Uittreding Boerenleenbanken. Omzet. Effecten-LeendepOt. Effectenfonds. Rente. Onkosten. Controle-Rijkssubsidie. Pensioenfonds. Inbraakverzekering. Statistiek. In 1912 zijn twee Boerenleenbanken uitgetreden nl. Oirschot en 's Heerenhoek. De laatste is ontbonden bij gebrek aan werking. De eerste wenschte geen-redenen van uittreding op te geven. a. BOERENLEENBANKEN Ook in 1912 nam de omzet met de aangesloten Boerenleenbanken weder toe. In totaal werd gestort: 7.968.589.66* tegen 6.770.976.09"' in 1911. Per Boerenleenbank: - 23.031.- 21.841.— in 1911. In totaal werd terugbetaald: - 7.669.222.33* - 5.635.517.87* in 1911. Per Boerenleenbank: - 22.165.- 18.179.in 1911. Voor het verloop van maand tot maand verwijzen wij naar Bijlage XVI. b. DIVERSE INSTELLINGEN. De onder dit hoofd geboekte rekening-courant-houders hebben in 1912 gestort 1.214.730.36* (tegen 1.096.972.90 in 1911) en hebben teruggenomen 1.382.338.01 (tegen 1.077.142.52 in 1911). Deze rekening in 1908 geopend stijgt van jaar tot jaar. De saldi bedroegen in de jaren 1908 1912 resp. ƒ86.000.—, 120.100.—, 118.600.—, 136.000.— en 148.800.— en het laat zich aanzien alsof ook weder voor 1913 eene stijging is te verwachten. Hebben de effecten koopende Boerenleenbanken wel eens nagerekend hoeveel netto rente zij van hare effecten maken? Eene kleine berekening zal doen zien dat zij voordeeiiger hadden gedaan door hare gelden tegen de vaste rente van 3'/4% uit te zetten bij hare Centrale Bank. Op Bijlage III zijn de fondsen tegen hare nominale waarde opgenomen, onder vermelding der deponeerende Boerenleenbanken. Het effectenfonds is volledig gespecifieerd op Bijlage V. De veranderingen zijn opgesomd op Bijlage XV. Zooals wij reeds in den aanhef hebben gezegd moesten wij ƒ50.414.21 koers verschil afboeken, waarvan 18.000.— gebracht kon worden ten laste van het hoofd „Reserve- Effecten-Koersverschillen." De rest ad 32.414.21 is overgeboekt op de Verlies-en Winstrekening. In de berekende rente voor aangesloten Boerenleenbanken kwam ook in 1912 geen wijziging. Wij vergoedden 3' t 0 o en namen 33 4. De bruto-onkosten bedroegen over 1912 24.252.41* zijnde 70. per Boerenleenbank, tegen 22.453.14" over 1911, zijnde ƒ72— per aangesloten Boerenleenbank. Nauwkeurige speci ficatie op Bijlage XIV. 9 In de wijze van controle, noch in den vorm der Rijkssubsidie (ƒ2500.kwam in 1912 wijziging. Voor bijzonderheden verwijzen wij meer in het bijzonder naar ons jaarverslag over 1910. De rekening van dit fonds is op bladz. 19 afgedrukt. Deze verzekering klom in 1912 van 960.300. tot 1.076.300. Het aantal deelnemende Boerenleenbanken vermeerde met 18, zoodat thans door 192 Boerenleenbanken wordt deelgenomen. In de bestaande regeling kwam geen wijziging. Vermoedelijk zullen vele Boerenleenbanken hare deelname tegen 1 December (vervaldag der polissen) opzeggen, nu er gelegenheid bestaat de titels der Fondsen in bewaring te geven tegen betaling van slechts 0.25 per 1000. -- nominale waarde. Deze nieuwe wijze van opbewaren der titels maakt het verzekeren der couponbladen o.i. overbodig. Bovendien biedt zij dezen extra waarborg, dat noch de Centrale Bank (met de titels alleen) noch de plaatselijke Boerenleenbank (met de couponbladen alleen) verhandelbaar papier in bezit hebben. De titels zonder couponbladen en de couponbladen zonder titels kunnen niet ter beurze worden verkocht en ook buiten de beurs zijn daarvoor geen koopers te vinden. De jaarlijksche tabellen bevatten Bijlage XVIII. Overzicht van de Balansen der laatste twaalf boekjaren; Bijlage XIX. Overzicht van de Verlies- en Winstrekening der laatste twaalf boekjaren; Bijlage XX. Overzicht der Winstverdeeling der laatste twaalf boekjaren Bijlage XXI. De operatiën der aangesloten Boerenleenbanken in het boekjaar 1911. Bijlage XXII. Eene recapitulatie dier operatiën; Bijlage XXIII. Eene volledige specificatie der balansen van de aangesloten Boerenleenbanken over 1911 Bijlage XXIV. Eene recapitulatie dier balansen gerangschikt naar de provinciën; Bijlage XXV. Eene gecombineerde Balans, omvattend al de balansen der aangesloten Boerenleen banken over het boekjaar 1911, en waaraan eveneens ter vergelijking de cijfers over de boekjaren 1908 1909 zijn toegevoegd. Uit een en ander zal ten duidelijkste blijken, dat onze aangesloten Boerenleenbanken allerkrachtigst vooruitgaan.

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Coöperatieve Centrale Boerenleenbank | 1912 | | pagina 5