Wij laten hier het gebruikelijke overzicht van de in het afgeloopen jaar gesloten en de aan het einde
daarvan uitstaande leeningen volgen.
Gesloten in 1945 Uitstaande einde 1945
Aantal Bedrag AantalBedrag
A. Naar het onderpand.
37
765.600.—
op gebouwde eigendommen
528
9.110.075.—
B, Naar de soort.
29 f 571.500.—
op eigen grond
477
7.718.700.—
8
194.100.—
erfpachtsgrond
51
1.391.375.—
37
765.600.—
528
9.110.075.—
C. Naar de ligging.
34
723.900.—
te Amsterdam
425
7.500.925.—
2
9.000.—
in Noord-Holland 1)
32
204.750.—
32.700.—
te Rotterdam
54
1.037.625.—
’s-Gravenhage
5
165.100.—
in Zuid-Holland 2)
5
51.025.—
Gelderland
2
97.325.—
-v-
Utrecht
5
53.325.—
37
765.600.—
528
9.110.075.—
D. Naar het bedrag.
16
110.900.—
tot
10.000
227
1.342.500.—
13
222.000.—
van
10.001.— tot 25.000.—
203
3.227.650
6
219.700.—
25.001.— 50.000.—
72
2.516.350.—
1
60.000.—
50.001.— 75.000.—
19
1.176.300.—
75.001.— 100.000.—
2
157.725.—
1
153.000.—
boven
100.000.—
5
689.550.—
37
765.600.—
528
9.110.075.—
Naar de wijze van
aflossing.
21
582.800.—
met
periodieke aflossing
355
6.763.225.—
16
182.800.—
zonder
173
2.346.850.
37
765.600.—
528
9.110.075.—
De achterstallige rente, welke op 31 December 1944, na afschrijving van 22.818.89, 33.203.60 bedroeg
en in den post Debiteuren was opgenomen, bedroeg op 31 December 1945 64.525.20. Op 30 April 1946 was
dit bedrag verminderd tot 38.639.49. Ingevolge de normen van het Controle-Orgaan moet worden afgeschreven
/32.797.80. Afgeschreven werd ƒ47.089.92 en dus ƒ14.292.12 meer dan volgens deze normen noodig is.
Ons belang bij leeningen, waarvan het onderpand geheel of gedeeltelijk verwoest, gesloopt en/of onteigend
is, is verdeeld over:
33 leeningen (geheel) 407.575.
4 (ten deele) 96.250.
hiervan drukt in verhouding op het overgebleven deel 43.825. 52.425.
Totaal.... 460.000.—
Van 17 dezer leeningen tot een totaal bedrag van 233.450 ontvingen wij bericht, dat de debiteur eene
inschrijving in het Grootboek voor den Wederopbouw heeft verkregen; van drie dezer leeningen wordt het
gezamentlijk bedrag der inschrijvingen door de restant-hoofdsommen van te zamen 49.200. met 3.690.
overtroffen.
4
ff
ff
1
ff
ff
ff
ff
ff
ff
behalve Amsterdam
behalve Rotterdam en 's-Gravenhage
ff
ff
ff
ff
ff
ff
ff
ff ff
ff