Aan de Aandeelhouders
Ter voldoening aan.art. 35 der statuten en in overeenstemming met de voorschriften
van het Wetboek van Koophandel hebben wij de eer U de balans 'en winst- en verliesrekening
over te leggen, alsmede een verslag omtrent den gang van zaken en het gevoerde beheer over
het boekjaar 1942, het drie en vijftigste sinds de oprichting van onze vennootschap.
Alvorens daartoe over te gaan moeten wij hier tot ons groot leedwezen vermelden, dat
ons op 9 Februari 1943 door den dood ontviel onze hooggeachte Vice-Voorzitter van Commis
sarissen, de Heer A. G. Huisken, dié sedert 1909 commissaris en de laatste twaalf jaren lid van
onzen Raad van Toezicht was. Wij verliezen in hem een vriend en raadsman, aan wiens jaren
lange medewerking wij eene goede herinnering zullen bewaren.
In de Algemeene Vergadering van Aandeelhouders, gehouden den 26sten Juni 1942,
werden herkozen als commissaris de Heeren J. P. M. M. van Dijk en C. de Ruijter Jr., die
hunne benoeming hebben aangenomen.
In eene buitengewone Algemeene Vergadering van Aandeelhouders, gehouden den
15den December 1942, werd met algemeene stemmen een voorstel tot wijziging van eenige arti
kelen van de statuten aangenomennadat de daarvoor vereischte verklaring van geen bezwaar
was gevraagd en verkregen, werd op 20 Januari 1943 de acte van wijziging verleden.
Op economisch gebied vertoonde het jaar 1942 het derde sedert het uitbreken van
den oorlog en de bezetting van ons grondgebied veel overeenkomst met het voorafgaande
jaar steeds meer echter deden zich de gevolgen van den qorlog gevoelen. Ook voor het hypotheek-
bankbedrijf was het jaar in menig opzicht niet gunstig.
In nauwen samenhang met de verminderde behoefte aan crediet nam de geldruimte
toe, hetgeen velen in staat stelde hunne hypotheken af te lossen. Van bedrijvigheid in de bouw
vakken was geen sprakeook uit anderen hoofde bestond weinig vraag naar hypotheek.
Naar vast goed en in het bijzonder naar huizenbezit bleef ondanks de daaraan in
dezen tijd verbonden bijzondere risico’s de vraag onverminderd bestaan; zeker zou dit eene
verdere prijsstijging hebben te weeg gebracht, indien deze niet van overheidswege was beperkt.
Ook werden maatregelen genomen ter stabiliseering van den rentestandter voorkoming van eene
verdere daling werd de uitgifte van 3 pandbrieven verboden en tegelijkertijd mede ten
einde te vermijden, dat dientengevolge de rentemarge tusschen hypotheken en pandbrieven zou
verdwijnen ‘ook het tegen eene lagere rente dan 4 sluiten van hypotheken op gebouwde
eigendommen.
Ook onze Instelling ondervond den invloed van de heerschende geldruimte het bedrag
der in dit jaar afgeloste leeningen overtrof zelfs niet onbelangrijk dat van het vorige jaar, terwijl
herbelegging in goede leeningen niet gemakkelijk viel. Wij mochten er dan ook niet in slagen de
post Geldleeningen, thans 11.743.460.bedragende, geheel op peil te houden, doch de vermin
dering van 143.970.welke deze dit jaar onderging, is onder de omstandigheden zonder be-
teekenis te achten.
2