Statuten-wijziging. 8 wekelijks hoogstens 25.terug te betalen. Daardoor bereikten wij dat personen, die werkelijk behoefte aan geld hadden, niet vastraakten en gingen wij het onnoodig geld afroepen tegen. Op 29 Augustus, toen de algemeene agitatie voorbij was, konden wij reeds eene wekelijksche uitbetaling van 100.— per boekje toestaan. Veertien dagen later per 14 September kon weder eenige meerdere vrijheid worden gegeven, 100 per week en per boekje werd gebracht op 300.— per week en per boekje. Op 24 October d.a.v. konden wij het uitbetalen van spaar gelden en het verkeer in loopende rekening wederom geheel vrij laten. Ten aanzien van het verleenen van voorschotten werden de volgende voorschriften gegeven. Bij circulaire van 2 Augustus werden de aangesloten Boerenleenbanken uitgenoodigd - tot het opleggen van een verbod misten wij de bevoegdheid om voorloopig geen voorschotten te verleenen. Op 14 September stonden wij toe kleine voorschotten te verstrekken tot hoogstens 100.- mits de aanvragers het ledenregister hadden geteekend vóór de mobilisatie. Per 24 October werd ook het geven van bedrijfscrediet aan „oude" leden werder geheel vrijgelaten. Verboden bleef alleen het verstrekken van crediet aan „nieuwe" leden, d.w.z. aan leden welke nog geen volle zes maanden in het ledenregister voorkwamen. Uitzonderingen werden alleen dan toegelaten, als het aanvragende lid door omstandigheden, onafhankelijk van zijnen wil, niet in de gelegenheid was geweest zich vroeger voor het lidmaatschap aan te meiden. Critiek op dezen laatsten maat regel hebben wij van de zijde der aangesloten Boerenleenbanken niet vernomen. Wel werd hij afgekeurd door personen, welke tot dusverre onverschillig stonden tegenover het vereenigingsleven op het platte land en die nu wel wilden toetreden, nu overal elders het geld schaarsch en peper duur was. Maar voor belangstelling enkel en alleen opgewekt door egoistische motieven, meenden wij toen en meenen wij ook nu nog te moeten bedanken. Dat er tengevolge van den oorlogstoestand minder werd ingelegd dan onder gewone omstandigheden is zeer begrijpelijk. Het inleggen werd ook nog in hooge mate belemmerd, zoo niet onmogelijk gemaakt, door de enorm slechte koersen voor marken en francs. Het zuiden van ons land is voor den afzet van land- en tuinbouwproducten en voor den verkoop van vee hoofd zakelijk aangewezen op Duitschland en België. De oorlog maakte dien afzet niet onmogelijk, maar de verkooper ontving uitsluitend vreemd geld en daarvoor was moeilijk en slechts tegen afzakkende koersen Hollandsch geld te krijgen. Gevolg dat onze in het zuiden wonende land bouwers het vreemde geld in de kast lieten liggen, in de hoop daarvoor binnen niet te langen tijd betere koersen te kunnen bedingen. Dat goed vertrouwen op betere koersen is tot heden en zal vermoedelijk tijdens den duur van den oorlog wel niet bewaarheid worden. Aan Boerenleenbanken welke ons daarom vroegen hebben wij gelegenheid gegeven om ons Duitsch geld „ter nadere ver rekening" toe te zenden. Wij hebben dat geld rentegevend gemaakt en konden dientengevolge zelf ook rente uitkeeren. Het „koers-risico" blijft natuurlijk voor rekening der desbetreffende Boerenleenbanken. Bij gemis aan eene beursnoteering per 31 December hebben wij ons effectenbezit opge nomen tegen de koersen voorkomende op den prijscourant van den laatsten beursdag, zijnde 28J uli. In die koersen van 28 juli teekenen zich de „gebeurtenissen" slechts gedeeltelijk af. Wel zijn zij lager dan die van b.v. begin Juli, maar het is vast en zeker dat bij algeheele openstelling der effectenbeurzen op eene enorme verlaging moet worden gerekend. Vandaar dat wij U dan ook voorstellen om de geheele winst over 1914, na aftrek van het verlies over 1913, te reserveeren. Zoodra de effectenbeurzen zullen zijn geopend en dus weer juiste koersen zullen worden genoteerd zullen wij eerst definitief kunnen vaststellen, welke nadeelen de oorlog ons in den vorm van koersverlies op effecten heeft gebracht. Zoo noodig zullen wij alsdan bepaalde voorstellen doen om die nadeelen weg te nemen. Tot zoolang die zelfs niet bij benadering zijn vast te stellen, meenen wij ons van het doen van voorstellen te moeten en te mogen onthouden. 