VERSLAG VAN DE DIRECTIE
Aan de Aandeelhouders
Ter voldoening aan art. 35 der statuten en in overeenstemming met de voorschriften van het Wetboek
van Koophandel hebben wij de eer U de balans en winst- en verliesrekening over te leggen, alsmede een verslag
omtrent de gang van zaken en het gevoerde beheer over het boekjaar 1951, het twee en zestigste sinds de oprichting
van onze vennootschap.
In de Algemene Vergadering van Aandeelhouders, gehouden 11 Mei 1951, werden de Balans en de Winst
en Verliesrekening over het jaar 1950 goedgekeurd en werd Jhr. Mr. P. Th. Six als commissaris herkozen, die
zijn benoeming heeft aanvaard. Aan de beurt van aftreding als commissaris is thans Mr. J. C. W. N. de Bruyn
van Melis- en Mariekerke, die herkiesbaar is, terwijl wij U zullen verzoeken te voorzien in de vacature van den
Heer Th. C. van Rossum, die tot ons leedwezen in verband met zijn aftreden als Adjunct-Directeur van het Alge
meen Mijnwerkersfonds van de Steenkolenmijnen in Limburg, te Heerlen, als commissaris van onze Instelling
ontslag heeft genomen.
Hoewel niet tot dit jaarverslag behorend, wordt hier nog vermeld, dat met ingang van 1 April 1952
Mr. J. de Wilde tot adjunct-directeur werd benoemd.
In het afgelopen jaar werd door onze Instelling voor een bedrag van 4.485.900.aan leningen gesloten,
terwijl 1.253.325.aan aflossingen werd ontvangen, zodat bij het einde van het jaar aan leningen een bedrag
van 13.503.725.uitstond, zijnde 3.232,575.meer dan het bedrag, waarmede het jaar was aangevangen,
hetgeen vergeleken bij vorige jaren zeker een belangrijke vermeerdering mag worden genoemd.
In het algemeen voldeden onze debiteuren goed aan hun verplichtingen; niet alleen de rente, maar ook
de periodieke aflossingen kwamen regelmatig binnen.
De bedrijfsuitkomsten over het afgelopen jaar mogen zeer bevredigend worden geacht; het saldo van de
Winst- en Verliesrekening bedraagt 73.563.48. Indien de door ons voorgestelde verdeling van dit saldo wordt
aangenomen, zal, na betaling van 4% rente over het onverplicht gestort kapitaal, aan aandeelhouders een dividend
van 6% over het verplicht gestort kapitaal worden uitgekeerd.
3
uit te brengen in
de Jaarlijkse Algemene Vergadering van Aandeelhouders
op 13 Juni 1952