zich te Noordbroek niet te houden aan het besluit onzer Algemeene Vergadering, dat alleen voorschotten mochten worden gegeven aan den landbouw; 2°. men wenschte zich niet te beperken tot eenen kleinen kring. Deurningen (O.) Hellendoorn (O.) Rietmolen (Gld.) Vorden (Gld.) Oirsbeek (L.) Philippine (Z.) Hulsel (N.-B.) Dalfsen (O.) Almelo (O.) St.Michielsgestel (N.-B.) Doornenburg (Gld.) Berghem (N.-B.) Borculo (Gld.) Waalre (N.-B.) Hattemerbroek (Gld.) Deventer (O.) Angeren (Gld.) Leuth (Gld.) Rijssen (O.) Beek bij Nijmegen(Gld.) Mariaparochie (O.) Neede (Gld.) Varsselder (Gld.) Apeldoorn (Gld.) Heeswijk (N.-B.)

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Coöperatieve Centrale Boerenleenbank | 1919 | | pagina 5