Aan de Aandeelhouders
Ter voldoening aan art. 35 der statuten en in overeenstemming met de voorschriften van het Wetboek
van Koophandel hebben wij de eer U de balans en winst- en verliesrekening over te leggen, alsmede een verslag
omtrent de gang van zaken en het gevoerde beheer over het boekjaar 1948, het negen en vijftigste sinds de oprich
ting van onze vennootschap.
In de Algemene Vergadering van Aandeelhouders, gehouden 28 Juli 1948, werden de Balans en de Winst
en Verliesrekening over het jaar 1947 goedgekeurd en werd Mr. J. C. W. N. de Bruijn van Melis- en Mariekerke
als commissaris herkozen, die zijn herbenoeming heeft aanvaard. Aan de beurt van aftreding als commissaris is
thans de Heer Chr. Beels, die herkiesbaar is, terwijl wij IJ zullen verzoeken in de, door het aftreden van den Heer
C. F. Overhoff ontstane, vacature te voorzien.
Aan de Heren A. A. M. Evers en O. Feenstra, die sedert vele jaren aan onze Instelling verbonden zijn, werd
met ingang van 1 Januari 1949 algemene procuratie verleend.
In het afgelopen jaar kon het hypotheekbankwezen een grote bedrijvigheid ontwikkelen, daarmede de voor
uitgang voortzettende, welke in 1947 een aanvang had genomen.
Met waardering maken wij hier melding van verschillende overheidsmaatregelen, waardoor, voor een ge
zonde ontwikkeling van het bedrijf bestaande, belemmeringen werden weggenomen.
Ingevolge de bij Beschikking van 29 November 1948 vastgestelde Bichtlijnen voor de Prijzenbureaux 1948
kwam het voorschrift, waardoor verkoop van gebouwd onroerend goed aan een door deze bureaux vastgestelde
maximum prijs was gebonden, te vervallen, hetgeen de huizenhandel en daarmede de hypotheekverlening ten
goede zal komen.
Door de Finanoieriugsregeling Woningbouw 1948 werd aan verschillende der bezwaren, welke tegeu de
regeling 1947 waren ingebracht, tegemoet gekomen. De daarbij ter stimulering van de zo dringend nodige nieuw
bouw geboden overheidssteun opent de mogelijkheid voor het verlenen van hypothecair crediet; het is echter
nog niet gemakkelijk daarvoor normen vast te stellen, welke den credietgever voldoende zekerheid bieden.
Voorts werd in 1948 aan de hypotheekbanken onder bepaalde voorwaarden toegestaan uit geblokkeerd
geld leningen te verstrekken. Het zou verheugend zijn, indien dit een verdere stap naar algehele vrijmaking van
deze bevroren middelen zou blijken te betekenen.
De algemeen gekoesterde verwachting, dat het nog steeds geldende verbod van huurverhoging zou worden
opgeheven, werd nog niet vervuld. Beeds in ons verslag over het jaar 1946 wezen wij erop, dat als gevolg van dit
verbod en van de grote duurte van materialen menig eigenaar niet in staat is zijn huizenbezit in voldoende staat
van onderhoud te brengen. Het is dringend noodzakelijk, dat door het toestaan van een redelijke huurverhoging
de mogelijkheid wordt geopend de zorgwekkende achterstand op dit gebied in te halen.
Wat onze Instelling betreft, werd voor een bedrag van 1.760.100.aan leningen gesloten, waartegenover
1.362.525.aan aflossingen werd ontvangen, zodat het aan leningen uitstaand bedrag met 397.575. tot
8.768.700.toenam. -
Door de Staat der Nederlanden wordt tegen een onzer zusterinstellingen voor de Baad voor het Bechtsherstel
een proces gevoerd tot nietigverklaring van de cessie aan de Landelijke Hypotheekbank van hypotheken op voor
malig Joods bezit, nadat tevoren een vordering van dezelfde strekking van de Landelijke Hypotheekbank was
afgewezen. Een gelijke vordering werd door de Staat onder meer ook tegen onze Instelling ingesteld. In de loop
van dit jaar kan een uitspraak worden tegemoet gezjen.
In het algemeen voldeden onze debiteuren zeer goed aan hun verplichtingen. Voor een niet onbelangrijk deel
wordt de renteachterstand, welke wederom lager is dan bij het einde van het vorig jaar, veroorzaakt door het feit,
dat van de in 1945 verwoeste onderpanden de inschrijving in het Grootboek voor de Wederopbouw nog uitbleef
en rente daarop dus niet werd ontvangen.
Het saldo van de Winst- en Verliesrekening bedraagt f 30.503.99. Indien de door ons voorgestelde verdeling
van dit saldo wordt aangenomen, zal, na betaling van 4% rente over het onverplicht gestort kapitaal, aan aandeel
houders een dividend van 4% worden uitgekeerd.
MAATSCHAPPELIJK KAPITAAL.
Het geplaatst maatschappelijk kapitaal onderging in 1948 geen wijziging; het bedraagt 1.800.000.
waarvan 600.000.met een verplichte storting van 25% en 1.200.000.met een verplichte storting van 10%.
In de loop van het jaar werden 131 aandelen overgeschreven, terwijl als gevolg van rechtsherstel de als volstorting
geboekte bedragen van vier aandelen werden teruggestort. Sedert de schorsing van de mogelijkheid daarvan op
2 Augustus 1947 kan geen vrijwillige volstorting van aandelen plaats hebben. Op 31 December 1948 ^aren 44
aandelen met 25% en 54 aandelen met 10% verplichte storting volgestort.
2