I 7
Mijne Heeren,
Toetreding nieuwe Boerenleenbanken.
't i
'•li
11 -
_'1
•10
I iS
I k»-
<1
7
Aan
den Raad van Toezicht,
de Commissie van Advies
der Coöperatieve Centrale Boerenleenbank
te
Eindhoven.
Wij hebben de eer U bij dezen, overeenkomstig Art. 17 derde lid onzer statuten, de
Balans- en Verlies- en Winstrekening over 1910 ons twaalfde boekjaar - aan te bieden.
Geheel in tegenstelling met 1909 was het afgeloopen jaar een „duur-geld-jaar." De prolon
gatierente was gemiddeld 4.26% tegen 2.37% in 1909 en 3.35 in 1908. Was dit eenerzijds
van gunstigen invloed op onze renterekening, anderzijds hadden wij door de daarmede in verband
staande koersverlaging op effecten een tamelijk groot bedrag af te boeken op het hoofd „Reserve
effecten-koersverschillen". De beschikbare winst ad 32.599.83 (tegen 12.038.071 i over 1909)
stelt ons in staat de gewone Reserve en de Reserve voor effecten-koersverschillen flink te versterken.
In den loop van 1910 traden toe de navolgende Boerenleenbanken: Standdaarbuiten,
Neerbosch en Hees, Gronsveld, Vlierden, Ittervoort, Reusel, den Hout (Gemte. Oosterhout),
Grevenbicht, Epen-Wittem, Rosmalen, Veldhoven, Goirle, Haarsteeg, Liempde, Montfoort, Haastrecht,
Notter en Zuna, Reek, Schaesberg, Munsterscheveld en Rijswijk: 21 in aantal (tegen 27 in 1909),
waardoor het aantal aangesloten Boerenleenbanken steeg tot 284,
Met de Boerenleenbank Heeswijk, die op 16 November 1908 ontslag nam, rekenden wij
in het afgeloopen jaar defininitief af, zoodat het aantal aangesloten Boerenleenbanken op einde
December 1910 bedroeg: 283, volgens de ligging verdeeld als volgt:
In:
1910
1909
1908
1907
1906
1905
1904
1903
1902
1901
1900
1899
Noord-Brabant
108
99
96
94
82
67
62
57
52
40
31
19
Lintburg
100
95
76
70
66
54
44
34
23
18
13
12
24
23
23
22
17
11
9
7
3
3
1
1
Overijssel
18
17
15
6
3
3
2
2
Zuid-Holland
13
11
11
9
7
1
5
1
Zeeland
7
7
7
7
7
7
6
2
1
1
1
1
Noord-Holland
4
4
4
4
4
4
4
2
i
Drenthe
4
3
2
2
2
Utrecht
4
3
2
1
1
1
1
1
1
1
1
in Nederland
283
263
237
216
190
154
132
104
80
62
46
33