Belegging. Onkosten. Renterekening. Voorstel tot Winstverdeeling. 10 Hoogste bedrag der crediteuren 1.600.118.45 op einde November. Laagste - 1.250.533.39 op einde April. Hoogste debiteuren - 338.480.89 op einde April. Laagste 173.493.46 op 1 Januari 1906. b. DIVERSE INSTELLINGEN. Bij het begin van liet dienstjaar hadden de onder vorenstaand hoofd geboekte rekeningen een debet van 94.131.34 verhoogd in 1906 met- 2.461.502.97 2.555.634.31 Het totaal credit bedroeg bij het begin van het dienstjaar 99.450.47 verhoogd in 1906 met- 2.395.053.82"' 2.494.504.29:' (debt. 131.282.65", credt. 70.152.64) 61.130.017' a. Hypotheken. Op 1 Januari 1906 was er tegen hypothecair onderpand uitgeleend (belegd) 372.611.38 Vier hypotheken werden afgelost: 19600. 5500.- 4700. 1438.80)ƒ31.238.80 Op diverse hypotheken werden gedeeltelijke aflossingen gedaan ad - 3.773.70 Totaal aflossing: - 35.012.50 337.598.88 Nieuw gesloten in 1906 (grootste 80.000.- kleinste 10.000. - 224.000. Totaal der hypothecaire belegging einde December 1906: 561.598.88 Het effectenfonds onderging de m Verkocht werden: Mrk. 36.000. 2.000. Rbs. 625.- 1.000. 1.000. 2.000. 1.000. Gekocht werden Mrk. 36.000. 13.000. - 11.000. - 42.000. - 23.000. - 10.000. - 11.000. 7.000. - 15.000. 8.000. - Geruild. - 40.000. Effecten. volgende wijzigingen: 4% Warschau Weenen Spw. Mij. 4% Moscou- Kasan Spw. Mij. 4% Rusland 1880. i 3 0 o Gemeente Schiedam f 4° o Amsterdam 1900 uitge oot. 31 2% Rotterdam I 4% Katwijk 4% Wladikawkas Spw. Mij. 3' 2% Vlaardingen. 3' 2% Den Helder. 3' 2% Tilburg. 3' 2°o Eindhoven. 31 2° o Rosendaal. 4% Hulst. 4% Maashees. 4°/o 's Gravenhaagsche Hyp. Bank. 4% Amsterdamsche Hyp. Bank. 2' 2% Ned. Werk. Schuld. 11 Zooals wij hierboven reeds vermeld hebben, daalde de noteering der fondsen tengevolge van den hoogen geldkoers, over de geheele linie, waardoor wij genoodzaakt waren 3.097.34 als koersverschil af te schrijven. De onkosten-rekening (zie bijlage VIII) geeft voor diverse onkosten, als: salarissen, inspectie-kosten, vergaderkosten. kantoorbehoeften etc. een saldo van 11.253.27 Daarin werd bijgedragen door de leenbanken voor: a. vaste inspectiebijdragen1310. b. extra inspectie- 15. c. l° oo rekening-courant provisie- 2366.15 d. 5% van de winst over 1905 - 862.01 e. aansluitingskosten nieuwe banken- 240.98 - 4794.14 6459.13 bijdrage Coöperatieve Aankoop-Commissie van den N. C. B. - 1000. zoodat het nadeelig saldo bedraagt5459.13 Evenals in de vorige jaren berekenden wij in 1906 voor inlagen 3' 4°o rente en voor uitleeningen 33/4%, Bizondere omstandigheden voorbehouden, zullen wij allerwaarschijnlijkst ook in 1907 dezen voordeeligen rentevoet kunnen handhaven. Voor de specifieke rentecijfers ver wijzen wij naar bijlage IX. welke, naar wij meenen, geene nadere toelichting noodig heeft. Wij stellen U voor het winstsaldo ad12.199.24"* te verdeelen als volgt: a. Afschrijving op gebouwenrekening 1000. waardoor de rekening wordt teruggebracht op 23.000. b. Afschrijving op meubilairrekening - 93. waardoor deze rekening wordt teruggebracht op 1750.- c. Te storten in het pensioenfonds - 1200. - 2293. Blijft 9906.24r' 4 pCt. rente van het gestorte op de bewijzen van deelneming, gedu rende de volle maanden, waarover werd deelgenomen, ter beschrijving op die bewijzen, volgens Art. 49 2o. (zie bijlage X.) - 138.07 De rest ad9768.17"' in het reservefonds, waardoor dit tot 11.329.75"' stijgt.

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Coöperatieve Centrale Boerenleenbank | 1906 | | pagina 6