Mijne Heeren,
Inspectie.
Raad van Toezicht.
16
Thans is aan de beurt van aftreding de Heer
L. F. j. M. BARON VAN VOORST TOT VOORST te Twello,
terwijl eene vacature is ontstaan door het bedanken van den Heer
Mr. Dr. J. VAN BEST te Eindhoven,
welke vacature tijdelijk door den Raad van Toezicht is aangevuld door de benoeming uit zijn
midden van den Heer
A. N. FLESKENS te Geldrop.
Tot aanvulling der open plaatsen zal U gelegenheid worden gegeven.
Het Bestuur:
V. A. M. VAN DEN HEUVEL, Voorzitter.
J. L. H. KAMERBEEK, Onder-Voorzitter.
A. N. FLESKENS.
L. F. J. M. BARON VAN VOORST TOT VOORST.
P. M. VAN VORST, Secretaris.
Eindhoven, Maart 1915.
17
Aan de Boerenleenbanken, aangesloten bij de
Coöperatieve Centrale Boerenleenbank
te
Eindhoven.
Wij hebben de eer U hierbij aan te bieden het verslag van het Bestuur over de werk
zaamheden van het afgeloopen boekjaar, benevens Balans en Verlies- en Winstrekening op
31 December 1914.
Deze rekeningen zijn door ons nagegaan en accoord bevonden, waarom wij de vrijheid
nemen U voor te stellen, ter décharge van het Bestuur, de Balans en Verlies- en Winstrekening
op ultimo December 1914 goed te keuren.
De aangesloten Boerenleenbanken werden in het afgeloopen jaar alle minstens één keer ge
ïnspecteerd. De verslagen, welke naar aanleiding van die inspectiën werden uitgebracht, gaven
over het algemeen reden tot tevredenheid.
32 Boerenleenbanken werden in den loop van 1914 door den Hoofdinspecteur bezocht,
zonder dat hij zijn komst te voren aankondigde. De op- of aanmerkingen, die naar aanleiding
van deze onverwachte bezoeken gemaakt moesten worden, waren schier alle van ondergeschikten aard.
De bijeenkomsten van den Voorzitter van den Raad van Toezicht en den Hoofdinspecteur
hadden ook in 1914 geregeld plaats. Aan de briefwisseling, als gevolg van deze bijeenkomsten
met eenige Boerenleenbanken gevoerd, danken wij verbetering in haar beheer of boekhouding.
In uwe vergadering van 22 Juni 1914 werden de aftredende leden van ons College,
de Heeren
A. N. FLESKENS,
HENRY PIJLS,
F. C. VAN REST,
en J. C. TUCKER
met nagenoeg algemeene stemmen herkozen en werd de vacature, ontstaan door het bedanken
van den Heer J. H. M. H. Stoot, aangevuld door de benoeming van den Heer Th. Rutten te Horst.