Uittreding Boerenleenbanken. Omzet. Effecten-Leendepöt. Effectenfonds. Rente. Onkosten. Controle-Rijkssubsidie. Pensioenfonds. Inbraakverzekering. Gebouwen. 8 In 1910 trad geen enkele Boerenleenbank uit. a. BOERENLEENBANKEN. Ook in 1910 nam de omzet met de aangesloten Boerenleenbanken weder belangrijk toe. In totaal werd gestort: 5.772.033.94 tegen 4.882.141.20 in 1909. per Boerenleenbank: - 20.395.— - 18.562.— 1909. In totaal werd terugbetaald: - 4.686.276.90 - 3.930.702.97 1909. per Boerenleenbank: - 16.559.- 14.945. 1909. Voor het verloop van maand tot maand verwijzen wij naar bijlage XVI. b. DIVERSE INSTELLINGEN. De onder dit hoofd geboekte rekening-courant-houders hebben in 1910 gestort ƒ1.078.823.63 (tegen 1.279.647.07' 2 in 1909) en hebben teruggenomen 1.114.120.13 (tegen 1.199.711.66' 2 in 1909). Ingevolge besluit der vorige Algemeene Vergadering wordt over het bedrag effecten in Leendepöt gestort eene provisie gerekend van !/s °/o per jaar. Wij hadden gehoopt, dat dit aanleiding gegeven zou hebben tot verkoop van dat deel dier fondsen, hetwelk zonder of met een heel gering verlies kon worden van de hand gedaan. Dit is echter niet het geval geweest. Onze boerenleen banken schijnen erg aan dit bezit gehecht te zijn. Eene vergelijking van bijlage III met bijlage IV van het vorig verslag zal aantoonen, dat er weinig verschil in de gedeponeerde effecten en in de deponeerende boerenleenbanken is gekomen. De effecten zijn tegen de nominale waarde opgenomen. In 1910 is dit fonds met bijna een millioen gestegen. Op nagenoeg al onze fondsen - Russische alleen uitgezonderd was er koersverlies te noteeren, zoodat wij 17.378.80 op rekening RESERVE-EFFFCTEN-KOERSVERSCHILLEN hebben moeten afschrijven. Voor de in het Effectenfonds plaats gehad hebbende wijzigingen verwijzen wij naar Bijlage XV Op Bijlage VI zijn de fondsen, waaruit ons effectenfonds bestaat, genoemd. Evenals in al de vorige jaren berekenden wij in 1910 3' 4°, o voor inlagen en 33/4% voor voorschotten. 9 Onze bruto-onkosten zijn in 1910 gestegen tot f 19.576,20 zijnde 69.— per leenbank, tegen 16.761.64'2 in 1909 met ƒ64.per leenbank. Bijlage XIV geeft eene volledige specificatie dezer rekening. Ook in 1910 kregen wij van de Regeering eene rijkssubsidie van f 2.500. Z. E. de Minister van Landbouw, Handel en Nijverheid benoemde ook in het afgeloopen jaar weder het Accountantskantoor van W. KREUKNIET te Rotterdam tot accountant bij onze Bank. Behalve de door den Minister gevorderde twee half-jaarlijksche controles werden, ingevolge de bepalingen van art. 22 van ons Huishoudelijk Reglement, de maandelijksche proefbalansen eveneens door denzelfden Accountant geverifieerd en geteekend. Aan al de leden van den Raad van Toezicht en van het Bestuur en aan de beide Heeren Adviseurs werd een copie van deze proefbalansen gezonden. Bovendien werd bij wijze van proef eene nieuwe controle ingevoerd, welke gehouden wordt door den President van den Raad van Toezicht. Zij bestaat hierin, dat aan genoemden Heer eiken dag worden toegezonden eene afsluiting van het journaal. Elke veertien dagen komt Mr. AQUARIUS de juistheid onzer afsluitcijfers contröleeren. Tot dusverre voldeed deze nieuwe maatregel goed. Ongetwijfeld zal er mede worden voortgegaan, mits uwe Algemeene Vergadering bereid is de extra-kosten, aan deze controle verbonden, te voteeren. Tot leden der Commissie van Beheer voor het pensioenfonds werden, overeenkomstig de bepalingen van art. 15 van dat fonds benoemd: a) de Heer H. PYLS (door den Raad van Toezicht), b) de Heer Jhr. F. E. M. VAN SASSE VAN IJSSELT door het Bestuur) en c) de Heer J. F. BERKVENS (door de verzekerden). Op pagina 19 is de rekening van het fonds afgedrukt. In den loop van 1910 traden 15 Leenbanken tot deze verzekering toe, zoodat het aantal deelnemende Boerenleenbanken steeg tot 161. In totaal was op 31 December verzekerd voor 762.900.tegen 570.000. - einde 1909. Zoodra ons nieuw kantoor gereed is hopen wij U voorstellen tot wijziging in deze verzekering te kunnen doen, waardoor aanmerkelijk voordeel zal worden verkregen. In het verslag over 1909 schreven wij: „het plan bestaat het gebouw (het oude) na of vóór het verstrijken van de huur te verkoopen. Schade kan daarbij, naar onze vaste overtuiging, niet worden geleden." Thans reeds kunnen wij U mededeelen, dat het gebouw is verkocht en dat de verkoopsom de balanswaarde met 4.250.overschrijdt, welk bedrag wij op de Verlies- en Winstrekening hebben overgebracht. In den loop van het jaar hebben wij het nieuwe kantoor gebouw aanbesteed (architect de Heer JAN STUYT te Amsterdam) en wij twijfelen er niet aan of onze nieuwe inrichting zal uwe volle goedkeuring wegdragen. Het geheele gebouw aange nomen door den aannemer DIRK VAN MAMEREN te Buren inclusief de brand- en inbraak-

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Coöperatieve Centrale Boerenleenbank | 1910 | | pagina 5