Verlies- en Winstrekening. (Lasten). Bestuur. Mijne Heeren, Inspectie. Raad van Toezicht. 14 Onkostenrekening: Deze rekening is zoo nauwkeurig mogelijk gespecificeerd op Bijl. XV. Effectenfonds voor koersverschil Het totaal koersverschil bedroeg 104.526.75. Bijdrage pensioenfonds: zijnde 7°o van het uitbetaalde salaris over 1913 ingevolge de bepalingen van art. 14 van het Reglement op het Pensioenfonds. Safehuur: betaalde huur voor het plaatsen eener eigen brandkast in de safe-inrichting der Eindhovensche Bankvereeniging alhier. In de jaarlijksche Algemeene Vergadering van 2 Juni 1913 werd de Heer Mr. Dr. J. VAN BEST met nagenoeg algemeene stemmen herbenoemd. Thans is aan de beurt van aftreding de Heer J. L. H. KAMERBEEK te Venlo. Tot aanvulling dezer vacature zal U gelegenheid worden gegeven. Het Bestuur: V. A. M. VAN DEN HEUVEL, Voorzitter. J. L. H. KAMERBEEK, Onder-Voorzitter. Mr. Dr. J. VAN BEST. L. F. J. M. BARON VAN VOORST TOT VOORST. P. M. VAN VORST, Secretaris. Eindhoven, Maart 1914. 15 Aan de Boerenleenbanken, aangesloten bij de Coöperatieve Centrale Boerenleenbank te Eindhoven. Wij hebben de eer U hierbij aan te bieden het verslag van het Bestuur over de werk zaamheden van het afgeloopen boekjaar, benevens Balans en Verlies- en Winstrekening op 31 December 1913. Deze rekeningen zijn door ons nagegaan en accoord bevonden, waarom wij de vrijheid nemen U voor te stellen, ter décharge van het Bestuur, de Balans en Verlies- en Winstrekening op Ultimo December 1913 goed te keuren. De aangesloten Boerenleenbanken werden in het afgeloopen jaar alle minstens één keer geïnspecteerd. De verslagen, welke naar aanleiding van die inspectiën werden uitgebracht, gaven over het algemeen reden tot tevredenheid. 23 Boerenleenbanken werden in den loop van 1913 door den Hoofdinspecteur bezocht, zonder dat hij zijn komst te voren aankondigde. Deze onverwachte bezoeken gaven geen aanleiding tot op- of aanmerkingen van bijzonder gewicht. De bijeenkomsten van den Voorzitter van den Raad van Toezicht en den Hoofdinspecteur hadden ook in 1913 geregeld plaats. Wegens de uitbreiding der werkzaamheden van de Inspectie is de benoeming van een tweeden Adjunct-Inspecteur noodzakelijk geworden. Als zoodanig werd met ingang van 1 Januari 1914 benoemd de Heer W. HEILING, te Eindhoven, voordezen werkzaam als Ambtenaar ter Inspectie. In uwe vergadering van den 2de" Juni 1913 werden van de aftredende leden van ons College, de Heeren Mr. TH. J. H. AQUARIUS, J. M. B. H. PONJÉ, J. VAN BEEK, G. J. KOENRAADT Mzn. de twee eerstgenoemden met nagenoeg algemeene stemmen herkozen.

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Coöperatieve Centrale Boerenleenbank | 1913 | | pagina 8