D. Naar het bedrag.
226 tot 10.000—1.455.205
254 van - 10.001.— tot 25.000.— - 3.998.975.—
90 - 25.001.— j; - 50.000 - 3.145.325
34 - 50.001— - 75.000 - 2.082.575
11 L - 75.001.— - 100.000.— - 911.600.—
4 boven 100.000.- 593.750.
619 12.187.430.—
E. Naar de wijze van aflossing.
497 met halfjaarlijksche aflossingJ10.043.030.
122 zonder periodieke - 2.144.400.
619 12.187.430.—
F. Naar de rente.
Reserven
2 3
21.400
21.400.—
1 3%
-
33.600.—
v'
33.600
132 4
-
2.652.500
112.000
-
2.764.500.—
19 4Ys%
271.750
-
45.000.—
-
316.750.—
122 4%%
2.137.975.—
107.000.—
-
2.244.975
2i 4y8%
536.400.—
-
536.400
179 4V2
-
3.674.030.—
-
31.000
-
3.705.030.—
2i 4%
-
537.225
-
537.225
91 4% 7
1.486.325
-
5.000.—
-
1.491.325
4 4% ,,..r...
-
170.550.—
-
170.550.—
16 5
257.325
-
257.325
1 5%%
6.650
-
6.650
9 5i/4
-
101.200.—
-
101.200
1 5%
-
500.—
-
500
619
11.887.430
300.000
12.187.430.—
Het gezamenlijk bedrag der op 31 December 1941 loopende 599 leeningen ten bedrage
van 11.887.430.levert aan interest op 521.385.95, zijnde gemiddeld 4.38®° terwijl de
rente der op dien datum in omloop zijnde pandbrieven bedraagt 456.030.50, zijnde gemiddeld
3.7718 een renteverschil derhalve van 0.6142
9