9 In het afgeloopen boekjaar werd, na lange en ernstige voorbereiding, overgegaan tot wijziging van de Statuten en van het Huishoudelijk Reglement onzer instelling. De tegen 18 Mei 1914 bijeengeroepen Buitengewone Algemeene Vergadering kon deze taak in één keer onmogelijk afwerken. Zij werd voortgezet op 22 Juni. Maar ook toen bleek die taak nog te groot. Ook deze vergadering werd geschorst en de voortzetting bepaald op 3 Augustus d.a.v. Maar op 3 Augustus konden wij onmogelijk vergaderen. Door de mobilisatie was het treinverkeer deels opgeheven, deels ingekrompen, zoodat het voor de Afgevaardigden onmogelijk was Eindhoven te bereiken. Eindelijk, op 9 December kwamen wij klaar. De voornaamste wijzigingen in de Statuten onzer instelling waren de volgende: 1. de aangesloten Boerenleenbanken zouden voortaan drie aandeelen ieder groot 1.000. nemen in plaats van twee en daarop 10% in plaats van 1 0 o storten; 2. de voorwaarden, waaraan de Boerenleenbanken moeten voldoen om lid te kunnen worden van onze Centrale Bank, zijn aangevuld met de navolgende bepalingen, reeds voorkomende in de statuten der plaatselijke Boerenleenbanken a. dat (door de plaatselijke Boerenleenbank) geen blanco crediet mag worden verleend b. dat alle (door de plaatselijke Boerenleenbank) te verstrekken voorschotten met een opzeggingstermijn van drie maanden opeischbaar zijn; c. dat de statuten (der plaatselijke Boerenleenbank) niet kunnen gewijzigd worden zonder goedkeuring van het Bestuur der Centrale Bank. 3. de Huishoudelijke Reglementen (der plaatselijke Boerenleenbank) kunnen niet gewijzigd worden zonder goedkeuring van het Bestuur der Centrale Bank. 4. voortaan heeft het Bestuur der Centrale Bank de bevoegdheid aangesloten Boerenleen banken te ontzetten. (Tot dusverre was dit de taak onzer Algemeene Vergadering.) 5. uittredende Boerenleenbanken moeten deelnemen in het verlies der Centrale Bank. 6. een gedeelte van de bevoegdheden van den Raad van Toezicht zijn overgedragen aan het Bestuur. 7. het recht van aanbeveling voor leden van den Raad van Toezicht, vroeger enkel en alleen toegekend aan de Boerenbonden van Noord-Brabant en Limburg is ook verleend aan de Boerenbonden van Gelderland, Overijssel en Zuid-Holland. 8. aan den Nederlandschen Boerenbond is het recht van aanbeveling toegekend voor al de leden van de Commissie van Advies. 9. de winstverdeeling is zoodanig gewijzigd dat in afzienbaren tijd een deel der winst in één geval de geheele winst ter beschikking komt van de Algemeene Vergadering. 10. het dividend is cumulatief gemaakt. De voornaamste wijzigingen in het Huishoudelijk Reglement hadden ten doel 1. de Centrale Bank medezeggingsschap te geven bij het vaststellen van den kring, waarover eene plaatselijke Bank zich uitstrekt. 2. de controle van de Centrale Bank op de plaatselijke Boerenleenbank scherper te omlijnen. Tevens werden de Statuten en het Huishoudelijk Reglement der plaatselijke Boerenleen banken herzien en aangevuld. Het zij ons veroorloofd hier een warm woord van dank te brengen aan de Commissie ad hoe en in het bijzonder aan haren ijverigen en kundigen Voorzitter, den Zeereerwaarden Heer Van der Marck, voor de moeite welke zij zich heeft willen getroosten. Moge zij het genoegen smaken te ervaren, dat door haar werk onze Centrale Bank is komen te rusten op hechter en solieder grondslagen. Moge de nauwere band, gelegd tusschen den Nederlandschen Boerenbond met zijne Provinciale Boerenbonden en onze Centrale Bank rijke vruchten dragen, tot meerder welzijn van beide organisaties en de daarbij aangesloten christelijke landbouwers.

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Coöperatieve Centrale Boerenleenbank | 1914 | | pagina 5